De Metal – Rio schaal

Recensenten van progressieve muziek hebben, binnen de grenzen van het kleine landje dat “prog” nu eenmaal is, de mogelijkheid om carrières te maken of te breken. Dat moet je niet te groot maken, volgens mij lezen veel bezoekers van Progwereld de recensies vooral om hun eigen gelijk bevestigd te zien, maar toch. Met een paar welgekozen (of juist argeloos getypte) woorden kun je – juist in de prog, waar het verschil tussen briljant en potsierlijk vaak heel klein is – een project waar muzikanten gedurende jaren hun ziel en zaligheid in gestopt hebben, als een volslagen mislukking afdoen.

Een recensie gaat, tenminste zolang AI de muziek niet van ons overneemt, altijd over mensen en daar moet je een beetje zuinig op zijn. Dus zou het helpen als je platen niet alleen op basis van je eigen smaak, die ook nog eens per dag kan verschillen, beoordeelt, maar ook op wat meer wetenschappelijke, objectieve gronden. Hoe mooi zou het zijn als we, voor we een plaat ophemelen of vernietigen met onze eigen beleving van de muziek, met empirische waarden konden duiden wat die muziek eigenlijk is.

Dat is een uitdaging, want wat wás “prog” nou ook alweer? Het woord ‘progressief’ suggereert vooruitstrevende muziek, maar we zijn vaak het meest verheugd over platen die klinken als een meesterwerk uit 1972. Lekker vooruitstrevend! Verwarrend is het ook: binnen één en hetzelfde genre heb je zulke uiteenlopende bands als Dream Theater en No-Man, die in bijna niets op elkaar lijken. Wij weten allemaal of iets prog is, als we het horen, maar zet dat maar eens om in taal, in bewijsmateriaal. Dat is dansen over architectuur, tasten in het duister.

Gelukkig hebben wetenschappers van het Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven nu een methode ontwikkeld die iets zegt over de muziek; een instrument dat zelfs vrij nauwkeurig kan duiden met wát voor prog we te maken hebben, zónder dat daarmee een oordeel wordt geveld. Ze noemen het de “Metal – Rio schaal” en het is een prachtig, helder en voor iedereen bruikbaar hulpmiddel om progressieve muziek te omschrijven. In “The Journal for Music Science and Technology” publiceerden ze er een wetenschappelijk artikel over, dat we hier in een notendop samenvatten. Het artikel bevat ruim driehonderd voetnoten en bronvermeldingen, die laten we hier maar even buiten beschouwing.

Misschien belangrijk voor de jeugdige kijkertjes om eerst even wat begrippen uit te leggen. Wat is Rio? RIO betekende oorspronkelijk Rock In Opposition, een beweging die in 1978 werd bedacht door de Britse band Henry Cow, uit protest tegen de – ook toen al – conservatieve muziekindustrie die progressie naar de marge verbande. Later is de term een soort geuzennaam geworden voor bands die het zichzelf en de luisteraar zo moeilijk mogelijk maakten met het voortdurend stuiteren tussen maat- en toonsoorten. Bands als Birdsongs Of The Mesozoic, Thinking Plague en NeBeLNeST maken muziek die zozeer niet doet wat je als luisteraar verwacht, dat het op treiteren begint te lijken. Als je op onze site in het zoekvenster “Rio” typt, krijg je een mooi overzichtje. Binnen de Metal-Rio schaal staat deze term met name voor muziek die uitdagend wordt door complexiteit.

En Metal? Dat is gemakkelijker, hè? Metal is harde muziek, veroorzaakt door gitaargeluid dat met een analoge of digitale methode wordt vervormd tot een indringende klank. Niet zelden wordt dat geluid aangevuld met vooraan in de mix geplaatste, omvangrijke en met tomeloze energie bespeelde drumstellen en niet te vergeten op de toppen van de longen gezongen, vaak licht-Wagneriaanse zangpartijen. Metal is van oorsprong vaak redelijk simpele muziek in snelle vierkwartsmaat met teksten die verhalen over de verlangens van adolescenten. In de prog wordt metal meestal wel ingewikkelder en gaan de teksten eerder over trollen die van de berg komen zetten om de draak op zijn lazer te geven. Belangrijk om te onthouden: je herkent metal aan de distortion (vervorming) waarmee de gitaar is bewerkt. Binnen de Metal-Rio schaal staat deze term voor muziek die uitdagend wordt door volume.

Nou ja, de rest is eigenlijk simpel. Je hebt twee termen, zet die ieder op een as, beoordeel de onderhavige muziek op de mate waarin deze elementen te horen zijn en markeer waar die twee waarden samenkomen.

Voorbeeldje?


Yes maakt (of maakte) best wel complexe muziek, waar niet veel scheurgitaren in voorkwamen. Niemand zou het in zijn hoofd halen om Yes als een metalband te bestempelen, dus op die as scoren ze niet hoog, maar met al die maatsoorten per strekkende minuut komen ze een eind op de Rio-as.

Anders is het bij Dream Theater, niet voor niets al heel lang ambassadeur van de progmetal. Hierbij doet zich het interessante verschijnsel voor dat de termen “druk” en “complex” elkaar in de weg zitten of, in de woorden van de wetenschappers uit Eindhoven, elkaar “maskeren”. Vaak is de muziek van Dream Theater immers heel druk en virtuoos uitgevoerd, maar daarmee is ze nog niet per definitie complex. Luid is het allemaal ondertussen wel, maar het kan nog aanzienlijk erger. Denk voor de overtreffende trap bijvoorbeeld aan de toevoeging van een element als “grunten” of een instrument als de cirkelzaag.

Laatste voorbeeld:

Let op: het feit dat No-Man een zeer lage score heeft op zowel de Metal- als de Rio-as is zeer nadrukkelijk géén waardeoordeel! We stellen alleen vast dat de muziek niet wordt gekenmerkt door overstuurde gitaren of gegilde zang, noch dat er ook maar in de verste verte sprake is van complexiteit of opwinding. De spanning in de muziek komt in dit geval volledig door de sfeer, en dat is een begrip dat zich niet in cijfers laat vangen.

Je ziet: De Metal – Rio schaal is een mooi stukje gereedschap binnen de muziekwetenschap, maar het is vast ook voor andere doeleinden te gebruiken. Misschien een leuke oefening op feestjes, trouwerijen of uitvaarten: waar zit jouw favoriete band op de Metal – Rio schaal? We horen het graag. En bedenk: hoe meer je rechts bovenin komt, hoe ondraaglijker de muziek wordt.

Ode aan: Simon Apple – River To The Sea

Recensent Erik Groeneweg breekt een lans voor “River To The Sea” van Simon Apple als een van de beste albums van 2000-2019.


Ik heb een enorme hekel aan lijstjes, maar bij de top 10 van de afgelopen 20 jaar rook ik een kans om “River To The Sea” weer eens onder de aandacht te brengen. Want dat is toch echt wel een bijzondere plaat, met een bijzonder verhaal.

Simon Apple begon als een coverband in 1987, de harde kern bestond uit toetsenist Jeff Miller en drummer Buzz Saylor. Na de debuutplaat “From The Toybox” kwam singer-songwriter Dan Merrill bij de band en samen begonnen de mannen aan “River To The Sea”. Het duurde twee jaar om de plaat te maken, en wat ik echt onvoorstelbaar vind, is de enorme lijst Grote Namen die de band voor het album wist te strikken: Tony Levin, Buck Dharma (Blue Oyster Cult), John Helliwell (Supertramp), Hugh McDowell (ELO), Steve Rodby (Pat Metheny Group) en mixer David Leonard (Rush, Toto).

De band bracht de plaat in eigen beheer uit in 2004 en er gebeurde… bijna niets. Nou ja, Hold Me (Like A Lover), de eerste single, kwam in de Top 10, het regende lovende recensies, waaronder een jubelverhaal uit Nederland, en de band won een paar awards, maar verder? Geen enkele platenmaatschappij toonde interesse, er kwam geen grote tournee, de bandleden verdienden hun investering niet terug. En toen werd drummer Saylor ook nog ziek. Dat was de druppel, de bandleden gooiden de handdoek in de ring. Simon Apple is formeel niet uit elkaar, maar de kans dat de band ooit nog een nieuwe plaat uitbrengt, is heel klein. Eigenlijk best een bekend verhaal.

Maar we hebben “River To The  Sea” en dat is niet niks. Liefhebbers van Toto, Spock’s Beard,  Bruce Hornsby, eigenlijk iedereen met een hart voor goede ambachtelijke rock, vindt wel een aanknopingspunt met deze muziek. Simon Apple heeft een christelijke achtergrond, maar is niet opdringerig, als je begrijpt wat ik bedoel. De mannen hebben humor, kunnen ontroeren en zijn onwaarschijnlijk virtuoos. Toen ik “River To The Sea” voor het eerst draaide, viel mijn bek steeds open bij deze inventieve, creatieve, spannende en toegankelijke muziek. Ik draai de plaat dan ook nog steeds, en ondanks alle meesterwerken van alle prog-giganten van de afgelopen 20 jaren, is dit nog steeds mijn favoriete album. Groots, ambitieus, jazzy, progressief en machtig mooi. Voorbeeld?

Send this to a friend