Je leest het tegenwoordig in toenemende mate: het fenomeen ‘deep cuts’ steekt steeds vaker de kop op. Voor diegene die nog niet bekend is met deze kreet: het gaat hier om relatief onbekende nummers, vaak ondergewaardeerd, radio-onvriendelijk en/of niet frequent live gespeeld door artiesten. Het betreft soms kleine verborgen juweeltjes, die, ontdaan van al het stof, aan de vergetelheid ontrukt, een ‘diepe’ indruk maken. Een letterlijke (maar ook figuurlijke) vertaling doet je uitkomen bij ‘diepe wonden’. Zo ver wil ik het niet laten komen maar er zitten inderdaad soms ‘hidden gems’ bij, om maar bij goed Nederlands te blijven.

Er zijn zelfs mensen die er een sport van maken om zoveel mogelijk van dit soort verborgen schoonheden te verzamelen op een speellijst. Waardoor je opeens weer kennis maakt met dat nummer wat je al lang vergeten was, maar wat oh zo goed bewaard is gebleven en de tand des tijds ogenschijnlijk prima heeft doorstaan. Dire Straits, Queen, Coldplay zijn hier voorbeelden van op Spotify.

We worden er tegenwoordig min of meer regelmatig mee geconfronteerd door een ander fenomeen: het live spelen van een klassiek album, in zijn volledigheid en in de juiste volgorde. Dan komen die verborgen gebleven schatten opeens aan de oppervlakte. En plaatsen de artiesten in kwestie vaak voor een probleem: how the f.. moeten we dit in hemelsnaam live gaan spelen? Heeft iemand nog de tablatuur, in welke toonsoort en in welk tempo? Zo plaatste Bill Bruford’s Five Per Cent For Nothing Yes voor behoorlijke problemen tijdens het integraal spelen van “Fragile”. En wat te denken van The Battle of Epping Forest, het bezorgde Steve Hackett en zijn band nogal wat hoofdbrekens tijdens de uitvoering van “Selling England by the Pound”.

Maar als het dan in mindere mate (Yes) of in meerdere mate (Hackett) lukt, dan valt er ook weer veel te genieten. Want laten we eerlijk zijn: wie zit er nou nog te wachten op de zoveelste versie van Genesis’ I Know What I Like, of Camel’s Lady Fantasy? Ik niet geef ik eerlijk toe. Ik heb zelfs spontane kots neigingen als ik Yes Owner of a Lonely Heart hoor spelen (ik ben niet de enige, kijk maar eens naar Steve Howe’s gelaatsuitdrukking als hij het verplichte nummer moet spelen). Ik snap het wel: voor de meesten is een setlist zonder dit soort iconische songs niet volledig. Maar hoe mooi zou het zijn als Yes het lef had om ‘deep cuts’ als Dear Father of Howard Land te kunnen/willen spelen. Of Genesis’ Seven Stones of Harold The Barrel. De enige die zich er nog aan wagen zijn de tribute bands.

Daarom was ik zo plezierig verrast door het nieuwe live album van Kansas, “Point of Know Return, Live & Beyond”. Want niet alleen krijgen we een uitstekende integrale versie van het klassieke album uit 1977 voorgeschoteld, ook de ‘greatest hits’ mogen er zijn. De band heeft namelijk voor een aantal nummers gekozen die niet zo voor de hand liggen. Cold Grey Morning, Two Cents Worth maar vooral Musicatto en Taking In The View mogen zeker tot het betere werk van de Amerikanen gerekend worden. Maar slechts zelden (of helemaal nooit) live gespeeld en dus maakt onbekend onbemind, helaas. Hopelijk heeft Kansas hiermee een trend gezet, ik kan me als die-hard fan niets mooier voorstellen dan die heerlijke ‘deep cuts’ weer eens te horen. Niet om oude wonden open te rijten maar om nieuwe herinneringen te maken.