Nick Magnus is geen onbekende binnen de progressieve rockscene, zijn jarenlange samenwerking met Steve Hackett, zowel op de plaat als op het podium, is daar mede debet aan. Het uitbrengen van zijn zevende soloalbum “A Strange Inheritance” was de aanleiding voor Alex Driessen om de toetsenist/componist/arrangeur/producer eens nader aan de tand te voelen.
Hartelijk dank dat je mij wat van je kostbare tijd gunt. Je zal het nu wel erg druk hebben met promotionele activiteiten na de release van het nieuwe album. Ik heb jou en Steve Hackett in het verleden regelmatig zien optreden en beschouw mezelf als een groot fan van jullie muziek. Ik zou graag jouw gedachten willen horen over een aantal brandende vragen.
Graag gedaan, Alex
Allereerst gefeliciteerd met het prachtige nieuwe album, “A Strange Inheritance”, het klinkt geweldig. Het heeft je ongeveer vijf jaar gekost om het te maken, waarom duurde het zo lang?
Dank je! Het duurde eigenlijk korter dan dat, de eerste verkennende ideeën werden in augustus 2021 op papier gezet, met de laatste mastering voltooid in mei 2024, dus dat is twee jaar en negen maanden, maar net iets boven mijn gemiddelde! Er zit meestal een gat van vier tot vijf jaar tussen albums, omdat ik tijd nodig heb om de batterij weer op te laden voordat Dick Foster (tekstschrijver) en ik ideeën voor het volgende album gaan ontwikkelen. Deze keer duurde het vooral langer voordat ik begon, namelijk vanwege covid. Ik weet dat veel mensen de lockdownperiode zagen als een geweldige kans om de tijd creatief te besteden. Ik vond het daarentegen behoorlijk verlammend. Pas toen de lockdown-beperkingen werden opgeheven, kwam de creatieve muze weer op gang.
Opnieuw een conceptalbum, wat trekt je aan in dit verhalende genre?
Het is juist dat idee van verhalen. Ik maak graag albums die een verhaal vertellen, of een verbindend thema of draad hebben die de nummers met elkaar verbindt. Het is een methodologie die echt serieus begon met de titeltrack van mijn tweede album “Inhaling Green”. Melodische motieven duiken vaak in verschillende gedaantes op een album op, een bijna symfonische benadering, als dat niet te groots klinkt! Ik zie het als het produceren van filmmuziek.
Je had een aantal goede vrienden en collega’s die meewerkten, zelfs je oude maat Steve Hackett deed mee. Is er een speciale reden om externe muzikanten in te schakelen?
Elke gastmuzikant brengt zijn eigen unieke interpretatie van een specifieke rol. De nummers zijn vaak karakter gedreven, dus ik kies de beste zanger om dat karakter te vertegenwoordigen en schrijf met hen in gedachten. Instrumentalisten bieden wat ik niet zelf kan doen – bijvoorbeeld John Greenwoods geweldige Spaanse gitaarsolo in Blood Money, of Steve’s (Hackett) bluesy mondharmonicasolo in An Almost Silent Witness. Hoewel ik geniet van de uitdaging om een hele band of orkest opnieuw te creëren, om Clint Eastwood in “Magnum Force” te citeren, “Een man moet zijn beperkingen kennen.”
Er is veel variatie op het album, zeemansliedjes, funky dingen, rocky partijen, klassieke stukken en af en toe een ballade, hoe komen die keuzes tot stand?
Nogmaals, het komt allemaal neer op het idee van een verhaal. Dick’s (Foster) teksten vertellen een verhaal met veel verschillende scènes en verschillende stemmingen, vaak binnen hetzelfde nummer. Vanuit mijn oogpunt is het essentieel dat de muziek elke verandering van stemming aanvult, het moet illustreren wat er in het verhaal gebeurt, of je op zijn minst op een geschikte ‘plek’ of in de juiste gemoedstoestand brengen.
Neem me eens mee in het proces van schrijven en opnemen. Is het album op de ouderwetse manier opgenomen, samen in de studio, of is het vooral tot stand gekomen door elektronische bestanden uit te wisselen?
De enige elektronische bestandsuitwisseling was voor John Greenwoods gitaarpartijen in Blood Money, om de simpele reden dat hij in Adelaide, Australië woont! Al het andere vindt plaats in mijn studio, dat wil zeggen, alle toetsen, zang, programmering, geluidsontwerp, mixage, mastering etc. Ik schrijf meestal lineair, neem op en arrangeer terwijl ik bezig ben, het is een gedetailleerd evolutieproces, soms schrap ik een hele track als het niet werkt en begin ik opnieuw vanaf een leeg canvas! Bij zang heb ik altijd de zangers in de studio bij me. Het is vanuit mijn perspectief als producer erg belangrijk om een real-time dialoog met hen te hebben, om verschillende benaderingen te bespreken, misschien regels te veranderen, songteksten te veranderen, harmonieën te bedenken en cruciaal genoeg controle te hebben over het opnameproces. Niets van dit alles is mogelijk als ze hun partijen gewoon ’telefonisch’ moeten inleveren.
Wie bedacht het idee voor de papegaaien invalshoek in An Almost Silent Witness?
Dat was Dicks idee – de papegaai was vanaf het begin een hoofdpersonage. Dick had zelfs de albumhoes al vanaf het begin ontworpen! We wilden geen standaardfoto’s van een papegaai van internet gebruiken om voor de hand liggende auteursrechtelijke redenen, dus we zochten overal en vonden uiteindelijk onze ‘hoofdrol’-papegaai in een fantastische volière genaamd Bird World. Hij poseerde heel behulpzaam voor ons.
Ik vind vooral Philadelphia erg goed, een heel mooi en ontroerend nummer. En die video, geweldig!
Dankjewel! Charlotte Fawley’s prachtige illustraties geven de video een echte historische charme, het doet denken aan een Jane Austen- of Diana Gabaldon-roman.
Ik vind de afsluitende track, To Whom It May Concern, ook erg goed. Het heeft die specifieke Hackett-sound, John Greenwood speelt een geweldige solo op elektrische gitaar. Was dit speciaal op deze manier geschreven?
De tekst is Philadelphia’s boodschap, geschreven op het perkament dat in de kist werd gevonden, en zegt in feite: “Dit zijn de levenslessen die ik heb geleerd en, heel belangrijk, laat angst niet de bovenhand krijgen over rede.” Dat laatste deel is vandaag de dag relevanter dan ooit. De boodschap is gericht aan zowel de ontvanger van de geërfde kist als aan de mensheid in het algemeen. Het nummer is ontworpen om reflectief te zijn, maar met een gevoel van hoop en optimisme aan het einde. Overigens, met uitzondering van Johns geweldige gitaarspel op Blood Money, zijn er geen andere ‘fysieke’ gitaren op het album. Maar bedankt voor het compliment! ;-)
Four Winds klinkt als een volledig orkest inclusief koor, klassieke stijl. Er is geen vermelding op de hoes , dus ik neem aan dat het allemaal uit jouw magische trukendoos komt? ;)
Dat is het inderdaad. Four Winds was een heel bijzondere uitdaging, maar daar hou ik wel van!
Je lijkt niet bang om ons je eigen zangstem te laten horen. Aan de andere kant maak je vaak gebruik van gastvocalisten als Tony Patterson, Ginger Bennett en Louise Young.
Toen ik net begon met zingen (op mijn vierde album “Children of Another God”) deed ik dat nogal nerveus, omdat ik rotte tomaten verwachtte! Dat gebeurde echter niet, mensen leken mijn stem te waarderen, wat een behoorlijke verrassing was. Daardoor aangemoedigd, ontdekte ik dat ik het leuk vind om te zingen, zolang mijn stem bij het nummer past en binnen mijn beperkte bereik valt. Als een nummer een andere aanpak vereist, iets met meer bereik en attitude, of als het een vrouwelijk personage is, dan doe ik een beroep op de mensen die echt weten wat ze doen!
Heb je ideeën over het live uitvoeren van dit materiaal? Ik weet dat je af en toe met John en Steve Hackett hebt gespeeld.
Het is een veelgestelde vraag, en het korte antwoord is: kosten/baten. Met een band op tournee gaan is een onbetaalbaar dure aangelegenheid, vooral als je een eenmansband bent zonder financiële steun! Als ik deze albums maak, benader ik ze zonder enige beperkingen of overwegingen van liveoptredens, omdat ik weet dat ik nooit in staat zal zijn om de enorme middelen en organisatie te bekostigen die nodig zouden zijn.
Over live gesproken, ik zag die ontroerende beelden van jou en Rob Townsend van Steve’s band die Hammer in the Sand live speelden bij Trading Boundaries een paar jaar geleden. Dat is pas een geweldige uitvoering!
Dat gastoptreden was Steve’s idee! Hij had er al een tijdje over gehint. Omdat ik bij dat optreden aanwezig was en Roger Kings toetsenbord klaar stond, moest het wel gebeuren!
In zijn autobiografie haalt Hackett bijzonder goede herinneringen op aan de opname van “Spectral Mornings” in Nederland, in 1979. Dit moet een mooie tijd zijn geweest voor jullie allemaal in de band. Heb je nog specifieke herinneringen aan die dagen?
Voor mij persoonlijk was het de verwezenlijking van een droom. Het was niet alleen mijn eerste professionele opname, maar ook geaccepteerd worden als muzikant door iemand van Steve’s kaliber, een bevestiging van mijn carrièrekeuze, zou je kunnen zeggen. Het was een tijd van grote kameraadschap, een behoorlijke feestsfeer en we konden het allemaal erg goed met elkaar vinden.
Je hebt met Jan en alleman gespeeld door de jaren heen; ik moet toegeven dat ik je een beetje uit het oog ben verloren sinds je vertrek bij Hackett. Vertel me eens wat over je werk met Renaissance, Colin Blunstone en twee betreurde overleden talenten, Pete Bardens (Camel) en Duncan Browne, om binnen het prog-genre te blijven.
Het bespelen van toetsen op het album “Timeline” van Renaissance kwam tot stand door de overleden en zeer gemiste John Acock, die co-producer was op veel van Steve Hacketts albums. Hij produceerde “Timeline” en raadde me aan bij de band. Colin Blunstone woonde bij mij in de buurt, ik kende hem via een gemeenschappelijke vriend. Colin en ik schreven uiteindelijk samen verschillende nummers; een daarvan, Cry An Ocean, werd uitgebracht op het I.R.S. label. Colin en Duncan Browne hadden een bandproject genaamd Camino, dus ik leerde Duncan kennen via Colin. Duncan en ik werden later goede vrienden, hij schreef muziek voor een aantal tv-programma’s, waar we veel samen aan werkten. Vervolgens begonnen we te werken aan zijn album “Songs Of Love And War”, maar helaas stierf Duncan kort voor de voltooiing ervan, dus was het aan mij om het project af te maken, dat na zijn dood werd uitgebracht. Pete Bardens woonde ook in de buurt (we hadden veel gemeenschappelijke vrienden!). Pete kreeg de baan om de muziek te schrijven voor een steampunk-achtige film genaamd “Gunbus”, waarbij ik hem hielp met samenstellen. We namen alle muziek op, maar tot mijn frustratie werd deze op het laatste moment vervangen door muziek van een andere componist, dat zijn de perikelen van de filmindustrie!
Wat veroorzaakte de breuk met Steve Hackett, het leek erop dat jullie tweeën perfect bij elkaar pasten?
Het was geen breuk als zodanig. Er was een kans op mijn pad gekomen om samen met Chris Cozens een serie albums te produceren onder de noemer ‘Project D’. We hadden al enig succes met de eerste van deze serie toen Steve belde om te zeggen dat hij weer op tournee ging, en of ik zin had? Het was een hele moeilijke keuze, omdat ik graag verder wilde met Project D, maar de twee konden niet naast elkaar bestaan. Het was een keuze die niet zonder verdriet werd gemaakt, maar het leven zit vol met zulke keerpunten. Ik denk dat we nog steeds een goede match zijn: zijn vele mooie bijdragen aan mijn eigen albums zijn daar een bewijs van!
Trouwens, waarom die motorpolitiehelm tijdens die vroege optredens halverwege de jaren 80?
Het was het volledige California Highway Patrol-uniform, plus de helm! Ik vond dat iemands optreden op het podium beter verdiende dan de standaard oude rock-‘n-roll jeans en T-shirts die door velen worden gedragen. Toetsenisten worden vaak als oninteressant beschouwd en verstopt achter op het podium, dus waarom zou je niet een beetje controversieel zijn? ;)
Wat zijn je plannen op dit moment, moeten we nog vijf jaar wachten voordat we weer iets van je horen?
Ik laad de batterij na het album weer op! Er zijn voorlopige plannen voor een tussentijds project, maar ik hoop dat het niet zo lang duurt tot het volgende album.
Is er nog iets wat je wilt zeggen tegen de bezoekers van onze website in het bijzonder en fans van het progressieve rockgenre in het algemeen?
We hebben allemaal welbekende favorieten in ons muzikale lexicon, maar sta open voor nieuwe muziek en nieuwe artiesten, er is een geweldig aanbod dat wacht om ontdekt te worden. Blijf fysieke producten kopen, ze hebben de beste geluidskwaliteit, ze hebben al die geweldige hoezen en artwork, niemand kan ze ‘deleten’ en ze zijn voor altijd van jou. En belangrijker nog, de muzikanten die ze maken verdienen daadwerkelijk geld aan die verkopen, wat op zijn beurt bijdraagt aan het reduceren van de kosten van het maken van nieuwe muziek! En we willen allemaal meer nieuwe muziek, toch?
Nick, heel erg bedankt dat je de tijd hebt genomen om mijn vragen te beantwoorden, veel succes met het nieuwe album en laat ons alsjeblieft niet zo lang wachten tot het volgende. Hou je haaks en blijf gezond, hopelijk zien we je binnenkort, bij voorkeur ergens op een podium in de buurt.
Bedankt voor de uitnodiging, Alex!