Door een berichtje van oud-collega Christian Bekhuis op Facebook werd ik gewezen op het album “The Hungry Heart” van Smalltape. Na de eerste beluistering was ik geraakt, overweldigd en mateloos geïntrigeerd. Bij elke luisterbeurt groeide het album. De groei was zodanig dat dit in mijn ogen het beste album van 2021 is. Ik doe niet vaak interviews, maar van dit album en de maker wil ik alles weten. Ik maakte een Zoom afspraak met de man achter Smalltape, de bijzonder sympathieke Duitser Philipp Nespital.

Allereerste moet ik je bedanken voor het maken van het beste album van dit jaar.

Oh mijn God, wat gaaf om te horen! Wat geweldig dat het album voor jou zo belangrijk is, dat is het voor mij uiteraard ook. Heel tof om dit soort feedback te krijgen.

Kun je iets meer vertellen over het ontstaan van Smalltape?

Jazeker, ik ben in 2011 met Smalltape begonnen. Ik speelde toen niet in een band, maar had wel wat gave ideeën. Ik had zoiets van ‘go with the flow’ dus ik heb de muziek zelf uitgewerkt en opgenomen. Dat werd het album “Circles” dat ik in 2011 uitbracht. Ik had altijd wel in bands gespeeld, als drummer, als zanger, als gitarist of als toetsenist en nu kon ik echt mijn eigen gang gaan. In 2017 volgde het tweede album, “The Ocean”, en nu dus “The Hungry Heart”. Ik kan bijna niet geloven dat er alweer tien jaar voorbij is (lacht).


En je bent geluidsontwerper van beroep?

Ja, ik heb geluidstechniek in Potsdam gestudeerd. Dat was meer specifiek geluidsontwerp en geluidstechniek voor films, maar ook wel muziektechniek. Ik ben een muzikant, maar mijn beroep is dus geluidsontwerper voor films en dergelijke.

Ik heb je eerdere albums beluisterd, maar krijg het gevoel dat “The Hungry Heart” in alle opzichten je meest ambitieuze werk is.

(Hij begint te lachen) Ja, dat kun je wel stellen! Het voelt voor mij nog steeds als groots en ambitieus. Na “The Ocean” wilde ik eerst even helemaal niets, maar toen begonnen de ideeën wel te komen. Voor dit album wilde ik echt in meerdere opzichten uit mijn comfortzone gaan. Dus qua componeren, schrijven van de teksten en met betrekking tot het opnemen wilde ik echt van mijn gebaande paden afwijken. Zo wilde ik het album in 5.1 mixen en dat had ik nog niet eerder gedaan. Wel voor films uiteraard, maar nog niet eerder voor muziek. Smalltape is niet alleen de muzikant, maar ook de geluidstechnicus die nieuwe wegen wilde verkennen en dat wilde ik samenbrengen. Ik vond het geweldig om het album te maken, maar het was tegelijk een enorm gevecht. Ik ben blij en dankbaar dat ik het gevecht heb gewonnen (lacht). Ik ben er gelukkig mee.

Is dit album als het ware aan de tekentafel ontstaan, had je een vooropgezet plan of is het meer organisch ontstaan?

Zo, goede vraag zeg. Beide denk ik. Zoals je weet heeft het album tien songs en ik wilde dat elk nummer een verhaal op zich zou worden. Dat hielp mij te focussen op de individuele nummers. Een aantal ontstond heel organisch en andere moest ik meer bewust invoegen in het geheel. Neem Dissolution, het langste nummer van ruim 21 minuten. Dat ontstond uit een aantal ideeën die ik had, maar het samenvoegen tot één geheel bleek een monsterklus. Ik maakte heel veel aantekeningen en moest echt van achter naar voren terugwerken als het ware om alles goed te krijgen. Het daagde me uit om zowel horizontaal als verticaal te componeren. De compositie is enorm complex, maar ik wilde dat het licht verteerbaar en eenvoudig over zou komen. Ik heb met Dissolution enorm veel op de hals gehaald, maar ben er onwijs trots op. Ik heb er zo veel van geleerd! Voor mij is Smalltape ook een soort speeltuin als het om techniek gaat. Ik kan alles uitproberen. Alles bij elkaar heb ik twee en een half tot drie jaar aan dit album gewerkt.

Is “The Hungry Heart” een conceptalbum?

Ik denk het niet. Mijn vorige album, “The Ocean”, was dat zeker wel, zowel muzikaal als wat de teksten betreft. Toch zitten er in “The Hungry Heart” ook weer veel muzikale verbanden die je kunt linken. Zo merkte ik dat onderdelen van een nummer ook goed uitpakten in een andere song. Daardoor voelt het album heel organisch. Tekstueel zijn er zeker verbanden. Het heeft allemaal wel met ontwikkeling en groei te maken. Dus ja, muzikaal lijkt het op een conceptalbum, maar ik noem het liever ‘onderlinge relaties’.

Bespeel je echt alle instrumenten zelf op het album?

Ik heb mijn best gedaan ja. Bijna alles speel ik zelf, zoals de drums, gitaar en toetsen en uiteraard de zang. Ik had een nieuwe bariton gitaar gekocht en die zorgt voor dat warme geluid. Maar daarna wilde ik wel wat verse ideeën inbrengen. Ik wist dat ik sowieso wilde samenwerken met Flavio De Giusti. Hij staat mij ook altijd bij als ik live speel en ik vind hem geweldig. Omri Abramov is een geweldige saxofoonspeler, hij kreeg een grote rol op Dissolution.

Voor mijn gevoel is Colors het centrale nummer op de plaat, klopt dat?

Het is vooral een belangrijk nummer. Als het om het overbrengen van een boodschap gaat is dat wel de centrale song. Colors heeft echt een andere boodschap dan de rest van de muziek.

De overgang van de vervormde zang naar de splijtende gitaarsolo in Colors is voor mij het mooiste moment van het album. Ik word er elke keer weer door geraakt en bezorgt mij altijd weer kippenvel.

(Gooit zijn armen in de lucht) Ik ben zo blij dat je dat zegt! Het is echt wel een controversieel nummer en dan vooral het deel van de vervormde zang. Daarin benoem ik wat ik veel om me heen hoor, maar ik wilde dat het duidelijk werd dat het niet mijn woorden zijn. Door de vervormde stem is dat hopelijk gelukt. Door jouw feedback bevestig je dat het goed is overgekomen.




Het nummer gaat over racisme en polarisatie. Hoe ervaar je dit in het Duitsland van vandaag de dag? Er moet een reden zijn dat je deze tekst wilde schrijven?

Het is denk ik ontstaan toen de vluchtelingencrisis op zijn hoogtepunt kwam. Wereldwijd zie je dat populisme aan terrein wint. Ook in Duitsland. Ook hier hebben we een partij waarvan de ideeën niet democratisch zijn. Dat choqueert mij. Ik vraag me dan af wat dit zegt over onze positie als land, vooral als je bedenkt waar we vandaan komen. Wij zijn als land zelf ook gekleurd. We hebben overduidelijk als land een ingekleurde achtergrond. Ik ben geboren in 1988, voor de grote omkeer. Het laat me heel veel nadenken over hoe onze houding naar vluchtelingen en racisme de laatste dertig jaar is veranderd. En voor die tijd hadden we de ‘entnazifizierung’ (proces waarbij Duitsland ‘gezuiverd’ werd van nazi-elementen). Het lijkt erop bij ons als land een stukje in dat proces heeft ontbroken. Waar komt anders al dat racisme vandaan? Ik ben blij dat ik een Duitser ben, maar ik ben niet gelukkig met de tendens die hier steeds meer de kop op duikt. Wat kunnen we doen? In mijn geval is dat opstaan en je stem laten horen. Dat doe ik in Colors.

De piano in Hunger klinkt als een echte vleugel, klopt dat? Je pianospel doet mij hier trouwens sterk aan Talk Talk denken.

Er staan wat bands op mijn lijstje die ik echt beter wil leren kennen en Talk Talk is daar één van. Zo goed ken ik die band niet. En ja, ik heb voor dit nummer en voor alle andere songs een echte vleugel gebruikt. Overal waar je piano hoort bespeel ik de vleugel.

Dissolution, het laatste nummer van ruim 21 minuten, komt op mij bemoedigend en hoopvol over. Was dat ook je bedoeling?

Je hebt geen idee hoe blij ik ben dat je dat zegt! Dat was zeker mijn bedoeling en dat terwijl het ook een vrij verontrustend nummer is. In de monoloog aan het begin hoor je een man die in essentie de controle over zijn leven verliest. Hij kan het leven niet meer aan en alles valt uiteen. Toch is ten diepste de boodschap dat we allemaal een interne gids hebben die het beste met ons voorheeft en waar we naar moeten leren luisteren. We hebben allemaal het potentieel om door het leven te komen, ondanks de donkere elementen binnen in ons. Luister vooral naar wat je echt zelf wil in je leven. De link met Colors is dat je moet opstaan voor jezelf. Zo pratende besef ik dat er wel een link tussen die twee nummer zit. Maar terug naar je vraag, ik wilde zeker een hoopvol nummer schrijven dat diepgaat, maar toch licht aanvoelt.

Ik hoor enorm veel Steven Wilson invloeden, is hij een bron van inspiratie voor jou?

Dat hoor ik veel mensen zeggen. Ik hoor dat zelf niet terug op “The Hungry Heart”.

Ik vind dat lastig te geloven.

Nee, qua muziek en productie hoor ik weinig overeenkomsten. Hij is wel echt een artiest die zich blijft ontwikkelen. Zijn manier van naar muziek kijken herken ik in die zin wel heel erg. Hij blijft zich ontwikkelen. Ik kan niet ontkennen dat Steven Wilson in mijn muzikale DNA zit. Ik groeide op met zijn muziek. Als tiener luisterde ik zo veel naar Porcupine Tree! Hun muziek heeft gewoon impact gehad. Dus het kan best zijn dat je iets van dat DNA terughoort. Als zoveel mensen het zeggen, dan zal het zeker waar zijn. Ik zie dat alleen maar als een grote eer.

Je wordt nu opgepikt door de progressieve rock media, is dat een stroming waar je je muziek in thuis vindt horen?

Ik luister zelf niet heel veel meer naar progressieve rock, maar het is wel een stroming waarin ik mezelf thuis vind horen. De term past goed bij de muziek die mij interesseert en die ik zelf maak. Ik zie progressieve rock als ‘vooruitgang’. In de zin van je muziek blijven ontwikkelen. Steven Wilson is een progressieve artiest. Hij blijft zichzelf ontwikkelen, of je de kant die hij nu opgaat kunt waarderen of niet. Ik ben zelf niet meer zo van de klassieke progbands, maar ik heb daar vroeger wel heel veel naar geluisterd. Dus de term ‘progressief’ vind ik zeker passend voor mijn muziek.

Wat zijn je plannen voor de toekomst en het is mogelijk dat je “The Hungry Heart” live gaat spelen?

Het is zeker mogelijk. Afgelopen augustus speelde ik op een festival en daar hebben we een aantal songs van “The Hungry Heart” gespeeld. Dat was echt geweldig. Het is in deze donkere winter lastig te voorspellen hoe zaken gaan lopen, maar ik kies voor het positieve. Ik zou heel graag het album live willen spelen. Maar nu staat alles on hold. Ik moet het afwachten.

Zit je ook alweer aan nieuw werk te denken, of ben je er even helemaal klaar mee na deze enorme bevalling?

Ik loop altijd wel met ideeën, maar er is nu nog niets concreet. Tussen mijn eerste en tweede album zat zes jaar, tussen de tweede en “The Hungry Heart” zat vier jaar, dus ik word steeds een beetje sneller (lacht).