Stef Kohler is al lang actief als muzikant, maar hij is nog niet doorgedrongen als vaderlandse bekendheid binnen de metalscene. Dat komt voor een groot deel door de muzikale stijl die hij met zijn nieuwe release geproduceerd heeft; het is niet de makkelijkste stijl. Recensent Ruard Veltmaat mocht de box met maar liefst vijf cd’s recenseren en raakte geïntrigeerd door de muzikant Kohler, het thema van de box en zijn inspiratiebronnen. En dat hij veel te zeggen heeft, wordt al snel duidelijk…
Hallo Stef, we beginnen dit soort interviews altijd met het introduceren van jezelf, kun je eens vertellen wie je bent en hoe je in de muziek bent beland?
Mijn naam is Stef Kohler, mijn project is genaamd One Velvet Winter en ik ben op 13-jarige leeftijd begonnen met gitaarspelen, in 1984. Als jong jochie was ik al heel vroeg gek op muziek, dat begon met een nummer van Glen Campbell op een verzamel-lp van mijn ouders en al snel daarna ontdekte ik Kiss, Van Halen, AC/DC, Motörhead, Judas Priest, Black Sabbath en Ozzy Osbourne. Vooral het gitaarwerk van Randy Rhoads op de eerste platen van Ozzy Osbourne maakte diepe indruk en nog steeds is hij mijn favoriete gitarist.
Via een vriend van mijn zus, die roadie was bij de metalband Defender, kon ik auditie doen bij die band. Ik was net 15, speelde nog geen twee jaar gitaar en dacht dat ik geen schijn van kans maakte natuurlijk… Maar ik was al fan van Defender, had de demo al grijsgedraaid en ze een paar keer live gezien. Als een bezetene ben ik toen, zo goed en kwaad als het ging, de gitaarpartijen op de demo gaan uitzoeken en instuderen. Ik vond het doodeng, maar ging wel auditie doen omdat ik graag de bandleden wilde ontmoeten. De jongens van Defender waren 6,7 jaar ouder dan ik en voor mij stond een ‘ontmoeting met Defender’ toen gelijk aan een ‘ontmoeting met Iron Maiden’, haha. Tot mijn grote verbazing werd ik aangenomen en zo begon voor mij een van de mooiste periodes uit mijn leven; veel oefenen en optreden, andere bands en muzikanten ontmoeten, op festivals spelen, de weekenden op pad om op te treden of concerten te bezoeken etc.
Met Defender namen we in 1987 een ep op, “City ad Mortis” en in 1989 een cd promo-single, “Journey to the unexpected”. Geweldige ervaring natuurlijk voor een jong binkie; opnemen in een ‘echte analoge studio!’ Eind jaren 80 leek er een platencontract voor Defender in te zitten. Helaas zakte het hele boeltje kort daarna ook in elkaar; het contract ging niet door, de neuzen stonden niet allemaal meer dezelfde kant op en Defender ging uit elkaar. “City ad Mortis” is inmiddels een underground klassieker uit de (Nederlandse) metalhistorie en komt in 2025 opnieuw uit bij Hammerheart Records met drie extra tracks.
Na Defender ben ik altijd fanatiek gitaar blijven spelen, veel verschillende projecten en bijna-bands begonnen, maar daar is begin jaren 90 nooit iets concreets uitgekomen. Halverwege de jaren 90 begon mijn muzieksmaak een stuk breder te worden en ging ik veel naar slowcore luisteren. Daarnaast ontstond er een enorme fascinatie voor klassieke muziek en hierdoor ben ik ook klassiek gitaar gaan studeren en dat doe ik nog steeds.
In 1996 heb ik samen met zanger Hans Baaij The Emerald Tablet opgericht, een band die meer in de indie/alternative hoek te plaatsen was. The Emerald Tablet heeft ongeveer een jaar of vier bestaan in verschillende bezettingen, we waren helaas te perfectionistisch waardoor we veel oefenden, maar weinig op het podium hebben gestaan. We hebben destijds wel een paar demo’s opgenomen en die heb ik in 2020 op mijn eerste One Velvet Winter-album, “The Leftovers of Hope” gezet zodat er toch nog iets van deze band voor het nageslacht bewaard is gebleven.
Begin 2000 viel ook The Emerald Tablet uit elkaar, daaruit ontstonden twee bands: November en Gardin. Ik richtte met toetsenist Martijn Hoekstra November op, drummer Allan Natale en gitarist Michel Tuin richtten Gardin op.
In November speelde ik ook weer met Remco Bouwens, de drummer van Defender. In 2005 hebben we met November nog een demo-cd opgenomen. Ten tijde van November ben ik ook met zanger Jos Duyst en toetsenist Martijn Hoekstra van die band een project begonnen genaamd Day is Done, naar het gelijknamige nummer van Nick Drake. Met Day is Done speelden we een akoestische mix van ‘singer/songwriter’ met invloeden uit de klassieke muziek. Ergens begin 2000 hebben we met die band een demoalbum opgenomen. Ook van dit album zijn weer nummers verschenen op het album “The Leftovers of Hope”, waaronder een, al zeg ik het zelf, erg mooie versie van Nick Drake’s Day is Done, met prachtige zang van de helaas veel te jong overleden zanger Jos Duyst.
In de jaren 10 ben ik mij meer gaan richten op mijn soloproject, dat uiteindelijk One Velvet Winter is geworden. Met One Velvet Winter kan ik mij richten op alle verschillende genres die mij inspireren zoals: metal, doom, elektronica, Krautrock, progressive, klassieke muziek, slowcore, jazz, Indiase muziek, avant-garde etc. Ik ben dankbaar dat ik door de jaren heen aardig wat bevriende muzikanten om mij heen heb gekregen die ik kan vragen om een bijdrage te leveren aan een One Velvet Winter-project.
“Jesus in Dystopia” is een ambitieuze collectie van vijf cd’s. Waarom in hemelsnaam een box produceren terwijl je naamsbekendheid nog niet groot is?
Haha, goede vraag… Wel, in de eerste plaats maak ik gewoon muziek omdat ik het heel gaaf vind om te doen. Het ontbreekt mij gelukkig nooit aan ideeën en ik vind het leuk om te experimenteren met verschillende stijlen, dus dan kom je al snel aan veel materiaal. Het is niet zo dat ik dat van tevoren plan, het ontstaat gewoon. Meestal begin ik met het schrijven van klassieke gitaarstukken, als ik die heb ingestudeerd en opgenomen, begint de rest eigenlijk pas. Uit die stukken pak ik dan thema’s die ik weer verwerk tot nummers of stukken voor een hele band, vaak met elkaar verweven. Dan kom je ook automatisch uit op lange nummers en voor je het weet heb je vijf cd’s…
Ik maak ook geen muziek omdat ik er mijn geld mee wil verdienen of ‘beroemd’ wil worden, dus ik maak me niet druk of het al dan niet ‘commercieel verantwoord’ is. Vijf cd’s in een keer uitbrengen is natuurlijk alles behalve dat en de muziek die erop staat wordt denk ik ook maar gewaardeerd door een select groepje mensen. Het is natuurlijk heel erg leuk als mensen je muziek waarderen, maar ik denk dat de motivatie om muziek te maken, welke soort dan ook, moet komen uit een soort van innerlijke passie.
Die vijf cd’s laten een grote variëteit horen van verschillende muziekstijlen, maar met een overduidelijk metalen laag.
Mijn ‘roots’ liggen overduidelijk in de hardrock/metal, daar ben ik mee opgegroeid en daar luister ik nog steeds veel naar. Ik luister naar bijna alle stijlen met een voorkeur voor sludge, doom, progressive en black metal. En deze laatste varianten zijn dan meer om zelf te maken. Ik luister ook graag naar de meer traditionele jaren 80 metal en ben ook niet vies van af en toe een heerlijk portie ‘cheesy’ glammetal!
Naast metal luister ik erg veel naar klassieke muziek, natuurlijk klassieke gitaarmuziek, maar vooral ook naar de meer ‘moderne’ componisten als Arnold Schönberg, Anton Webern, Morton Feldman, Karl-Heinz Stockhausen, Olivier Messiaen, Bruno Maderna en nog vele anderen. Ook de fin de siècle en meer ‘traditionele’ componisten als Maurice Ravel, Claude Debussy, Gustav Mahler en Johann Sebastian Bach behoren tot mijn favorieten en zijn altijd een grote inspiratiebron. Ik denk dat ik mijn muziek ook meer benader vanuit een ‘klassieke invalshoek’, ik denk niet zozeer in couplet, bridge, refreinstructuren, maar meer in variaties en uitwerkingen van thema’s.
Eens in de zoveel jaar ga ik voor een paar maanden naar India en ook de klassieke Indiase muziek vormt voor mij een grote inspiratiebron. In 1996 was ik voor de eerste keer een aantal maanden in India en ik viel als een blok voor de traditionele Indiase muziek. Ik heb daar wat lessen gevolgd voor de sitar, heb er ook een aantal meegenomen en op meerdere nummers zijn dan ook stukjes sitar te horen. In de muziek van One Velvet Winter zijn ook wel wat jazzinvloeden terug te vinden, maar meer in het zoeken naar ‘gekke’ akkoorden dan in jazzcomposities.
Dat is inspiratie op muzikaal gebied, maar ik begrijp dat je ook enthousiast wordt van andere media?
Zeker, naast de muziek haal ik ook veel inspiratie uit de schilderkunst, literatuur/poëzie, filosofie en uit films, ik heb stapels boeken en dvd’s in huis waar ik af en toe heerlijk door grasduin om inspiratie op te doen. Met name de meer donkere kunst spreekt mij vaak erg aan, om een paar voorbeelden te noemen: Egon Schiele, Francis Bacon, Lucien Freud, H.R. Giger, Felicien Rops, Leon Spilliaert etc. wat de schilderkunst betreft; Michel Houellebecq, H.P. Lovecraft, Joris-Karl Huysmans, Charles Baudelaire, Thomas Ligotti, Sylvia Plath, Anne Sexton etc. wat de literatuur/poëzie betreft en qua filosofie mag ik graag een boek van Friedrich Nietzsche, Albert Camus, Jean-Paul Sartre of Arthur Schopenhauer uit de kast trekken. Ook duistere films zijn vaak een inspiratiebron om even de gitaar ter hand te nemen; ik hou erg van het horrorgenre (met name films uit de jaren 70 en 80), maar ook de films van bijvoorbeeld Andrei Tarkovsky, Roman Polanski of David Lynch vind ik vaak erg inspirerend.
Je hebt de muziek geschreven in de covidperiode en de nasleep daarvan. Het thema draait daar ook om, kan je wat meer vertellen over de teksten, de dilemma’s die op het album voorbij komen?
Dat is helaas nog steeds een erg gevoelig onderwerp, maar wat mij betreft ook een onderwerp dat niet vermeden hoeft te worden. Vanaf het begin van 2020 was ik zeer kritisch op het narratief en op het beleid dat er wereldwijd uit voortvloeide. Zoals velen met mij ben ik vanaf het begin gaan onderzoeken wat er nu daadwerkelijk aan de hand was, ik wilde weten of er ook wetenschappers en artsen waren die het onderwerp van een andere, kritische kant belichtten. Die waren er zeker, maar zij werden stuk voor stuk zwartgemaakt, geboycot of uit hun functie gezet, terwijl zij juist probeerden een realistischer, minder op angst gebaseerd verhaal te vertellen. Begin 2020 was ik begonnen met een nieuw project (dat uiteindelijk “Jesus in Dystopia” is geworden) wat in de eerste instantie “When Jesus nearly drowned” zou gaan heten. De klassieke stukken heetten toen nog Albatross, Jezus zou als albatros over de aarde vliegen en verslag doen van de mensheid. Dit idee was er al voordat de covidperiode aanbrak. Uiteindelijk werd de albatros dus een zwarte vleermuis, wat zeer toepasselijk was voor dit thema en natuurlijk ook een beetje zwarte humor is van mijn kant…
Covid blijkt ook voor artiesten toch een veel gekozen inspiratiebron voor hun muziek…
In het begin van 2020 en ook in 2021 ging ik veel discussies aan met vrienden en kennissen, maar dat zorgde voor frustraties in beide kampen en dit heeft me ook wel wat vriendschappen gekost helaas. Ik werd door al deze frustraties en de behoefte om ‘de waarheid’ te vertellen zelf ook een vervelend en cynisch persoon naar anderen, dus besloot ik om deze frustratie en woede om te zetten in muziek, dat heeft voor mij zeer reinigend gewerkt. Ik sta nog steeds achter mijn standpunten en ben kritischer dan ooit, maar ik kan er gelukkig nu wel op een normale manier over praten met vrienden en kennissen die er anders over denken dan ik. Het is ook mooi om tegen elkaar te kunnen zeggen “We agree to disagree,” zonder daarbij meteen een vriendschap op het spel te zetten.
Verspreid over de cd’s staat een aantal stukken genaamd The Kovid Kvlt, een aantal daarvan heb ik geschreven met Tim Nijman die ook gitaar speelt op die stukken. Tijdens de covidperiode was Tim vaak bij mij en samen discussieerden we over wat er allemaal gaande was in de wereld. Ook hij had dezelfde opvattingen als ik en dus besloten we om gezamenlijk onze frustraties te botvieren in de muziek. Tim is al jaren een vriend van mij en ook een erg goede gitarist en we wilden in de Kovid Kvlt ‘teksten’ en citaten (samples) gebruiken van alle (in onze oren) verschrikkelijke dingen die er gezegd werden over mensen die niet met het narratief wilden meegaan. Zo hadden we beiden een creatieve manier om met dit onderwerp om te gaan, zonder dat we daarbij andere mensen lastig vallen, haha.
Een aantal van de teksten is geschreven door Jos Commandeur, Hans Baaij, Simon Menting, Marco Nicola en Michel Tuin. Jos heb ik leren kennen in 2021. Jos is ook een erg goede gitarist en speelde in de band Balloon, waar ook zanger Hans Baaij uit The Emerald Tablet in zat (Het album “Motivation” van Balloon is door Progwereld destijds zeer positief gerecenseerd). Jos vond “The Leftovers of Hope” een gaaf album en van daaruit ontstond een contact met een goede klik. Jos was dezelfde mening toegedaan over het covidbeleid en is in mijn ogen een erg goede song- en tekstschrijver, ik vroeg hem dus de teksten en ook muziek voor een aantal nummers te schrijven en de resultaten daarvan zijn onder andere God of Numbers en Church of Menticide. Een aantal andere teksten van Simon, Hans, Michel en Marco gaan meer over hersenspoeling in het algemeen, big data, big pharma, ‘leven’ in algoritmes, het gevecht tussen ‘goed’ en ‘kwaad’, manipulatie, eenzaamheid, ontsnappen aan de waan van de dag etc. Voor verschillende nummers legde ik meestal het onderwerp voor aan de jongens die het gingen inzingen en vroeg ze om hun eigen interpretatie te brengen over het onderwerp, want niet iedereen die aan het album meewerkte was natuurlijk dezelfde mening toegedaan als ik…
Ik heb de box gerecenseerd maar vond het vooral ook moeilijk om de muziek op de juiste manier te omschrijven. Stel je voor dat je zelf recensent zou zijn, hoe zou je het dan zelf in maximaal honderd woorden omschrijven?
In de bio beschrijft Jos de plaat als volgt:
“Jesus in Dystopia” is een donkere en intense avant-garde metal soundtrack van deze tijd: ’The Age of Control’. Het maar liefst 4,5 uur omvattende “Jesus in Dystopia” is een psychedelische trip waarin progressive rock- en metal, klassieke gitaarstukken, verstilde atmosferische songs, doom, black metal en oosterse klanken elkaar afwisselen…
Tekstueel gezien is “Jesus in Dystopia” een absurdistische en filosofische reis door de huidige wereld van big data, manipulatie, angst en groeiende controledrang.
In een onderonsje heb je eerder al aangegeven dat je geïnspireerd bent geraakt door de muziek van Rachmaninov, Bach en Shostakovich?
Zoals ik al eerder vertelde is klassieke muziek een enorme inspiratiebron voor mij. Op “Jesus in Dystopia” is een aantal klassieke thema’s die ik verwerkt heb in de muziek. Om te beginnen met Rachmaninov, ik heb op dit album twee thema’s van deze componist verwerkt in verschillende stukken. Van Shostakovich heb ik in verschillende stukken gedeelten uit het tweede deel, Allegro Molto, van zijn strijkkwartet no. 8 verwerkt. Van alle drie de thema’s kan ik zeggen dat ik daar al jaren in mijn hoofd mee rondliep. Hetzelfde geldt voor de Goldbergvariaties van Bach, een prachtig muziekstuk met een schitterend hoofdthema. In een aantal van de klassieke gitaarstukken worden verschillende van deze thema’s met elkaar verweven, maar ze zijn ook terug te horen in verschillende hardere stukken.
Ik vind er ook veel invloeden van Empyrium en Tenhi in, zijn dat acts die je ook aanspreken of die je geïnspireerd hebben?
Ik moet je eerlijk bekennen dat ik nog niet eerder van deze bands heb gehoord, maar mijn interesse is nu wel gewekt! Er zijn natuurlijk veel andere metalbands die mij ook op “Jesus in Dystopia” geïnspireerd hebben, om een paar voorbeelden te noemen: Psychotic Waltz, Deathspell Omega, Opeth, Fates Warning, Mastodon, Baroness, Celtic Frost en Trouble.
Het is moeilijk te verbergen, geloof komt onherroepelijk veel terug in de muziek. Het centrale thema naast covid is dat Jezus terugkomt op aarde en dat hij alle ellende aanschouwt. Ben je zelf gelovig en welke boodschap wil je meegeven aan de luisteraar?
Ik ben zelf niet gelovig maar vond het een mooi thema om het concept van dit album mee af te kaderen. Al vanaf mijn jeugd ben ik bijzonder gefascineerd door religie en aanverwante (occulte) zaken. Dat komt gedeeltelijk door mijn katholieke opvoeding (die overigens niet streng was) en natuurlijk door mijn liefde voor metal en horror, waarin het thema natuurlijk ook zeer vaak voorbij komt in al zijn gedaanten. Ik lees er veel en graag over, of het nu over christendom, islam, satanisme, occultisme, hindoeïsme, boeddhisme of welke vorm dan ook gaat. Omdat wij als mensen natuurlijk in hokjes denken om het geheel overzichtelijk te maken voor onszelf zou ik mijzelf omschrijven als ‘agnostisch nihilist’. Dat klinkt misschien een beetje tegenstrijdig, maar ik ‘geloof’ dat beide termen uitstekend bij elkaar passen en elkaar aanvullen. Ik ben in die zin nihilistisch dat ik niet geloof dat er een hoger doel zou zijn voor de mensheid.
Toch is het onderwerp dan wel bijzonder gekozen?
Ik ben zeker wel ‘op zoek’ geweest en heb me ook een tijd verdiept in bepaalde aspecten van het hindoeïsme en boeddhisme, ik vind het, zoals gezegd, nog steeds interessant om me daarin te blijven verdiepen, maar ik doe dit niet (meer) om er ‘zingeving’ uit te halen. Ik denk dat wij als mens slecht met onze ‘eindigheid’ kunnen omgaan, dit is denk ik de reden dat er zoveel verschillende vormen van ‘spiritualiteit’, in de breedste zin van het woord, zijn bedacht door ‘de mens’. Vooralsnog denk ik dat het leven een nogal zinloze exercitie is, wat van allerlei toevallige gebeurtenissen aan elkaar hangt en waarin we maar wat voortploeteren om er nog iets van te maken, met, zoals op “Jesus in Dystopia” te horen is, vaak zeer twijfelachtige resultaten.
Ik wil dan ook zeker geen boodschap meegeven aan de luisteraar…
Cd 2 bezwijkt bijna onder de titel “HEXAKOSIOIHEXEKONTAHEXAPHOBIA”. Je voelt de vraag al aankomen?
Haha, ja… Schitterende titel, niet?! Zoals ik al eerder beschreef ben ik zeer kritisch op het gevoerde covidbeleid, niet te vermijden natuurlijk dat je ook onder de ‘kritische denkers’ de meest absurde verhalen tegenkomt. Hexakosioihexekontahexaphobia is oud Grieks voor ‘de angst voor het getal 666’. Waar ik me vaak behoorlijk aan stoorde waren de ‘connecties’ die gelegd werden tussen het covidbeleid en satan of de duivel. Overal doken op ‘alternatieve media’ de cijfers 666 en verhalen over satan op. Prachtig natuurlijk voor een oude metalhead! Daar moest ik ook iets mee; naast een kritische blik op ‘het narratief’ heb ik ook een zeer kritische blik op het ‘alternatieve geluid’. Te pas en te onpas wordt de duivel erbij gehaald en wordt er in mijn optiek ook vaak vanuit die hoek weinig kritisch gekeken en neemt men ook daar de meest waanzinnige verhalen voor ‘waarheid’ aan. Ik wilde die kritische en cynische knipoog verwerken in de muziek en dat is het nummer Hexakosioihexekontahexaphobia geworden.
De tekst van dit nummer is voor het grootste gedeelte door zanger Hans Baaij geschreven, ik vroeg hem een tekst te schrijven waarin de duivel en Jezus elkaar ontmoeten op de puinhopen die wij als mens hebben achtergelaten. Met onder andere verschillende citaten uit de bijbel moet ik zeggen dat Hans een prachtig stukje kunst heeft geleverd op dat nummer… Ik durf te zeggen dat Hexa, zeker vanaf de helft, het meest gewaagde en experimentele stuk is van het album.
Church Of Menticide is van het vijfluik het langste nummer met ruim vijfentwintig minuten. Een track die je meeneemt naar de diepste spelonken van je onderbewustzijn, hoewel het je aan het einde wel weer omhoog haalt wanneer je te diep zinkt. Een duidelijke aanklacht tegen het covidbeleid, vertel er eens wat over?
Church of Menticide is het eerste nummer dat ik met Jos Commandeur samen schreef. Hij kwam met een aantal thema’s en schreef hiervoor de meeste teksten en zanglijnen. Ik ben met die thema’s aan de haal gegaan en heb ze in allerlei verschillende vormen laten terugkomen. Het is toevallig dat dit het langste nummer is geworden, met inderdaad bijna deertig minuten. Het is, zoals je zegt, een aanklacht tegen het covidbeleid, maar ook een aanklacht tegen de ‘menticide’ waaraan we dagelijks worden blootgesteld. Voor de ‘normale’ kerk is nu een kerk in de plaats gekomen die ons gebiedt te gehoorzamen aan wat de ‘talking heads’ ons via de media allemaal voorschotelen, gehoorzamen is het devies, doe je dit niet dan word je uitgestoten en zwart gemaakt. Tegen het einde van het nummer word je inderdaad weer ietsje omhoog getrokken, echter op het allerlaatst word je zonder pardon weer zeer diep de put ingetrokken…
Op cd 5 komen er een band in de muziek en titels voorbij: Blue Öyster Cult, de Amerikaanse heavy metal band. Ongetwijfeld ook een inspiratie. Vertel daar eens wat meer over?
Er staat inderdaad ook een soort van cover op het album, een versie van Blue Öyster Cults Don’t fear the reaper. Ik ben groot fan van Blue Öyster Cult, vooral van het jaren 70-werk en dat nummer vind ik gewoon nog steeds een prachtig ‘spooky’ nummer. Ik was al jaren met de gedachte bezig om ooit eens een versie voor klassieke gitaar van dit nummer te maken, uiteindelijk is het een soort van mix tussen klassiek en metal geworden en qua thematiek past het natuurlijk erg goed bij het concept.
Ik heb alle vijf cd’s met plezier geluisterd, maar ik kan me voorstellen dat de ‘reguliere metal luisteraars’ dit ook wel heel vermoeiend vinden. Wat vind je van die opmerking?
Dat kan ik mij uiteraard zeker voorstellen, het is natuurlijk ook een lange, zware en soms dissonante zit, haha… Zoals ik al eerder vertelde benader ik de muziek alsof het klassieke muziek betreft. Een opera bestaat vaak ook uit meerdere cd’s, als ik thuis een opera opzet doe ik dat meestal ook in etappes. “Jesus in Dystopia” kun je denk ik ook beste vanuit die hoek benaderen, rustig per cd luisteren, ik denk dat het dan prima te doen is als je van metal/experimentele muziek houdt. Toen de ‘proefpersing’ van de box bij mij op de mat viel, ben ik samen met Jos alle cd’s achter elkaar gaan luisteren om te horen of de volgorde klopte en of er geen gekke dingen aan de oppervlakte kwamen. Na bijna vijf uur ben je dan inderdaad behoorlijk murw geslagen, ik kan het niemand aanraden!
Je hebt veel hulp gehad van collega-muzikanten?
Ik heb bij veel van de nummers inderdaad hulp gehad van bevriende muzikanten, waar ik ze natuurlijk erg dankbaar voor ben! Jos Commandeur voor zijn goede ideeën en mooie bijdragen op het gebied van teksten, melodieën en gitaarwerk; Tim Nijman voor zijn heerlijke riffs en ideeën voor citaten in ‘The Kovid Kvlt’-stukken; Michel Tuin voor zijn meer ‘slowcore’-achtige zang, teksten en inbreng in een aantal nummers; Marco Nicola, gitarist en zanger van de Bintangs, voor het ‘buitenbeentje’ op het album: Omicron Blues, een swampy blues nummer; Simon Menting voor zijn tekstuele bijdragen en venijnige zang in de zware metalstukken; Hans Baaij voor zijn gave absurdistische teksten en ‘Bowie-achtige benadering’ (sorry Hans) in een ‘metal-omgeving’ en last but not least Esteban Carbonero voor zijn geweldige drumwerk. Belangrijkste om te noemen, naast de prachtige muzikale bijdragen, is voor mij de inspirerende samenwerking met iedereen, het was ondanks het niet al te vrolijke thema een feest om met al deze mensen tot de realisatie van het album te komen.
We staan aan de rand van 2025, welke cd’s van andere muzikanten hebben dit jaar veel indruk op jou gemaakt?
“Absolute Elsewhere” van Blood Incantation is mijn favoriet van het jaar geworden, vette technische deathmetal, gecombineerd met invloeden uit de prog- en krautrock.
“The Last Will And Testament” van Opeth, toch wel blij dat er weer iets meer richting deathmetal opgegaan wordt op dit album.
“Black Hole District” van Monolithe, een erg mooi atmosferisch progressive doomalbum, met een ‘fijn dystopisch’ thema.
“Heroes, Beggars And Kings” van Bintangs, een prachtig schurend rootsrockalbum van Neerlands oudste band.
“Nell Ora Blu van Uncle Acid & The Deadbeats, een maffe op de Italiaanse ‘Giallo’-films gebaseerde doomy ‘soundtrack’, met allerhande psychedelische en filmische soundscapes.
Is er alweer een nieuw mega project in wording?
De afgelopen twee jaar ben ik met Jos Commandeur druk bezig geweest met het schrijven van het volgende album: “The Lost Art of Twilight: Across the Abyss”. De nummers van dit album zijn bijna klaar en hopelijk komt het ergens 2026 uit. Hans Baaij zorgt op de meeste nummers weer voor de zangpartijen. Het wordt niet zo’n megaproject als “Jesus in Dystopia”, we willen het uitbrengen op vinyl met daarbij één cd met daarop onder andere het nummer Across the Abyss dat ongeveer een half uur duurt.
Ook ben ik bezig met het schrijven en instuderen van weer een aantal klassieke gitaarstukken die wederom de basis gaan vormen voor een nieuw megaproject, al weet ik nog niet of ik dat gefaseerd of weer in een keer wil gaan uitbrengen. Dat gaat nog wel een aantal jaar duren, het instuderen van die stukken kost veel tijd.
Met gitarist Henk Verheul, zanger Simon Menting en drummer Remco Bouwens, mijn maatjes van Defender, ben ik ook bezig om een ‘progressive metal’-album op te nemen, een beetje in een soort van doomy Trouble/Mastodon/Psychotic Waltz-stijl. De gitaarpartijen van deze nummers heb ik al opgenomen en een gedeelte van de drums is ook klaar. Komend jaar gaan we werken aan dubbele gitaarpartijen en de rest van de drumtracks. Deze plaat gaat “The Great Dissolution” heten, gebaseerd op een thema uit de hindoeïstische Kali-mythologie.
En last but not least komt er begin 2025 een re-issue uit van de Defender-ep “City ad Mortis” uit 1987 op Hammerheart Records. Afgelopen jaar hebben we nog drie extra tracks voor de b-kant opgenomen die dateren uit die periode. We hebben geprobeerd om zo dicht mogelijk bij de jaren 80-sound van de ep te blijven, dus geen ‘moderne metal productie’, ik denk dat we daar best aardig in geslaagd zijn. Leuk dat er na al die jaren nog steeds interesse is in Defender.
In ieder geval nog genoeg te doen op muzikaal gebied…