Toen de mogelijkheid zich aandiende om naast de recensie van het ‘nieuwe’ solo-album “Virgin Grounds” van Ton Scherpenzeel ook de maestro zelf te kunnen interviewen hapte ik al snel toe. De toetsenist/componist en leider van het legendarische Kayak is een icoon van de progressieve rockmuziek. Al kijkt hij daar zelf iets anders tegenaan, zal later blijken. Het gesprek vindt plaats via Zoom op een ongewoon warme woensdagmiddag in september.

Oké, de directe aanleiding voor ons interview is natuurlijk het uitbrengen, of heruitbrengen kan ik beter zeggen, van “Virgin Grounds”. Als ik het goed begrepen heb, is het een stuk dat je in 1991 hebt uitgebracht. Het was een soundtrack bij een tv-documentaire. Die heb je, als ik het zo mag zeggen, afgestoft en je hebt er een aantal nummers aan toegevoegd. En opnieuw uitgebracht, een specifieke reden om dat nú te doen?

Nou ja, in zoverre dat ik in de loop van vorig jaar die plaat weer eens tegenkwam en toen dacht ik: toch jammer dat het eigenlijk totaal onopgemerkt voorbij is gegaan, ook omdat mijn eigen naam er niet op stond. Dit was voor mij een zijproject, maar ik ging dus dieper duiken. En toen bleek dat de oorspronkelijke maatschappij eigenlijk de rechten niet had. Dus niets stond mij in de weg om dat ding uiteindelijk opnieuw uit te brengen en wel onder mijn eigen naam. Dus dat is heel kort de aanleiding.

Wat was de specifieke reden waarom je het indertijd onder Orion opnam in plaats van onder je eigen naam?

Ja, voor mij was het een zijproject. Ik kreeg die opdracht om muziek te maken voor een tv-programma. Dat waren twee of drie afleveringen van een serie. Het waren een soort sportwedstrijden boven de noordpoolcirkel, je zag voornamelijk sneeuw en landschappen en bergbeklimmen. Laat ik het zo zeggen, je werd al moe als je er naar keek. Maar voor mij was het vooral de omgeving, die landschappen, die bergen en die oneindige leegte. Die waren voor mij wel inspirerend om daar iets passends bij te maken. Maar ik had helemaal niet het idee om daar een plaat van te maken tot de studio en de platenmaatschappij zei van ja, omdat het toch op televisie komt, is dat voor ons wel een aardige aanleiding om dat uit te brengen. Maar het hoeft niet onder mijn eigen naam en dus bedacht ik Orion. Dat is echt een zijsprongetje voor mij. Ook niet kenmerkend voor wat ik normaal gesproken deed, dus ook volledig instrumentaal. Het was niet heel erg doordacht, maar in ieder geval vond ik het vooral een zijsprong, een zijproject.

Helder, uit je verhaal, begrijp ik dat je wel degelijk de beschikking had over de beelden van de documentairemaker. Je hebt muziek gemaakt bij die beelden.

Ja, ik kreeg de ruwe versie, zeg maar, met tijdcode in beeld en dat soort zaken. En ja, ik ben gewoon aan de gang gegaan en er zitten een of twee iets steviger nummers op. Het was natuurlijk wel voor tv. Er moest wel een beetje actie gesuggereerd worden, hè? Anders dan zou het meer een soort van yoga cursus kunnen zijn. Al die rustige muziek, dus vandaar dat een nummer als Conquer the Arctic er op staat, want zo heette die serie ook destijds.

Ja, dat is inderdaad een van de stukken die mij het meest bevallen. Maar goed, jij hebt het over yoga. Er is natuurlijk niks mis met yoga, maar het is inderdaad rustgevend. Rust is toch wel een kernwoord in een groot deel van de muziek die je daar geproduceerd hebt.

Ja, in tegenstelling tot de rest van mijn werk, gebeurt er vrij weinig. Dus vandaar ook dat ik destijds dacht: het is echt niet iets van mij specifiek wat ik onder mijn naam wil uitbrengen. Maar ja, ik heb het wel gemaakt, daarna heb ik dus de afgelopen jaren gedacht: waarom ook niet?

De stijl, daar hebben we het net al over gehad: rustgevend, sfeervol. Vooral denk ik een beetje in stijl, ik ben geen specialist op dat gebied, maar het klinkt een beetje als Vangelis, als Jean-Michel Jarre. In die tijd waren dingen als Conquest of Paradise en Chariots of Fire populair, niet geheel toevallig ook soundtracks. Heeft dat je stijl op dat moment nog beïnvloed?

Nee, niet speciaal. Eigenlijk de nieuwe nummers die er nu opstaan, vooral het eerste stuk, dat is meer Vangelis dan wat er eigenlijk oorspronkelijk op stond. Ik kende ze natuurlijk wel, maar het was niet zo dat als je synthesizer speelt, dat je dus geïnspireerd bent door Vangelis. Ja, het speelt altijd op de achtergrond natuurlijk, want je hebt dezelfde basisideeën, maar dit is totaal anders uitgewerkt. En daarbij komt dat toch zeker een derde van de muziek is geïmproviseerd, gespeeld  op wat ik zag en hier en daar nog wat geëdit. Maar het is voor een groot deel geïnspireerd of geïmproviseerd. En, behalve nummers zoals Conquer the Arctic en Snowscape, met kop en staart. Dat had je in een andere instrumentatie zelfs nog op een Kayak-plaat kunnen zetten bij wijze spreken. Ik weet niet of Vangelis veel geïmproviseerd werk op de plaat heeft staan. Niet heel erg veel, nee, dat denk ik ook niet, dat is het dus. Het yoga, het meditatieve van het project en ja, het hinkt een beetje op twee gedachten, dat ben ik met je eens.

In die tijd waren natuurlijk een aantal specifieke synthesizergeluiden heel erg bepalend. Je had de Yamaha DX7 en de Roland D50. Zijn dat de apparaten waar je in die tijd je opnames op gemaakt hebt?

Ja, ongetwijfeld, ik weet mijn set-up van destijds niet meer helemaal, maar er zal ongetwijfeld de D50 en een D70 bij, Yamaha DX7  en misschien zelfs ook wel die Prophet 5 nog, dat weet ik niet zeker meer. Die heb ik ooit nog aan Ayreon verkocht, ik weet niet meer wanneer ik dat gedaan heb. Maar er zit duidelijk een DX7 bij en ook misschien nog wel een JUNO 60, dat zou heel goed kunnen.

Heb je die dingen eigenlijk nog, die grote bakken, of heb je die al lang bij het oud vuil gezet?

Nou, ik zet niks bij het oud vuil, die D70 en de D50 heb ik ook nog. Zelfs de JUNO 60 heb ik ook nog maar wat ik zeg, die Prophet5 heb ik destijds aan Arjen Lucassen verkocht. Ja, die DX7 heb ik niet meer, maar ik bewaar nog weleens wat.

OK, dus je hebt ergens, zoals de meeste grote muzikanten dat hebben, nog een schuur vol staan met oude apparatuur waar je nooit van je levensdagen meer op zal spelen.

Nou dat, dat valt wel mee hoor, want oh ja, MiniMoog heb ik ook nog. Dat is meer uit sentimentele overwegingen. Die heb ik ook nog, maar die raak ik niet meer aan, want daarvoor moet ik hem echt laten restaureren. En die geluiden, die krijg je toch wel overal makkelijker ergens anders gedaan.

Zoveel plug-ins zijn er tegenwoordig beschikbaar en die dingen waren natuurlijk niet heel erg betrouwbaar indertijd, denk ik.

Ik zou hem kunnen laten restaureren, MIDI erop kunnen laten zetten, maar ja, wat je zegt, die geluiden zijn zo makkelijk te kopiëren, je moet wel heel goede oren hebben wil je dat horen.

Ja, dat denk ik ook wel. In die tijd werkte je samen met Bert Ruiter, als producent, de helaas veel te vroeg overleden bassist. Jullie hebben samen een tijdje in Earth & Fire gezeten. Was dat de reden waarom je met hem werkte als producer?

Nou, hij was co-producer, maar hij deed ook de techniek. Hij zat achter de tafel als opnametechnicus, we hebben dat gewoon met zijn tweeën gedaan, die nummers van toen. Ik werkte al op heel veel vlakken samen met Bert Ruiter. Mijn tweede solo elpee, “Heart of the Universe”, heeft hij ook geproduceerd, die heeft hij echt geproduceerd. “Virgin Grounds”, ja al improviserend, daar valt niet zo heel veel aan te produceren natuurlijk. Maar hij kwam met ideeën en hij nam het op. Ik heb ook nog met hem gewerkt met Youp van ’t Hek, daarvoor produceerde hij toen de Echtscheidingselpee, zo ben ik Youp tegengekomen. Daarna speelde ik toetsen op nog meer producties die hij gedaan heeft, dus ja, we deden regelmatig dingen samen.

De re-release van “Virgin Grounds” gebeurt in de vorm van een gesigneerde cd, dus een limited edition. Ook dat is ongetwijfeld een specifieke keuze van je geweest.

Ja, kijk, afhankelijk van hoe de verkoop gaat, je weet zelf wel hoe het gaat in de cd-wereld, het wordt een beetje een hobby. Je moet echt geluk hebben en het wereldwijd kunnen wegzetten. Laten we dat hopen, maar daar rekenen we niet op. Dus we maken het interessant voor degene die nog steeds cd’s kopen om dat genummerd te doen tot een bepaald aantal en gesigneerd. En voor de rest is het streaming. Tenzij de vraag groter is dan wat we van plan zijn om te persen. Ja, dan maak ik daar geen probleem van natuurlijk, maar daar reken ik even niet op.

Nadat we uitgebreid over het nieuwe album hadden gesproken was er nog ruimschoots tijd om andere onderwerpen te bespreken. Zo kwamen onder andere AI (Artificial Intelligence), zijn brede achtergrond en voorkeur in muziek, zijn rol bij Youp van ’t Hek, een nieuw soloalbum, gezondheid, Kayak natuurlijk en nog vele andere zaken ter sprake. Een bloemlezing.

AI: Ton ziet de parallel met de ontwikkeling van onder andere de synthesizer, in zijn ogen toch het begin van kunstmatige intelligentie. Men dacht vroeger ook dat synthesizers en Mellotrons orkesten gingen vervangen. Nou, dat is niet het geval geweest. Dus ik hoop dat het hier ook wel mee zal vallen.

Hetzelfde geldt voor drumcomputers. Nu hebben we geen drummers meer nodig, ja dat is natuurlijk ook klinkklare onzin. Maar goed, ik zie wel: dit gaat een stapje verder. Stemmen veranderen en iets gebruiken van vijftig jaar geleden. Je kan iets laten maken in die stijl, ja dat wordt een beetje eng. Hopelijk blijft het menselijke gevoel leidend en gaat ethiek een belangrijke rol spelen.

Muzikale voorkeur: Scherpenzeel is uitgesproken breed als het gaat om zijn muzikale voorkeur: van rock tot kinderliedjes, klassiek tot theater, musicals. Hij voelt zich vaak thuis in het gene waar hij op dat moment mee bezig is. Of dat nou een liedjesplaat of een instrumentaal project is. Maar bovenal schrijft hij graag liedjes. Songstructuren met een kop en staart. Hij kan genieten van het aankleden van een liedje, het uitwerken van tekst en arrangement, dan voelt hij zich als een vis in het water.

Youp van ’t Hek: Naast “Virgin Grounds” zou er ook een album met de beste uit de liedjes van Youp van ‘t Hek uitkomen. Niet de vocale stukken maar de zogenaamde ‘underscores’ met de werktitel “Achter de schermen”. Het zijn ditmaal niet de liedjes maar juist de dingen die niet heel vaak op de plaat staan. Hij is de afgelopen weken bezig geweest om dat te inventariseren en te kijken wat er allemaal ligt. Dat is heel veel muziek, maar dat is bijvoorbeeld ook inloopmuziek: mensen komen de zaal in of gaan eruit. Daar zitten naar zijn eigen zeggen best mooie dingen bij. Het zou zonde zijn om daar helemaal niks mee te doen. Zeker omdat het dus nu de laatste jaren zijn dat hij met Youp optreedt, een mooie gelegenheid om een en ander te combineren.

Nieuw solo-album: Er zit mogelijk nieuw werk aan te komen van de maestro: Ik heb een hele plaat klaar liggen. Niet klaar in de zin van opgenomen en ingezongen en ingespeeld, klaar en gemixt, maar gewoon het materiaal, het ruwe materiaal in keurige demovorm en dat is af eigenlijk, hoef ik alleen nog maar af te maken. Dat is een heel album, maar ik weet nog niet zo heel goed wat ik daarmee wil. Het zit een beetje tussen “Heart of the Universe” en “Velvet Armour” in, dus er zit wat oudere muziek bij en wat folk-invloeden, zoals dat altijd het geval is bij mij. Iets meer richting synthesizer dan die laatste. Maar wel song-based, altijd kop-staart en melodie, met daarnaast ook instrumentale stukken.

Gezondheid: Hoewel niet het meest prettige onderwerp toch een vraagje over zijn gezondheid (Scherpenzeel kreeg een hartaanval in 2019): Ja nou, ik voel me ongeveer even goed als vijf minuten vóór de hartaanval, dat klinkt eng, maar wat ik bedoel te zeggen is dat ik totaal geen idee had dat dit eraan zat te komen. Op zich wel fijn dat je je goed kunt voelen, maar het geeft toch een doorlopende onzekerheid: wat doet mijn lichaam wat ik niet weet? Dat vind ik wel eng. Maar ik heb geen klachten.

Andy Latimer: Ik probeer hem nog een uitspraak te ontlokken over de gezondheidstoestand van zijn goede vriend en muzikale partner Andy Latimer (Camel), de berichtgeving hierover is uiterst summier. Ton kan/wil er niet te veel over zeggen, anders dan dat hij (Latimer) bezig is met zijn herstel. Maar hij merkt ook op dat niemand op korte termijn een tournee mag verwachten. Ik vraag hem om zijn vriend namens iedereen in de muziekwereld beterschap te wensen. 

Kayak: Er zijn momenteel geen concrete plannen voor nieuw studiowerk met Kayak: Ik zeg nooit nooit, maar op dit moment zijn er geen plannen. Met de liedjes die ik heb zou ik zo een Kayak-plaat kunnen opnemen, maar voor mij is dit hoofdstuk wel gesloten. Hij gaat ook nog wat dieper in op het afscheid van de podia en de band: Ja, ik vind het wat dat betreft ook jammer dat het afgelopen is, maar het is voor mij persoonlijk de beste beslissing. Ik kon eigenlijk de motivatie niet meer opbrengen om de band draaiende te houden en ik wilde voorkomen dat het een soort aflopende zaak zou worden en dat het dan een beetje zielig wordt. Stoppen op je hoogtepunt is misschien wel veertig jaar te laat (lacht) maar ik wil niet een steeds treuriger versie van mezelf en van de band worden.

Een mogelijke live dvd/Blu-ray van de laatste tournee: Marcel Singor (gitarist Kayak) is bezig met het mixen. Ik heb nog niet het uiteindelijke resultaat gehoord en gezien en daar hangt het vanaf wat we ermee gaan doen. Ik heb zelf nooit plezier aan live-albums, ik hoor nooit terug wat ik op het podium heb gevoeld. Die energie en dat totale gevoel van in de muziek opgaan, dat hoor ik nooit meer terug als ik zo’n plaat opzet. Zo heb ik altijd tegen live-albums aangekeken, hoor, dus we gaan kijken wat ermee gebeurt. Als we het niet op plaat uitbrengen, zal het ongetwijfeld op YouTube komen of zo, zonde om dat niet te doen.

De laatste der Mohikanen binnen de progrock: de al genoemde Andrew Latimer (Camel), maar ook Steve Howe (Yes), Ian Anderson (Jethro Tull) en Thijs van Leer (Focus) hebben niet het eeuwige leven. Ziet Scherpenzeel nog voldoende perspectief voor de progressieve rockmuziek, ook in de komende decennia? Ton verrast door te antwoorden met: Ik heb geen idee, ik luister niet of nauwelijks naar progressieve rock. Ik heb in een aantal progressieve rockbands gezeten en het merendeel van de leden luisterde nooit naar progressieve muziek, kan ik je melden. Op een enkele uitzondering na. 

Starstruck door Peter Gabriel: Ton komt met een smakelijke anekdote over een tijdelijke inhuurkracht van Camel (Jason Hart) die volledig van de kaart raakte door een ontmoeting met zijn idool Peter Gabriel in diens studio in Bath. En passant weet hij zich te herinneren hoe moeilijk het was om zich in zeer korte tijd het Camel-repertoire eigen te maken om als stand-in te functioneren voor de zieke Guy Le Blanc (Canadese toetsenist van Camel, overleed in 2015).

Toekomst: Ik vraag hem ook hoe de toekomst eruit ziet voor een 71-jarige: Ik ben nu met de tournee van Youp bezig. Daarvan hebben we nog 126 optredens te gaan, dus we kunnen nog even vooruit. Dat is tot eind mei 2024. Ik denk dat het ook voor mij mijn laatste tournee is. En dan ga ik mijn tijd verdelen tussen Frankrijk en Nederland.

Frankrijk: Na jarenlang in Griekenland te hebben gewoond is de componist recent verhuisd naar Frankrijk. Het werd hem toch te ver weg, als erkend non-Flying Dutchman: Na mijn hartinfarct heb ik daar inderdaad ook over nagedacht. En toen ik dat had, konden de kinderen, ik heb twee dochters, eigenlijk niet op korte termijn bij me zijn en toen gingen we nadenken. We zijn bij mijn broer gaan kijken in Frankrijk, bij de Dordogne. Dat sprak vooral mij aan, Irene (Linders, echtgenote van Scherpenzeel) ook, maar ik was vooral de inspirator. We hebben daar gezocht en gevonden en het is een stuk dichterbij, het is in een dag te rijden. Voor de rest hoop ik dat ik blijf schrijven en dan af en toe platen uitbrengen en meedoen aan platen waar ik voor gevraagd word. Ik heb nooit een vast omlijnd carrièreplan gehad en dat is nog steeds zo.

Ik ben zo goed als door mijn vragen heen, dus het enige wat mij overblijft is om Ton te bedanken voor zijn tijd. Maar niet zonder hem tot slot van ons gesprek nog te willen vragen of er nog iets is wat we niet besproken hebben, wat hij nog graag kwijt wil aan de lezers en de bezoekers van de website. Dat blijkt niet het geval, we hebben inderdaad een behoorlijk breed gebied gecoverd. Mijn gesprekspartner zou zo niet weten wat hij daar nog aan toe zou moeten voegen.

OK Ton, dan houden we het hierbij. Nogmaals heel erg bedankt voor je tijd, succes met je muzikale carrière, heel veel gezondheid gewenst in het zonnige Frankrijk en mogelijk spreken we elkaar nog een keer.

Dank je wel, graag gedaan.

Foto’s: OOB Records/Bert Treep

Voor de recensie van het album “Virgin Grounds” van Ton Scherpenzeel klik HIER