Het is altijd gaaf om een band te zien groeien. Het Noorse Meer is hiervan de overtreffende trap. De groei die zij op hun nieuwe album “Wheels Within Wheels” laten horen is ongekend. Het album wint aan kracht bij elke luisterbeurt. Opvallend daarin is de enorme vocale klasse van broer en zus Johanne en Knut Kippersund. Daarom moest ik een van de twee écht spreken. Ik plan een Zoom-afspraak met Johanne en haar man, tevens gitarist van de band, Eivind.
Hoe kijken jullie terug op de periode nadat jullie in 2021 het album “Playing House” hadden uitgebracht?
Johanne: “Eigenlijk waren we enorm verrast door alle positieve aandacht voor het album. Opeens hadden we een groot publiek. Het was voor ons voor het eerst dat we zoveel mensen bereikten met onze muziek. Onze eerste ep en album kregen eigenlijk helemaal geen aandacht. Alles veranderde toen Karisma Records in beeld kwam.”
Eivind: “En het album kwam ook nog eens midden in de pandemie uit. Het heeft in die zin mensen veel goed gedaan. We kregen van over de hele wereld de vraag om te komen optreden. Daar konden we dus weinig aan gehoor geven. Hopelijk kunnen we met dit nieuwe album meer optreden.”
Ik heb het idee dat het Nederlandse publiek jullie in de armen heeft gesloten na jullie drie optredens in ons land.
Johanne: “Het Nederlandse publiek is zo gaaf! Zo anders dan hier in Noorwegen. In Noorwegen zijn de bezoekers vooral dronken en luidruchtig, in Nederland luisteren de mensen echt. Ze ondergaan het in die zin meer en geven ons ook terug wat ze ervan vinden. We houden er echt van om in Nederland te spelen (ze straalt helemaal).“
Eivind: “Het voelt echt een beetje als ons tweede huis.”
Voor mij is “Playing House” het ultieme lente-album. Het heeft een positieve vibe. Het nieuwe album ervaar ik als veel intenser en donkerder, in positieve zin. Is dat zo ontstaan of was dit een bewuste keuze?
Johanne: “Ik denk dat het zo ontstaan is. Nu het album af is, ben ik het met je eens dat het allemaal wat meer intens en donker overkomt. Er zit wellicht iets van een hopeloos en radeloos gevoel in. Ik denk dat mensen dat tegenwoordig ook veel meer ervaren. Toch zitten er zeker ook veel lichtpunten en momenten van hoop in.”
Eivind: “In die zin reflecteert het album ook de wereld zoals we hem nu ervaren.“
Waarin verschilt volgens jullie het nieuwe album “Wheels Within Wheels” van jullie vorige album?
Johanne: “Het voelt voor mij wel als een soort vervolg op “Playing House”, maar dan wat meer pop- en rockgeoriënteerd. We wilden vooral ook songs schrijven die live goed zouden werken en die goed live te spelen zijn.”
Eivind: “Ik denk dat we steeds meer tot het punt komen waar we met onze muziek willen zijn. Als een trechter komt er steeds meer focus. Met dit album hebben we weer een grote stap gezet.”
Johanne: “Je merkt in die zin ook wel dat we al twaalf jaar samen een band vormen. Het wordt makkelijker. Aan dit album hebben we korter gewerkt dan aan het vorige. Dat komt denk ik omdat we ons eigen geluid echt wel ontdekt en ontwikkeld hebben. Al met al zijn we een jaar bezig geweest met schrijven en opnemen. Ik denk dat het echt geweldig wordt om dit live te gaan spelen. Op dit moment zijn we vooral heel veel aan het repeteren om te zorgen dat we de nieuwe songs goed live kunnen brengen. En geloof me, dat is een hele uitdaging. Er zijn zoveel details en ook vocaal gezien is het erg uitdagend. Soms denk ik echt: heb ik dat zelf zo gezongen in de studio? Moet ik dit ook live doen?!.“
Nu we het er toch over hebben, vocaal gezien is dit album zo ontzettend goed! Jij en je broer leveren echt een topprestatie. Hoe kijk je op de opnames terug?
Johanne: “Het was voor ons beiden echt wel een uitdaging. Aan de andere kant, we zijn broer en zus en zingen ons hele leven al samen. Dat helpt enorm. Daarnaast dagen we elkaar echt uit en pushen we elkaar om het beste eruit te halen. Mensen vragen vaak of er iets van competitie tussen ons is, ik denk dat dit wel het geval is, maar op een positieve manier. We weten van elkaar wat we kunnen en dagen elkaar uit het hoge niveau te halen en dit zelfs een beetje te overtreffen.
Er waren momenten in de studio waarin na een dag zingen mijn lichaam compleet uitgeput was. Het vergde zoveel energie. En toch houd ik daar ook van. Zo maak je kunst, door je hele ziel en zaligheid erin te leggen.”
Aan het einde van de videoclip van Golden Circle zie je Knut een soort van uitgeput op de grond vallen. Ik kan me zo voorstellen dat dit na het opnemen van elke song wel gebeurde?
Johanne: “Nou, daar zaten we niet ver vanaf inderdaad (lacht). Het was op sommige momenten zo zwaar.”
Eivind: “We hebben het instrumentale deel in slechts een week opgenomen. Het opnemen van de vocalen heeft meerdere maanden geduurd. Dat zegt al heel wat. Het was vaak één intense studiodag en dan weer twee weken niet.”
Hadden jullie veel takes nodig?
Johanne: “Soms wel ja, maar in de meeste gevallen bleek dat de eerste of tweede take toch het beste was. Als je een hele dag aan het zingen bent, wordt het echt niet beter. Je moet het van het begin hebben. Er zitten ook veel lagen in de zang, die moesten ook allemaal gezongen worden. Vandaar dat dit proces een stuk langer duurde.”
Kijk je er tegenop om al deze vocale hoogstandjes live te moeten uitvoeren? En hoe doe je dat als je meerdere optredens na elkaar hebt?
Johanne: “Ik kijk er niet tegenop. Zowel Knut als ik hebben robuuste zangstemmen. We kunnen veel hebben. We zijn beiden geschoolde en professionele zangers, we weten wat we in huis hebben. We zorgen goed voor onze stem en hebben ook het geluk dat we op dat gebied ook nooit echt problemen hebben ervaren. Je stem is een spier en die kun je trainen. We toeren nooit avond aan avond achter elkaar. Dus ja, het wordt uitdagend, maar zeker goed te doen.”
Eivind: “We houden er weldegelijk rekening mee nu we de setlist voor de optredens aan het samenstellen zijn. We kunnen niet allemaal intense songs achter elkaar spelen. We moeten daarin echt een balans zien te vinden om de stemmen niet te veel uit te putten. Dat speelde bij de vorige optredens nog niet, maar nu moeten we dat wel in gedachten houden.”
Hoe wordt bepaald wie welk gedeelte zingt?
Johanne: “Dat gaat denk ik vrij natuurlijk. Bij het jammen en schrijven van de muziek ontstaat er vaak wel iets van: dit is typisch een Knut-song, of deze past beter bij Johanne. Als ik meer bezig ben met het maken van de melodie, dan wordt het automatisch ook meer mijn nummer.”
Eivind: “Jullie zijn helemaal gelijkwaardig aan elkaar en ook de verdeling gaat eigenlijk heel soepel. De muziek zou ook niet werken als steeds een het nummer zou zingen. Het is de wisselwerking die het zo sterk maakt.”
Volgens de credits ben jij, Eivind de componist, houd je rekening met de stemmen als je de muziek schrijft?
Eivind: “Eigenlijk is het componeren vooral een groepsproces waarin iedereen zijn/haar bijdrage levert. Het is wel vaak zo dat ik met een basisidee kom, bijvoorbeeld met een riff of akkoordenschema. Vervolgens werken we dit verder uit in de repetities. Johanne en Knut schrijven voornamelijk de melodieën en de teksten.”
Is het niet lastig om muziek te schrijven als je met zoveel bandleden bent?
Eivind: “Het is een proces, dat zeker. Onze muziek wordt juist zo uniek omdat er zoveel mensen aan meewerken die allemaal een verschillende smaak hebben en iets eigens inbrengen. We vinden het belangrijk dat iedereen zijn/haar bijdrage kan leveren en zo een stuk eigenaarschap krijgt. Ik had deze muziek nooit in mijn eentje kunnen creëren.”
Johanne: “We werken natuurlijk ook al lang samen. We weten wat we aan elkaar hebben. En natuurlijk botst het wel eens, maar we proberen het dan wel klein en licht te houden. En na dit proces ga ik aan de slag met de teksten. Eerst de muziek en dan de teksten. Andersom zou het voor mij niet werken. Ik begin pas als de song zo goed als af is. Teksten maken is een langdurig proces. Ik vraag me eerst af waar de song nu ten diepste over zou moeten gaan en begin dan te schrijven.
We namen de instrumenten op in de Ocean Sound Studio in het westen van Noorwegen. De studio ligt helemaal afgelegen aan de oceaan, echt prachtig. Terwijl iedereen binnen bezig was, zat ik buiten op een rots en worstelde in alle rust met de teksten. Ik zat in mijn eigen prachtige bubbel. Als een soort archeoloog stof ik als het ware al het stof weg om steeds te kunnen bedenken welke woorden ik het beste kan gebruiken. Ik zie het meer als ontdekken dan als schrijven.”
Net als op het vorige album gaan er nogal wat nummers over relaties. Is dat een onderwerp dat je bezighoudt?
Johanne: “Ik denk dat het album niet zozeer over relaties tussen mensen gaat, maar meer om de relatie met de wereld en binnen gemeenschappen zoals gezinnen en vriendengroepen. Het grote overkoepelende thema voor mij is vooral verlies van onschuld. Het kwijtraken van je kinderlijke manier van hoe je naar de wereld kijkt.” (briljant verwoord in het nummer Chain Of Changes, red.).
Het viel mij op dat er veel meer – prachtige – orkestraties in de muziek zitten en minder vioolsolo’s van Åsa Ree.
Eivind: “Ik denk dat je gelijkt hebt. Maar we kijken steeds naar wat het beste is voor de song en wat daarin nodig is. Op het vorige album had Åsa ook meer inbreng, waardoor je haar prominenter hoort.”
Hoor ik op Take Me To The River een echt pijporgel?
“Jazeker! Onze toetsenist Ole Gjøstøl heeft zijn connecties ingezet en kreeg het zo voor elkaar om het gloednieuwe pijporgel van de kathedraal van Hamar te mogen gebruiken.” (Maarten: later mailt hij mij een kort filmpje die hij met zijn smartphone heeft gemaakt waarin je hem in een enorme kathedraal het stuk ziet spelen).
Wat me ook opviel was dat er effectief maar één gitaarsolo te horen is. Je merkt het pas als hij in het zevende nummer voorbij komt.
Eivind: “Volgens mij zit er in vrijwel niet een Meer-song een echte gitaarsolo.”
Johanne: “En dat zou best meer mogen. Wij dringen er bij hem vaak op aan om meer te soleren.”
Eivind: “Ik vind dat ongemakkelijk. Dan gaat daar te veel aandacht naartoe. Zoals je al zei heeft het album meer orkestraties en ik vind gitaarsolo’s daar minder in passen. In Today Tonight Tomorrow vond ik de solo wel passen omdat het zo mooi gelijk loopt met de orkestraties.”
Vanwaar de bandnaam Meer? Ik kan het woord niet in het Noors vinden.
Johanne: “Het betekent in het Noors eigenlijk hetzelfde als bij jullie, alleen bij ons schrijf je het als ‘Mer’. Wij zijn altijd op zoek naar meer, maar in veel talen heeft het woord ook een connectie met water en de zee. Dat vonden we wel bij onze muziek passen.”
In de credits kom ik erg vaak de naam Kippersund tegen. Hoe groot is je familie wel niet?
Johanne: “Ja, we zijn met veel (lacht). Knut en ik zijn dus broer en zus en Eivind is door ons huwelijk ook in de Kippersund-familie gekomen. Wij werken samen voor het theater hier in Hamar dat eigendom is van mijn moeder en mijn oom. Zo’n beetje heel mijn familie werkt in de muziek- en theaterbusiness. We vormen hier in Hamar de cultuurmaffia.”
Eivind: “Jacob Kippersund is de andere broer van Johanne en hij heeft ons geholpen met de techniek. Twee nichten van haar hoor je als achtergrondzangeressen.”
En wat zijn de toekomstplannen?
Johanne: “Eerst spelen we volgende week op Night Of The Prog en in september spelen we in Italië. Later spelen we hier in Noorwegen op een tweedaags festival dat we zelf in Hamar organiseren. En daarna is het even afwachten wat er gaat komen. We hopen veel te kunnen optreden.”
Eivind: “En dan gaan we werken aan een volgend album.”
Johanne: (rolt met haar ogen) “Daar moet ik echt nog even niet aan denken, hoor. Ik heb nu vooral heel veel zin om dit album live te gaan spelen.”