Geen Nederlandse progband durft het aan: zingen in je moerstaal. Het heeft mij altijd gefascineerd dat we kunnen genieten van muziek waarin Italiaans, Spaans of Pools wordt gezongen, maar dat we voor onze eigen taal vaak onze neus ophalen. Ik was dan ook blij verrast toen het album “Uit Het Leven Gegrepen” van Momentum op mijn deurmat viel. Op en top prog én gezongen in het Nederlands. Dat vraagt om een nadere kennismaking. Ik ben benieuwd hoe het allemaal is begonnen. Aan het woord zijn Marc Schouten (zang, basgitaar, drums, gitaar) en Fons Flotman (toetsen).
Marc: “zolang ik me kan heugen maak ik al muziek. Ik ben opgegroeid met gitaar en piano. Ik heb in veel coverbandjes gespeeld, maar ik was altijd wel een beetje zoekende. Ik wilde toch mijn eigen songs gaan schrijven. In 2018 kwamen hier een enkele nummers uit voort die Nederlandstalig waren. Dat sprak me heel erg aan, want Nederlandstalige muziek ligt dicht bij mijn hart. Daarin kan ik me veel beter uitdrukken. Het voelt voor mij meer echt in het Nederlands. Toen ik drie of vier nummers zelf geschreven had ben ik opzoek gegaan naar andere muzikanten en ben zo bij Fons terechtgekomen. Hij kwam vaak in het café waar ik werk. Ik wist dat hij toetsen speelde en ook kon zingen, dus ik ben het gesprek met hem aangegaan en hij was eigenlijk direct enthousiast.”
Fons beaamt dat meteen: “het was gewoon mazzel dat we allebei progliefhebbers zijn waarbij Marc wat meer uit de metalhoek komt en ik meer uit de melodieuze neo prog. Dat heeft heel veel overlap. Dat gaf meteen een klik. Ik zei tegen Marc dat hij me maar een demo moest sturen van wat hij had gemaakt. Ik zou dan kijken wat ik ermee kon. Dat was het nummer Het Wisselkind. Ik had eigenlijk meteen de inspiratie erbij en heb mijn ideeën erin verwerkt en daarna alles naar hem teruggestuurd. Marc was eigenlijk meteen enthousiast en toen was het beklonken. Op die basis zijn we verder gegaan”.
Marc vult verder aan: “Ik had al de nummers Het Wisselkind, Ga Je Mee en Morgen Komt Het Licht geschreven, maar naar mijn gevoel miste er echt nog iets aan. Het was veel te veel gitaar georiënteerd en door Fons kreeg de muziek een nieuwe dimensie. Hij bracht er een synthesizersound in die ik nooit gekregen had. Ik had het zelf nooit zo kunnen bedenken bij deze nummers”.
Naast zanger is Marc ook de bassist, drummer en tweede gitarist in de band. Ik vraag me af of dit altijd zo bedoeld was. “In eerste instantie ben ik begonnen met mijn broer die drumt. Hij is vooral van de rock en metal, maar zodra er een rare maatsoort in voorkomt haakt hij af. We hebben nog wel gerepeteerd met hem erbij, maar hij zei al snel dat het niets voor hem was. Dus heb ik de drums voor het album zelf voor mijn rekening genomen. Als we live gaan spelen ga ik alleen basgitaar spelen, want ik merk dat als ik bas speel ik me beter op het zingen kan richten. Daarom is Raimon er ook bij gekomen. Ik ken hem al vanaf de middelbare school. Ik zou hem durven labelen als ‘de stille kracht achter de band’. Hij doet zijn ding binnen de band en daarbuiten hoor je hem niet. Hij is verantwoordelijk voor het solowerk op het album. Wat hij doet is echt fantastisch!”
Een deel van de liedjes had Marc al een aantal jaar geleden geschreven, de rest werd later als collectief geschreven. Zaken uit het eigen leven vormden daarvoor de basis. Zo vertelt Fons dat het nummer Eén Leven geschreven is naar aanleiding van een man die in zijn auto lag te slapen. “Ik heb dat zelf een keer gezien en dan ga je er toch over nadenken. Waarom zou die man daar liggen? Hoe is het zo gekomen? Is er iets mis met die man? Daar wilde ik iets mee. Dat idee heb ik samengevoegd met een stuk tekst die ik eerder had gemaakt. Marc heeft daar weer extra coupletten aan toegevoegd en zo is dat nummer eigenlijk prachtig tot stand gekomen”.
Voordat het drietal met Momentum aan de slag ging, speelden ze in andere soort formaties. Zo speelde Fons in een Nederlandstalig bandje en werkt hij voor een kleinkunst collectief. Daar spelen ze vooral covers van kleinkunst liedjes. Marc heeft heel wat bandjes versleten in de afgelopen jaren, en dat waren veelal coverbands. Verder speelde hij in een rock-metal formatie, een partyband en vormt hij nu nog een duo waarin hij werk uit de jaren ’60 speelt.
Mijn vraag is dan ook of ze zelf veel naar prog luisteren en hoe ze met het genre in aanraking zijn gekomen. Fons: “Ik ben een kind van de jaren ’80. Ik ben begonnen met synthpop en daardoor ben ik ook toetsen gaan spelen. Ik begon met een simpel keyboard dat we thuis hadden staan. Via via kreeg ik muziek van Marillion te horen. Dat was denk ik in 1984. Ik dacht toen nog ‘ik snap hier helemaal niks van!’. De muziek intrigeerde me wel heel erg. Hoe ze met hun instrumenten omgingen en die de ruimte gaven. Toen kreeg ik voor mijn verjaardag een platenbon. Die had je toen nog. Toen heb ik het album “Fugazi” gekocht. Ik heb die plaat toen denk ik wel 20 keer beluisterd en opeens viel het kwartje, dit was echt geweldige muziek! En toen ben ik ook langzaam de andere prog gaan beluisteren.
Bij Marc ontstond de liefde voor prog vooral op de middelbare school: “Ik had de muzieksmaak van mijn broer en dat was meer Green Day en dat soort rockbands. Het is eigenlijk Raimon die mij kennis liet maken met prog. Hij luisterde graag naar melodische death metal en ruige bands. Ik heb hem toen een mp3-spelertje gegeven en gezegd ‘zet deze maar vol met muziek waar jij naar luistert’. Daar stond er een heleboel op wat ik nog steeds beluister. Maar er stond bijvoorbeeld ook muziek op van Ayreon en Porcupine Tree. Melodische death metal vond ik geweldig, maar het was vooral de muziek van Porcupine Tree die mij echt van mijn sokken blies. In die muziek zit zoveel ruimte om progressief te zijn. Daardoor ben ik meer richting de prog gegaan. Niet alles vind ik even goed. Neem een band als Dream theater. Ik vind het ontzettend knap wat ze allemaal doen en ik doe het ze niet na, maar het raakt me totaal niet. Ik vind het heel erg klinisch. Met de muziek van Steven Wilson heb ik veel meer binding. Dat resoneert. Ik kan gerust zeggen dat mijn grote inspirator voor dit album Steven Wilson is. Elke keer als ik naar zijn muziek luister borrelt er bij mij wel wat naar boven.”
Wat mij opvalt zijn de sterke teksten. Ze voelen doorleeft. Zelf haalde ik er thema’s uit als ‘de ratrace van het leven’, ‘het niet echt zelf meer nadenken’ en ‘leven in sleur’. Herkennen ze dat? Marc is het daar mee eens en Fons vult aan: “de eerste nummers hadden zeker die thema’s en daar zijn we op voort gaan borduren. Het heeft iets sinisters en misschien ook wel iets lugubers, want het gaat vaak over de dood. Niet over een doodswens ofzo, maar misschien eerder dat de dood altijd wel ergens om een hoekje staat te kijken of die een kans kan grijpen. Maar het leven is veel meer waard om daar aan toe te geven.”
Marc merkt op dat het album niet voor niets “Uit Het Leven Gegrepen” heet, omdat zeker 90% van de teksten uit zijn eigen leven komen. “Ik heb daar enorm mee geworsteld met de vraag: wat is het leven? Wat moet ik met het leven? Wil ik wel leven? Dat is een thema dat volgens mij veel mensen doormaken op een bepaalde leeftijd, maar er wordt niet echt over gesproken. Het onderwerp roept schaamte op. Omdat het moeilijk is om daarover te praten, deed ik het in de vorm van liedjes schrijven. Dat zit hem bij mij zowel in de melodie als in de teksten. Het gaat om de dynamiek in het lied en dat roept een bepaald gevoel op”.
Als ik zelf naar het album luister en naar de teksten dan bekruipt mij wel eens het gevoel dat er een depressie is doorgemaakt. Is dat het geval? Na een korte aarzeling vertelt Marc dat hij een aantal jaren geleden inderdaad een depressie heeft doorgemaakt. In die tijd schreef hij liedjes om uiting te kunnen geven aan zijn gevoel. “In die tijd schreef ik de meeste liedjes. De meeste songs op het album zijn zo’n twee tot vier jaar oud. In die tijd ging het gewoon niet zo lekker met mij. Ik was niet zo vrolijk. Ik was veel bezig met de vraag: wie ben ik? Wat moet ik doen? Ik denk dat het iets is wat veel twintigers wel doormaken. Wil ik leven? Ik vond dat een goede vraag waar ik over na moest denken”.
Ik kan mij voorstellen dat het heel spannend is om zo’n intense en persoonlijke periode, die je hebt gevat in kwetsbare teksten, te delen met alle mensen die jullie muziek beluisteren? Dat iedereen er opeens iets van kan vinden? Marc geeft toe dat hij dat heel lang heel spannend heeft gevonden, maar dat voor hem dat boek nu dicht is. “Ik sta nu veel positiever in het leven”, vult hij aan. “Ik hecht er niet heel veel waarde aan in die zin wat mensen er van vinden. Ik heb die periode voor mezelf afgesloten. Het is aan de mensen zelf wat ze ervan vinden. Ik denk dat het voor veel mensen herkenbaar zou kunnen zijn als ze dit toelaten. Het heeft mij heel veel gebracht. Het heeft ervoor gezorgd dat ik veel positiever in het leven sta. Het was voor mij nodig het van me af te schrijven en nu het op plaat staat, zou ik het mooi vinden als mensen erover gingen praten en dat ze er iets aan hebben. Maar op het moment van schrijven was het vooral van me af schrijven. Omdat ik het gevoel had dat ik het kwijt moest”.
Ik kan mij zo voorstellen dat je deze teksten drie of vier jaar geleden niet zou kunnen zingen? “Nee, zeker niet. Dat merk ik nu wel. We zijn aan het nadenken over een thema of een concept voor een volgend album en er zijn nog steeds wel onderwerpen waar ik over wil schrijven, maar wat me nu gewoon nog niet lukt. Dan zit ik naar mijn knipperende cursor te kijken en dan komt er niks uit mijn handen. Kennelijk leeft het onderwerp nog teveel en is het nu nog niet de tijd”.
Op elk album staan wel nummers waar je het meest trots op bent. Ik ben benieuwd hoe dat bij hun zit. Fons bijt het spits af. “Achteraf ben ik het meest trots en blij met het liedje Bij De Keel. De basis hiervan komt uit de koker van Raimon en daar had ik in eerste instantie heel veel moeite mee. Ik kon er niks mee. Ik vond het heel grillig. Ik noemde het nummer voor mezelf een soort monster. Ik heb getwijfeld of dit nummer wel op het album moest komen. Toch vond ik het ook wel een uitdaging om er iets mee te gaan doen. Ik moest mezelf echt dwingen ervoor te gaan zitten. Uiteindelijk is het toch een heel sterk nummer geworden en dat heeft me verrast. Misschien is het wel een van de beste nummers van het album”.
Marc vind het nummer Red Mij het mooiste nummer van het album. “Het geeft mij een heel warm gevoel. Als het refrein begint dan voelt het of de verwarming aangaat. Er zit iets tegenstrijdigs in het nummer, maar ik blijf deze het meest fantastische track van het album vinden”.
Ik ben natuurlijk benieuwd of we Momentum ook op het podium zullen gaan zien, maar dat zit er nu nog even niet in. Fons vertelt waar hem dat in zit: “we moeten dan wel eerst een volledige band hebben. We zoeken echt nog enkele muzikanten die zich bij ons willen aansluiten. Als er muzikanten zijn die van prog houden die zich bij ons willen aansluiten, dan zijn ze hartelijk welkom. We zijn vooral op zoek naar een drummer. Goede muzikanten die deze muziek leuk vinden zijn moeilijk te vinden. Een tweede gitarist erbij zouden we ook super fijn vinden. De wens is wel om te gaan optreden, maar dan zullen we eerst op kracht moeten komen”.
Tot slot deelt Marc dat ze alweer nadenken over nieuwe muziek. “Er gaan al wat ideetjes heen en weer over de app. Op dit moment beschouwen we Momentum vooral als een studioproject met de intentie om ooit live te gaan spelen”.