Interview: Mario van Os
Datum: 25 juni 2013
Nosound begon in 2002 als het soloproject van Giancarlo Erra. In 2005 verscheen het debuutalbum “Sol29” van deze eenmansband rond Erra. In tien jaar tijd is dit project uitgegroeid tot een band van formaat, ondersteund door het Kscope label. Erra heeft ondertussen de drukke hoofdstad van Italië verruild voor het plattelandsleven in Norwich, Engeland. Vanuit daar en samen met zijn band – die nog gewoon vanuit Rome speelt en opneemt – heeft hij onlangs zijn vierde full-length album “Afterthougths” uitgebracht. Reden genoeg voor Progwereld om Giancarlo Erra wat vragen te stellen.
Hi Giancarlo, leuk om je weer eens te spreken.
Hoi Mario, het genoegen is wederzijds.
Je hebt zojuist een nieuw album uitgebracht. Ik denk dat het goed is dat je onze lezers daar het een en ander over vertelt.
Oké, het is vier jaar geleden sinds we “A Sense of Loss” hebben uitgebracht. Er is veel veranderd in die tussentijd, zowel in mijn persoonlijk leven als bij het werken met de band. Ik woon ondertussen in Norwich, Engeland, en de rest van de band woont nog in Rome, waardoor de manier van werken is veranderd. Tevens is de line-up veranderd, want Paolo Martellacci en Gigi Zito besloten om te stoppen met de band en we hebben nu Marco Berni op toetsen en Giulio Caneponi op drums. Het was voor mij gewoon wachten op het juiste moment om een extra stap te maken met Nosound. Ondertussen heb ik dingen gedaan met Memories Of Machines. Daarna hebben de band weer samen gebracht en toen ik weer met ze had gespeeld, voelde het erg goed. De tijd was rijp om weer een album te maken.
Dus nu was het een echt band ding in plaats van een solo project
Ja, inderdaad. Ik denk dat iedereen zich nu een onderdeel van het project voelt. Zelfs als ik hier (in Norwich) ben en zij in Rome, was het goede gevoel er. Iedereen wou het beste en het voelde gewoon goed. Iedereen was heel erg enthousiast over het album. Dat heeft zeker ook bijgedragen aan het resultaat.
Hoe ging dat opnemen in z’n werk, waarbij jij toch de meeste tijd in Engeland was en de rest in Italië.
Tegenwoordig hebben we allerlei moderne communicatiemiddelen, met internet, skype, etc. En ik was ook vaak in Rome met de band, minimaal één keer per maand. Daarnaast denk ik dat de afstand ook heeft geholpen in het resultaat van het album. Het dwingt je om meer tijd voor de nummers te nemen en in een meer relaxte tijd te plaatsen. Als je bestanden met elkaar deelt of via Skype met elkaar speelt dan zit er enige tijd tussen voordat je respons krijgt, dus je moet beter nadenken over wat je stuurt. Je besteedt er gewoon meer aandacht aan. Daarnaast geeft het iedereen de mogelijkheid om een eigen idee aan een nummer toe te voegen. Deze manier van werken heeft zeker iedereen geholpen bij het opnemen van de nummers. Je moet gewoon meer aandacht hebben bij de dingen die je doet.
Nosound heeft ondertussen een nieuwe drummer, maar het album is nog opgenomen met Chris Maitland op drums. Hoe kwamen jullie bij hem?
Ik was ruim een jaar geleden in contact gekomen met Maitland, dus lang voordat Gigi Zito besloot om te stoppen. Hij zou als gastmuzikant een paar nummers meespelen, maar niet het gehele album. Maar toen Zito stopte moest ik dus snel op zoek naar een nieuwe drummer. En dat viel niet mee. Ik heb niet zo snel een nieuwe drummer in mijn achterzak zitten. Dus toen heb ik Chris (Maitland) gevraagd of hij het hele album mee wou spelen. En hij reageerde daar heel enthousiast op. Hij houdt van onze muziek en wilde heel graag meespelen. Hierdoor kon hij ook een grotere artistieke stempel op het album drukken. Ondertussen ben ik op zoek gegaan naar een nieuwe drummer en die heb ik ook gevonden in Giulio Caneponi. Ik heb ondertussen een paar keer met hem gespeeld en hij heeft ook meegeholpen bij het mixen en het afronden van het album. Hij heeft zich net zo goed ingezet als alle anderen. Dat hij niet te horen is op het album vindt hij niet zo erg. Hij wil graag de nummers live doen. Dus we hebben ondertussen een nieuwe drummer, maar Chris Maitland is wel de drummer op het album.
Chris Maitland is inderdaad duidelijk aanwezig op het album.
O ja, zeker. Ik denk dat hij één van de meest ondergewaardeerde drummers is. Hij is erg muzikaal als hij speelt. Hij is krachtig, maar hij is meer dan een drummer. Hij is vooral een artiest. En dat maakt hem zeker speciaal.
Als ik naar het album luister, hoor ik duidelijk de eigen stijl van Nosound. Geen grote veranderingen, maar sterker dan voorheen. Hoe doe je dat?
Nou, ten eerste: ik doe het gewoon niet. Ik wil mijn muziek niet veranderen, maar het natuurlijk laten evolueren. Bij andere bands hoor ik heel vaak “mijn volgende album wordt compleet anders”. Ik vind dat altijd heel vaag, alsof je niet tevreden bent over het huidige werk. Ik bouw verder op mijn eigen werk. Ik luister naar heel veel verschillende muziek en laat me inspireren. Zo probeer ik mijn werk te verbeteren, te laten evolueren. Ik persoonlijk – als luisteraar – hou niet van bands die elke keer compleet veranderen, maar ik hou van een coherent geheel. Daarom maak ik elke keer kleine stapjes, ik laat het natuurlijke proces zijn gang gaan – keep the flow going. Ik maak ook gebruik van de perioden dat ik me heel geïnspireerd voel. Ik schrijf dan in één maand heel veel werk om het vervolgens drie maanden te laten liggen. Daardoor wordt het ook een coherent geheel. De teksten horen bij elkaar en vormen een natuurlijk geheel dat in een korte termijn is ontstaan. Dus eigenlijk weet ik niet hoe ik het doe, het gebeurt gewoon.
Het nieuwe album heeft sterkere teksten dan voorheen. Hoe heb je dat verbeterd?
Dank je. Om te beginnen vertaal ik mijn teksten nooit, maar ik schrijf mijn teksten direct in het Engels. Nu ik in Engeland woon en dagelijks met de taal te maken heb, ben ik daarin duidelijk verbeterd. Daarnaast heb ik veel hulp gehad in het schrijven van teksten en dat is heel belangrijk geweest. Verder hadden we het net gehad over evolueren. Ondertussen ben ik steeds ouder geworden en misschien wijzer of eigenlijk heb ik meer ervaring. Ik heb daardoor meer ‘instrumenten’ om dingen te beschrijven. Het heeft te maken met opgroeien, ouder worden en meer ervaring in het leven krijgen.
Voordat dit album uitkwam heb je ons verrast met de ep “At The Pier”. Waarom eerst dit voorproefje, een paar maanden voor het echte album?
Het ep ding is inderdaad een soort preview voor het echte album. Het geeft een voorproefje van wat er aankomt. Na vier jaar is je fanbase benieuwd wat er aan komt en dit helpt. Het heeft ook wat extra muziek voor de liefhebber. Daarnaast was het redelijk goedkoop om te doen en ook voor de fans. Hierdoor is het een soort extraatje voor onze fans.
Ik zorg ook altijd dat ik goed in contact blijf met mijn fans. Ik ben zo actief mogelijk op diverse social media, mijn eigen forum en nieuwsbrief. Ik vind het belangrijk in contact te komen met mijn publiek en de interactie te houden. Ik wil dit ook zeker zo lang mogelijk volhouden.
Je eerste albums heb je uitgebracht in eigen beheer. Nu heb je ondertussen een deal bij Kscope. Wat verandert er dan en hoe word je daar ondersteund?
Natuurlijk heeft het label Kscope wel zijn voordelen. Je kunt werken met goede mensen die je kunnen ondersteunen en helpen met je muziek. Maar je zult wel zelf het werk moeten doen en zelf je ideeën uitwerken. Het is niet meer zoals vroeger bij EMI en dat soort grote recordmaatschappijen dat zij zorgden voor jouw succes. Je moet er samen hard voor werken als een team. Kscope is dan ook een echt modern bedrijf dat je de mogelijkheden geeft als je er zelf voor gaat. Ik krijg vaak muziek toegestuurd van vrienden of kennissen of ik dat naar Kscope wil sturen. Maar zo werkt het niet meer. Je moet eerst zelf als muzikant of band bewijzen dat je het kunt. Je eigen muziek maken en eerst in eigen beheer uitbrengen en zelf groeien. Als je dan een eigen basis hebt gemaakt, een eigen fanbase hebt, kun je op zoek gaan naar een label als Kscope. Tegenwoordig zal geen enkel label een band onder contract nemen als ze niet al een eigen basis hebben.
Wat is er voor je veranderd nu je naar Norwich bent verhuisd?
Er is veel veranderd. Het heeft niet uitgemaakt in mijn muziek en schrijfstijl. Ik heb hier wel betere mogelijkheden en een betere studio. Natuurlijk is mijn levensstijl veranderd door deze verhuizing. Ik kom uit de drukte en het hectische van de grote stad Rome en ben in het rustige plattelandsleven van Norwich terecht gekomen. De rust en die verandering heeft zeker geholpen in de ontwikkeling en ontstaan van het album. Het is meer relaxed, je hebt meer tijd en het is rustiger. Maar natuurlijk mis ik mijn vrienden en familie die nog in Rome wonen.
Maar je laat nog goed horen dat je van Italiaanse afkomst bent. Je accent verraad je en het nummer Paralysed zing je zelfs in het Italiaans.
Ja, natuurlijk. Dat is wie ik ben. Ik ga mezelf niet forceren als ik ga zingen. Het is niet zo dat ik mijn Italiaans accent wil hebben, maar als ik ga zingen dan wil ik mijn gevoel uitdrukken. Ik concentreer me dan op dat gevoel en de manier van expressie, maar niet om mijn accent. Op die wijze kan ik mijn emotie in het nummer leggen.
In 2012 speelde je voor het eerste in Nederland (in Lakei Helmond). Hoe was dat en kunnen we binnenkort een nieuw concert in Nederland verwachten?
Ik heb nog goede herinneringen aan dat concert. Een erg goed publiek dat ook echt geïnteresseerd was in mijn muziek. Niet hangend en pratend aan de bar, maar genieten en luisteren naar mijn muziek. Dat waardeer ik heel erg. Momenteel hebben we een kleine toer van slechts één week. Maar we zijn een nieuwe reeks concerten aan het plannen voor het najaar. En dan zal Nederland zeker niet vergeten worden. Onze manager is Rob Palmen en die komt uit Nederland, dus daar wil hij ons zeker weer laten spelen. En ik hou van het Nederlandse publiek. Dus ik hoop dat het gaat lukken en zodra we dat weten, laat ik het je weten.
In 2011 heb je een album met Tim Bowness gemaakt – Memories Of Machines. Kunnen we binnenkort iets nieuws hiervan verwachten?
Toevallig heb ik een paar dagen geleden contact gehad met Tim hierover. En zeker gaan we samen nog een keer samen iets doen met Memories Of Machines. Op dit moment is Tim bezig met een aantal dingen en ben ik bezig met een aantal dingen voor Nosound. En hopelijk hebben we iets nieuws in september met Nosound. Dus we hebben nu beiden weinig tijd, maar je gaat zeker meer horen over Memories Of Machines in de toekomst.
Begrijp ik je goed dat we ook wat nieuws kunnen verwachten van Nosound in september?
Ja, inderdaad. Ik ben met een aantal dingen bezig. Er is nog niets definitiefs, maar we hebben een aantal leuke plannen voor het najaar: nieuwe muziek en leuke verrassingen, maar daar kan ik nu nog niet veel meer over vertellen. Als het definitief is laat ik het je weten. Maar we gaan een aantal leuke dingen doen.
In jouw muziek hoor ik natuurlijk de invloeden van Pink Floyd en Porcupine Tree. Klopt dat en welke muziek heeft de meeste invloed in jouw muziek?
Natuurlijk, Pink Floyd is zeker één van mijn grootste invloeden. En het vroegere werk van Porcupine Tree ook, want dat is ook sterk beïnvloed door Pink Floyd. We hebben allebei dezelfde oorsprong. Je zou kunnen zeggen dat ik word beïnvloed door alle bands die door Pink Floyd zijn beïnvloed. Daarnaast hou ik van ambiente muziek en zeker ook soundtracks. En voornamelijk ook muziek die we post-rock noemen. Ik hou zeker van Sigor Ros, Mogwai en Bark Psychosis. Ik ben een grote fan van bands uit de ‘post-post-rock’. Muziek die verder gaat dan alleen gitaren, delays en walls of sounds, maar nog iets meer toevoegen, zoals teksten en elektronische arrangementen. Onze muziek is veel meer gerelateerd aan post-rock dan aan prog. Maar het is natuurlijk altijd moeilijk om muziek te definiëren en in een hokje te stoppen. Er is geen hokje dat muziek kan beschrijven.
Op het album speel je ook met celliste Marianne DeChastelaine. Gaan we die nog vaker horen?
Ja, zeker. Ze deed ook een aantal nummers met ons mee op “Lightdark” en ze is ook te horen op het Memories Of Machines album. Op het nieuwe album doet ze ook weer mee als gastmuzikante. Ik hoop binnenkort met haar live op te treden. Ze past gewoon erg goed bij onze muziek en heeft het zelfde gevoel in haar muziek. Ik weet nog heel goed de eerste keer dat we elkaar ontmoetten, ze speelde toen Kites en het gevoel dat zij er in legde, gaf het nummer iets extra’s en dat paste perfect bij onze muziek. Ik hoef haar niet uit te leggen hoe iets te spelen, maar ik kan haar het basisidee geven van een nummer en ze mag dan zelf haar gevoel en expressie er in leggen. En er komt altijd iets uit dat ik geweldig vind en duidelijk maakt dat ze snapt wat ik met het nummer wil. Met het nieuwe album wilde ik haar bijdrage in het hele album en niet alleen bij een paar specifieke nummers. Ze speelt niet overal mee, maar haar cello is over het hele album aanwezig. De cello is duidelijk een onderdeel van het album geworden. Ik hoop zeker meer met haar te werken.
Met de toevoeging van de nieuwe drummer is de band nu compleet. Zou je alle leden aan ons voor kunnen stellen?
Natuurlijk. Ik zal beginnen met het bandlid dat het langste met mij meespeelt in de band.
Alessandro Luci op basgitaar was werkelijk de eerste muzikant die aan de band Nosound werd toegevoegd. Eigenlijk al voordat het een band was, speelde hij al mee in mijn eenmansproject. Hij geloofde echt in deze muziek en nu tien jaar later is hij nog steeds bij ons. Ik heb veel met hem meegemaakt, op het podium en daarbuiten.
De volgende is Paolo Vigliarolo op gitaar. Ik denk dat hij ongeveer twee later bij de band kwam toen Gabrele Savini – onze vorige gitarist – ons verliet. Ik ken Paolo echter al heel lang. Ik denk dat ik samen met hem al op gitaar speelde toen ik dertien jaar was. We spelen dus al heel lang samen en hebben het samen geleerd als teenagers. Hij is mijn schaduw en hij helpt me heel veel met de gitaar en met van alles voor onze muziek.
Dan krijgen we Marco Berni, onze toetsenist. Hij is een heel goede vriend van Paolo, die hem ook aan mij heeft voorgesteld toen we een toetsenist zochten. Hij is een zeer getalenteerde muzikant, goed op de piano en keyboards, een goede ‘sound-creator’. Hij heeft precies de talenten die we zoeken bij Nosound, met melodische pianomuziek en ambiente soundscapes. Hij is overigens ook de jongste in de band en nog erg enthousiast. Bij de kleinere optredens, waar we niet als volledige band naar toe gaan, gaat hij ook altijd mee. Hij is er eigenlijk altijd.
En dan laatste, maar zeker niet de minste, onze nieuwe aanwinst Giulio Caneponi op drums. Hij werd door een vriend van mij geïntroduceerd en hij heeft bij veel bekende bands in Milaan gespeeld. We hadden een auditie met zo’n drie drummers en hij was de eerste die kwam spelen. Hij kwam zitten spelen en was meteen geweldig en overtuigend. Hij hoefde maar naar de nummers te luisteren en kon ze direct goed spelen. Hij liet zien en horen dat hij verbonden was met onze muziek. Het was gewoon liefde op het eerste gezicht. Eigenlijk wisten we al meteen dat hij het zou worden, ook al waren er nog twee drummers meer voor de auditie. Hij is zeker een aanwinst voor onze band en we hopen dan ook gauw weer samen live te spelen met hem.
Dank je voor het voorstellen, het is nu dus een echte volledige band!
Inderdaad een echte band. We hebben pas voor het eerste opgetreden in Rome met deze band en het was het meest krachtige optreden dat we ooit gedaan hebben. Het was echt wonderbaarlijk. Ik was altijd erg gelukkig om de goede mensen te vinden die me bij mijn muziek konden helpen. Iedereen heeft me altijd geholpen en iets toegevoegd. Ook met de vorige leden kon ik het heel goed vinden en heb ik altijd een goede sfeer gehad en fijne muziek kunnen maken.
Heb je nog iets toe te voegen aan dit interview?
Nou eigenlijk niet. Ik ben zeker blij met het resultaat van dit album. We hebben er veel energie en moeite in gestoken en we zijn heel blij dat het album erg goed wordt ontvangen. Ik ben erg blij dat ik dit kan doen. Ik wil dan ook iedereen bedanken dat ik dat mag doen en zeker ook alle mensen in Nederland. Dat zijn altijd goede muziekliefhebbers. Ik hoop dat ik binnenkort dan ook weer bij jullie live mag spelen.
Foto’s genomen tijdens het concert in Lakei Helmond op 27 april 2012, door Roger Jansen