Interview: Mario van Os
Datum: 11 april 2014
Kort voor het concert dat Gazpacho gaf in de Pul te Uden had ik een afspraak met Thomas Andersen om een paar vragen aan hem te stellen. Ik tref de heren van Gazpacho aan in de ‘voorkamer’ van de Pul, waar ze net hun maaltijd achter de kiezen hebben. Ze zijn al meer dan een week op reis met elkaar en er heerst dan ook een ontspannen en familiale sfeer. Samen met Andersen ga ik apart zitten in ‘het kantoor’ om wat rustiger met elkaar te kunnen praten. Ik heb natuurlijk – als journalist – netjes een aantal vragen voorbereid en met het nodige papier, mijn dictafoon op mijn mobiel, maak ik me klaar voor het gesprek. Echter, Andersen is een prettige persoon om mee te praten, heeft algemene interesses, een vrouw en kinderen en beleeft duidelijk net zoveel plezier aan zijn muziek als ikzelf. Mijn voorbereiding is dus grotendeels voor niets geweest, want Andersen vertelt als vanzelf en dus improviseren we gewoon en praten over muziek, hun album, de manier waarop onze hersenen werken, aerobics, jogging, Mick Jagger en nog een aantal andere dingen.
Ten eerste wil ik iedereen bedanken voor hun support aan onze band. De prog community is erg klein, in vergelijking met de Justin Biebers, Michael Jacksons en dat soort muziek, maar wel erg trouw. En vooral hier in Nederland hebben we veel trouwe fans. Velen komen naar onze shows in Nederland en dat is wel de reden van ons bestaan. Als er niemand meer naar onze muziek komt kijken, dan houdt het voor ons als muzikanten ook op. We hebben momenteel een grote podiumproductie met een speciale lichtshow (van Rene Haak) en alles. Dat kunnen we natuurlijk alleen als jullie ook komen kijken.
Hoeveel mensen komen er vanavond naar de show?
In de voorverkoop zijn er al ruim 200 kaarten verkocht en dat is voor deze zaal een mooi aantal. Lekker gevuld, maar niet te druk. We verwachten dan ook een geweldige sfeer.
Er zijn natuurlijk meerdere concerten in ons land vandaag, waaronder het Rock Ittervoort Festival.
Dus de mensen moeten kiezen en ik ben dan ook blij dat er een flink aantal voor ons gekozen heeft. Een ander goed ding van profliefhebbers is dat de mensen ook nog de cd kopen. Ze willen graag het fysieke exemplaar in handen hebben, de artwork, lyrics, etc. En ze weten dat wij als muzikanten er veel voor doen en zijn dan ook bereid hun bijdrage te leveren. Daarvoor zijn we natuurlijk heel dankbaar. Als je zoekt bij Google op ‘Gazpacho Demon’, krijg je eerst een dozijn torrent sites en vervolgens pas onze homepage. En toch worden er nog een flink aantal cd’s verkocht. Dank daarvoor!
Nu we het toch over “Demon” hebben, binnen Progwereld hadden we een discussie over jullie album. Ik zelf vind het duidelijk vergelijkbaar met jullie voorgaande albums en er wordt zelfs gezegd dat jullie jezelf continu herhalen. Een andere recensent vindt juist dat er met dit album een duidelijke verandering in jullie muziek is gekomen. De totale sound is herkenbaar , maar met name de structuur op “Demon” is behoorlijk anders dan bij eerdere albums. Wat vindt jij daarvan?
In elk geval was het idee achter het album anders. Bij “Night” wilden we een hypnotische sfeer creëren, dus hadden we die ene beat die continu doorgaat. Erg hypnotiserend. Bij “Demon” wilden we een verhaal vertellen over de gedachten van de schrijver van een vreemd manuscript. Het album moest beschrijven hoe onze hersenen werken. De muziek moet net zo veranderlijk zijn als ons denken. Als je aan iets denkt, komt er een gedachte binnen en dat wordt zeer snel opgevolgd door een andere gedachte. We wilden onze muziek ook op die manier laten klinken. Net zo veranderlijk als onze gedachten. Het is dus echt anders. “Night” was één gedachte waar we muziek omheen geschreven hebben. “Demon” is anders, het beweegt als een schip door de nacht, door verschillende plaatsen, dreamscapes en atmosferen. Met name Death Room is de absolute poging om te beschrijven hoe ons denken en ons verstand werkt. Dit is nog nooit gebeurt. Zoals Proust in zijn boeken probeerde om de essentie van ons bestaan, de geestelijke ontwikkeling van ons denken, te beschrijven, zo hebben wij ook een ultieme poging gedaan. Als je bijvoorbeeld gevraagd wordt om ‘liefde’ te beschrijven dan zijn er allerlei clichés over romantische liefde en dergelijke. Maar woorden zijn niet genoeg om echte liefde te beschrijven. Alsof je gevraagd wordt om een landschap te tekenen met maar twee kleuren. Onze taal is niet genoeg om dit soort gevoelens en gedachten te beschrijven. Muziek kan daar iets aan toevoegen. Met muziek kun je de woorden een richting geven naar wat je echt wilt zeggen. Met dit album hebben we de bedoeling om het gedachtenproces van die gekke persoon vast te leggen, wat waren zijn gedachten toen hij dit manuscript schreef. Hij is niet echt gek, maar had een concreet idee en denkt dat het correct is. Het idee in dit geval is dat er een demon is die gedurende de geschiedenis tussen ons mensen zijn werk heeft gedaan. Wie bedenkt en gelooft zoiets? Het is nog niet perfect, maar wij wilden onze muziek gebruiken op een andere manier, om iets duidelijk te maken.
Muziek heb je nodig om iets duidelijk te maken. Als je een aerobics klas wilt doen, heb je een bepaalde beat nodig, als je wilt joggen heb je een oppeppende dreun nodig, bij een cocktail wil je easy jazz of achtergrondmuziek. Wij willen muziek maken voor als je tijd hebt om te gaan zitten en naar onze muziek te luisteren. Zoals je tijd maakt om een goed boek te lezen. Als wij teksten schrijven willen we ze open laten, zodat de luisteraar zijn eigen verhaal er van kan maken. Het zijn jouw gedachten en het is jouw leven; het moet jouw verhaal worden. Jij bent namelijk niet geïnteresseerd in mijn verhaal, maar in je eigen verhaal. Het idee van onze muziek is dat iedereen wel bepaalde overeenkomsten heeft. Als ik bijvoorbeeld het woord ‘moeder’ zeg, dan heb jij daar een beeld bij, ik heb daar een beeld bij, iedereen heeft daar een beeld bij. Deze zijn allemaal verschillend, maar ieders hoofd is dan gevuld met allerlei gedachten. Dus als we het woord ‘moeder’ zeggen en we maken daar muziek bij, dan maak je een film in je hoofd. Dat is onze bedoeling.
Dat is natuurlijk altijd het geval bij jullie muziek. Je moet er voor gaan zitten en rustig met een koptelefoon op gaan zitten luisteren. Dit zet je niet op als achtergrond op een feestje.
Dat klopt, maar bij dit album wilden we ook bereiken dat mensen vragen gaan stellen. Als je het opzet tijdens een feestje en iemand komt naar je toe en vraagt “wat is dit wat je nu op hebt staan?”, dan hebben we de aandacht en wordt er over ons gepraat. Er zijn 20 miljoen bands die allemaal albums maken, als de helft elk jaar een album maakt dan zijn er 10 miljoen albums in een jaar en die kunnen we niet allemaal beluisteren. Dus als wij een album maken, dan moet het opvallen. Als wij 45 minuten van je tijd vragen om naar iets te luisteren, waarin je ook naar een geweldige show op tv kunt kijken, dan moeten we je overtuigen dat het iets toevoegt, dat we je iets te bieden hebben. Ik ben er van overtuigd dat het een of andere ervaring oplevert en dus de moeite waard is. De luisteraar moet er wel ook zijn aandacht en energie in steken.
Onze muziek is ook ingewikkelder geworden. We hebben het vaste ritme couplet-refrein-couplet weggegooid en we zijn andere soort muziek gaan maken. Want als je een bepaald deel van de muziek mooi vindt, dan zet je dat maar opnieuw op. We hebben dat niet meer nodig, het is niet langer interessant. Binnen grote symfonieën in de klassieke muziek gebeurt dat ook niet. Vooral bij progressieve rock hoeft dit niet. Progressief betekent voor mij dat je iets nieuws moet brengen. Ik kan niet net als Rick Wakeman voor een paar uur Moogsolo’s spelen. Wakeman kan dat veel beter dan ik, dus voeg ik niets toe. Ik vindt dat ik iets nieuws moet brengen en dat vind je goed of niet.
Het album “Demon” gaat over een manuscript dat wordt gevonden. Bestaat dat manuscript echt of is geheel fictie?
Het is een echte legende. Het is een verhaal dat mijn vader heeft geschreven toen hij in Praag was. Op een dag hadden we het hierover en hij vertelde dat er een donkere kracht lijkt te zijn die altijd aanwezig is. Er gebeurt altijd iets slechts als je in een groep met mensen bent. Er was een man die in Praag leefde, die daadwerkelijk dacht dat er een soort demon was die al eeuwen onder ons leeft en zorgt voor de slechte dingen die gebeuren in onze geschiedenis. Een dergelijk donker en mysterieus verhaal is natuurlijk echt Gazpacho materiaal. Zo hebben we dat gebruikt als inspiratie voor ons album. De kans dat dit manuscript ook daadwerkelijk bestaat is zeer klein. Toen ik dit verhaal aan de band voorlegde, was iedereen voor. We hadden in eerste instantie overigens een andere werktitel, namelijk “Cloud Head”. Maar uiteindelijk hebben we het gewoon “Demon” genoemd.
Een ander verhaal dat we hebben gebruikt gaat over de Unabomber. Een Amerikaanse intelligente maar gestoorde persoon die tegen de voortgang van de technologie was. Een zeer intelligente persoonlijkheid, maar tegelijkertijd had hij een verwrongen geest. Hij vermoordde mensen, dat is toch behoorlijk vreemd. In ieders denken is iets goeds en iets slechts aanwezig. In onze muziek willen we deze gedachten brengen, zonder een oordeel te vellen. De luisteraar kan zijn eigen gedachten hierover laten gaan. Het album biedt de ruimte om je hier 45 minuten bij stil te laten staan.
Op het album wordt gebruik gemaakt van accordeon op The Wizard Of Altai Mountain. Waarom hebben jullie dat gedaan?
Omdat het verhaal zich afspeelt in Praag wilden we ook het buitenleven tonen. De man leeft niet alleen op zijn appartement, maar komt ook buiten. In de straten van Praag is hij op zoek naar deze demon. Het is een angstaanjagende gedachte dat je hem op straat ontmoet. Toen kwamen we op het idee om deze geweldige Noorse accordeonspeler te vragen of hij op ons album wilde meespelen. Stain Carstensen is werkelijk een genie op zijn instrument, hij speelt in een band Farmers Market genaamd. Als je van echt virtuoze progmuziek houdt, dan moet je dat gaan beluisteren. Echt geweldig! Vraag hem om iets van Abba te spelen en hij speelt Voulez Vous in de stijl van Bach. We gaven hem de scene en het verhaal en hij speelde zijn stuk direct zoals hij het voor zich zag. Gipsy muziek, zoals je dat in een stad als Praag kunt horen. In veel Oost-Europese steden kunt je dit horen, de Hungarian Gipsy stijl en het doet ook aan de Joodse Klezmer muziek denken.
Het is een vreemde wending in de muziek, waardoor de aandacht weer terug naar de muziek wordt getrokken.
Dat is ook de bedoeling. Het is als een nieuwe scene in een film. Door de abrupte verandering in de dynamiek van het nummer wordt de sleur van het album doorbroken. Dat is ook iets dat we hebben geleerd gedurende onze muzikale carrière. Wijzigen in de muziek houdt de aandacht van de luisteraars vast.
Jullie hebben altijd een ritme gehad van één album per jaar. In het vorige interview met Maarten Goossensen gaf je nog aan dat dit een mooi ritme was voor jullie. Waarom heeft het nu twee jaar geduurd voor het nieuwe album is uitgekomen?
Deze keer was het anders. Het schrijfproces was ingewikkelder. Als je iets intelligents wil zeggen over ‘het kwaad’ dan is dat erg moeilijk. We hebben ook erg veel demo’s gemaakt, waarna we weer alles wilden aanpassen. “March Of Ghost” was een redelijk makkelijk album om te schrijven. Dat was een album met normale liedjes. En dat is gemakkelijker om te schrijven. Er is een reden waarom de meeste nummers worden geschreven met couplet-refrein-couplet. Als je met die regel breekt, dan wordt het ingewikkeld. Maar wij wilden wat anders doen. Dus heeft het allemaal wat langer geduurd. In mijn dagelijks leven werk ik als composer voor jingles en reclamemuziek, dus ik weet ook hoe je popsongs moet maken. Maar de muziek die we voor Gazpacho willen schrijven is anders. We willen een bepaalde sfeer vastleggen. We hebben allemaal een normaal leven en willen onze luisteraars aanspreken op ons eigen niveau. Wij zijn geen popsterren, net als Mick Jagger, die in een compleet andere wereld leven. We hebben dezelfde problemen als jullie, de kinderen naar school brengen, overdag naar ons werk en ’s avonds een wijntje drinken.
Rob Palmen klopt op de deur dat de volgende interviewer al klaar staat. De zaal loopt ondertussen al lekker vol en ik wil Kris Gildenlöw natuurlijk niet missen. Thomas Andersen verontschuldigt zich (geheel ten onrechte natuurlijk) voor het feit dat we nauwelijks aan de door mij voorbereide vragen zijn toegekomen. Met de belofte om volgend jaar weer verder te praten, om de rest van mijn vragen door te nemen, neem ik afscheid met een laatste vraag:
Wat kunnen we in de nabije toekomst nog verwachten van jullie?
We willen begin volgend jaar een live dvd uitbrengen van de huidige tour. We filmen op meerdere plaatsen voor een achtergronddocumentaire en morgen in Zoetermeer nemen we de gehele show op. Daarnaast willen we opnames maken in de blokhut van Mikael (Krømer) in de bergen om mooie opnamen in het midden van de prachtige natuur daar. Dus dat wordt dan een dubbel dvd, één live van deze shows en één in de Noorse bergen. En in april willen we dan weer gaan toeren om de dvd te promoten. Dan zullen we tevens het nummer Death Room spelen, want dat doen we tijdens deze tour niet.
Bedankt voor het gesprek en tot volgend jaar!