Boek: Pink Floyd – De Som Der Delen
Interview door: Mario van Os
Datum: 12 november 2015

Wouter Bessels geeft – ter promotie van zijn boek – momenteel een aantal presentaties, signeersessies (zoals op 29 november bij Concerto in Amsterdam) en interviews aan diverse media. Vandaag is het de beurt aan Progwereld, waar Bessels zelf als recensent aan verbonden is. Dit maakt het voor de mij enerzijds iets ingewikkelder om een collega te interviewen, anderzijds heeft het een voordeel om iemand te interviewen die ook de andere kant van de microfoon goed kent.

Hoi Wouter, begin eens met je zelf voor te stellen. Je zit al ruim twintig jaar in de journalistiek, hoe ben je hier in gerold?
Na de middelbare school ben ik naar de HTS gegaan, technische bedrijfskunde in Alkmaar, en die heb ik ook afgemaakt. Maar gaandeweg ontdekte ik al dat het niet helemaal mijn ding was. Het is een heel brede opleiding tot en met presentatietechnieken. Eind jaar ’90 schreef ik al een aantal dingen onder andere bij LiveXS en daarna ook voor Background Magazine. Ik kreeg van velen positieve feedback op mijn artikelen. Ik vond het ook leuk en dacht toen “ik ga het gewoon doen”. Ik zat er dus al hobbymatig in, maar besloot toen om er mijn vak van gaan te maken.

Ik heb toen drie jaar lang een studie gedaan. Mijn toenmalige vriendin studeerde journalistiek in Zwolle en ik was net met mijn ouders naar de Veluwe verhuisd. Ik heb na Technische Bedrijfskunde eerst een jaar in de audiovisuele technische sector gewerkt; techniek gedaan op congressen in binnen- en buitenland. Daarna ben ik met Journalistiek begonnen. In die tijd kwam internet op, die een plek innam naast de kranten en tijdschriften. Naast de gedrukte media kwam de digitale media op. Dat ging elkaar ontmoeten en zo ontstond het crossmediale. Er gebeurde ook van alles in de wereld, je had toen 11 september en ik zag Martin Bril bij Zomergasten. Dat zijn van die druppels geweest voor mij. En dan ga je je daar drie jaar mee bezig houden, stage lopen, etc. Je gaat genres uitproberen, hier en daar eens een artikeltje schrijven, recensies, achtergrondverhalen, interviews en al die dingen onderzoek je. En je gaat zoeken wat je het leukst vindt en ik vond eigenlijk alles leuk. Ik heb toen ook een richting gekozen waar het allemaal inzat, toen nog wel gedrukte / geschreven media met de passie voor radio en tv in mezelf. Ik had toen het geluk dat ik kon blijven hangen bij mijn tweede stageadres en daar werk ik nu nog steeds. En ik merk dat ik nog steeds veel plezier daaraan beleef.

Wouter Bessels

Is je keuze gevallen op de geschreven media, zowel gedrukt als via internet, of doe je ook nog iets met audiovisueel?
In mijn vrije tijd maak ik nog wel eens radio. Ik heb ook nog een keer binnen mijn bedrijf wat voor tv gedaan. Dan komen ook mijn presentatietechnieken weer goed van pas. Het kwam eigenlijk allemaal samen. En alles is nog steeds in beweging, dat maakt het interessant en erg leuk.

En het schrijven van het boek, hoe is dat ontstaan?
Dat is eigenlijk ook een soort wisselwerking geweest. Ten eerste is muziek al heel lang mijn hobby, maar als ik niet professioneel met journalistiek bezig was geweest dan was het er waarschijnlijk nooit van gekomen. Dat vergt toch wat ervaring en een vloeiende pen die je gaat ontwikkelen. Iedere journalist heeft een wens om ooit een boek te schrijven en of je dat nou doet op je 50e, je 25e of je 38e – zoals in mijn geval – dat maakt niets uit. Als je voelt dat het erin zit dan zit het erin. Je krijgt het verzoek en dan mag je daar maar heel even over nadenken en dan doe je dat gewoon. Dat was een kans die ik niet kon laten liggen.

En waarom een boek over Pink Floyd?
Nou, omdat Pink Floyd heel veel voor mij betekent. Ik ben al vanaf heel jong een enorme muziekliefhebber. Toen ik Pink Floyd voor het eerst hoorde – zoals ik ook in het boek beschrijf – was dat een soort keerpunt voor mij. Vanaf dat moment ben ik anders naar muziek gaan luisteren en ben dingen anders gaan ervaren en begrijpen. En je vormt een smaak. Ik was vier à vijf jaar toen ik naar muziek ging luisteren en je begint met hetgeen je thuis hoort. Mijn ouders vonden het bijvoorbeeld helemaal niet erg als ik een middag rondneusde in de plaatselijke platenzaak, die je toen nog had. En dan kwam ik weer eens thuis met een singeltje dat ik gekocht had. En toen kwam dit op mijn pad en Pink Floyd is natuurlijk een albumband, daar moest je voor sparen. En zeker toen de cd kwam in ’87 werd dat een kostbare onderneming.

Wouter Bessels - Pink Floyd, de som der delen

Je beschrijft in je boek dat je in aanraking bent gekomen met Pink Floyd via “The Wall” en daarna “Dark Side Of The Moon”.
Dat was ook kort daarna, ik denk zo’n vijf maanden later. Met de koptelefoon op in een muziekwinkel geluisterd. En toen was ik helemaal om, mooier dan dit kon het niet worden. Tot die tijd was het altijd “Abbey Road” – dat is overigens nog altijd mijn nummer 2 – maar “Dark Side” was het meteen. Dat was 42 minuten van het begin tot het eind geweldig.

Maar stel dat je dit in een andere volgorde had gehoord, wat dan?
Dan denk ik dat de fascinatie nog groter was geweest. “The Wall” blijft natuurlijk een spectaculair ding, maar “Dark Side Of The Moon” is het sterkste dat ze ooit gemaakt hebben. Maar dit is wel interessant om over na te denken. Dan hoor je dus eerst “Dark Side …” met die hartslag en dat bouwt zich verder op en dan het begin van “The Wall”. Ja, dat is wel leuk om over na te denken hoe dat zou zijn gegaan. Maar ook als je “Wish You Were Here” als eerste zou hebben gehoord. Weer een andere ervaring en invalshoek.

Ik moest daar aan denken toen ik jouw boek las. Ik ben natuurlijk een stukje ouder dan jij en mijn beleving is andersom. Mijn eerste ervaring met Pink Floyd was overigens “Ummagumma” en dan met name het live album.
“Ummagumma” heeft een tijdgeest en het is vooral een kind van z’n tijd. “Dark Side Of The Moon” is tijdloos. Dat geldt ook voor “The Wall”. “Ummagumma” was vooral psychedelisch en erg experimenteel.

Is een boek nog wel relevant in deze tijd met internet, etc.?
Ja, een boek is altijd relevant. Een boek is iets stoffelijks en is tijdloos. Internet is vluchtiger en veranderlijk. Een boek is een momentum, het ontstaat en wordt gedrukt, je kunt er daarna niets meer aan veranderen. Dat is overigens bij mij wel heel toevallig gegaan, de band heeft zijn laatste album afgeleverd en is nu klaar. Ik heb nu het hele verhaal van begin tot eind.

Heeft dat jouw deadline doen veranderen?
Ja, het boek is daardoor vertraagd. De eerste deadline was eerst vorig jaar zomer, maar toen kwam de aankondiging van “The Endless River” en dat moest ik natuurlijk meenemen. Ik heb er voor gekozen om het boek te beginnen met dit album. Dan heb je ook meteen de tijdgeest van nu te pakken. Hoe is het als een album van Pink Floyd nu uitkomt. Ook met de social media en manier waarop het album is geïntroduceerd. De mysterieuze waas die erbij hoort, met veel ‘stille’ bombarie wordt zo’n album dan neergezet. Een promo vanuit de platenmaatschappij met de pseudoniem naam “Seamus Revisited” erop. Heel erg fascinerend. En dan komt het album uit en breken ze meteen weer een record “Het meest vooruit bestelde album op Amazon”. En dan is het verhaal klaar en kan het boek beginnen.

Maar ik heb ook nog het album “Rattle That Lock” van David Gilmour en de ook de film “The Wall” die op 29 september j.l. in première ging, kunnen meenemen. En dat geldt ook voor de foto’s, de albumhoes van David Gilmour, de filmposter van Roger Waters en zelfs een concertfoto van afgelopen september heb ik nog integraal in het boek kunnen meenemen. Daarmee is het momenteel het meest complete en actuele boek over Pink Floyd. En daar ben ik heel blij mee.

Wouter Bessels

En dan terug naar jouw vraag “waarom een boek in deze tijd van internet?”. Het is vooral de persoonlijke beleving die je bij het boek hebt en dat heb ik in de opbouw van het boek proberen te gebruiken. Als je het boek van begin tot eind leest, dan heb je de herkenning. Als je Pink Floyd kent ga je nadenken over wanneer heb ik dat voor het eerst gehoord en hoe is dat in zijn werk gegaan. Dat maakt het als een soort beleving. En dat kabbelt er door het hele boek doorheen, een beetje een eigen mening, een beetje gepeperd hier en daar. Maar dat komt ook door de afstand die ik heb genomen en de objectiviteit die ik heb betracht bij het schrijven van het boek. Dat moet ook anders wordt het veel te veel een hiep-hiep-hoera verhaal, nu heb ik meerdere kanten beschreven.

Maar ben jij nou een echte fan of niet meer?
Ik was zeker fan toen ik ze zag in de Kuip (in Rotterdam, 1994) en de jaren daar naar toe. Een paar jaar later kwam Wright bij Concerto signeren en na afloop heb ik hem toen een hand gegeven en een paar woorden met uitgewisseld. Toen ik met de trein daarna naar huis reed dacht ik “mooier dan dit kan het niet worden”.  Maar dan word je de volgende ochtend wakker en denk je het is allemaal zo relatief.

Ook later bij de concerten worden Roger Waters en David Gilmour na afloop opgewacht door de fans – met hun linnen draagtasjes vol elpees – voor een handtekening. Dat is wellicht heel leuk voor de echte fan, maar daar heb ik nooit iets mee gehad. Ik ben dus geen fervent fan, maar een echte liefhebber. Ik heb zo-wie-zo niets met het woord fan. Het is ook de omgeving die het fan gehalte bepaalt. Als een artiest belaagd wordt dan gaat hij zich anders gedragen, maar het zijn ook gewoon normale mensen. Het is heel relatief. Ik heb vaak interviews met bekende artiesten of raak na een optreden met ze aan de praat en dan merk je dat ze ook normale mensen zijn, waarmee je ook over gewone dingen kunt praten.

Over bekende artiesten gesproken; je bent onder andere biograaf voor Jan Akkerman, hoe ben je met hem in contact gekomen?
Ik heb meegewerkt aan het boek over Focus van Jaap van Eik. Jaap heeft vroeger met Jan Akkerman gespeeld en ook even in Focus gespeeld en hij heeft zojuist ook een prachtig boek over Deep Purple afgeleverd. En Jan Akkerman ken ik al heel lang en ik heb een leuk archief over hem vastgelegd. Ik denk niet dat ik ooit een autobiografie over Jan Akkerman zal schrijven, want we hebben het boek van Jaap al en ik denk niet dat Akkerman er op zit te wachten. Daarnaast is het journalistiek niet zo interessant, ik zou dan liever een biografie willen schrijven waarin naast Jan mensen aan het woord komen waarmee hij heeft samengewerkt, plus een dosis eigen beleving. Een autobiografie is eenzijdig vanuit de persoon zelf, ook al zou ik het dan opschrijven.

In het boek over Pink Floyd heb ik dat ook gedaan, mijn eigen reis en gedachten over Pink Floyd opgeschreven. De herkenning die de lezer zal ervaren vind ik belangrijker dan het totale volledige feitenrelaas. Mijn journalistieke achtergrond heeft overigens zeker wel invloed gehad op het schrijfproces. Je gaat eerst verzamelen, dan ordenen en selecteren, vervolgens bijschaven. Je pikt hier en daar de dingen uit die kenmerkend zijn geweest voor de geschiedenis van Pink Floyd.

Heb jij ook een groot archief van Pink Floyd?
Ja, ik heb een heel goot archief van Pink Floyd, veel boeken, artikelen en honderden concertopnames. Om te beluisteren wat je niet hebt kunnen bijwonen. Dat specifieke concert uit 1971, etc. Maar ik heb ook archieven van andere bands, zoals Tangerine Dream, Klaus Schulze, Jan Akkerman en bijvoorbeeld Porcupine Tree en Steven Wilson.

Je maakt in het boek veelvuldig gebruik van quotes van de bandleden en grote stukken van songteksten?
Dat is bedoeld om het boek makkelijker leesbaar te maken. De grote lappen tekst worden onderbroken met deze quotes en songteksten. En ik heb ervoor gezorgd dat ze op het juiste moment in het verhaal geplaatst worden, zodat het één verhaal wordt. Ze illustreren de tekst, evenals de foto’s. De quotes moeten ook relevant zijn op dat moment en die plek in het verhaal. Zoals tijdens de periode van “The Wall” waar Wright vertelt dat hij vastliep, dan kun je dat veel beter door hem zelf laten vertellen (met een quote). De achtergrond, de betekenis en het gevolg daarvan voor de band, beschrijf ik dan weer.

Het deed mij een beetje denken aan een video documentaire waar ze ook vaak de band aan het woord laten komen. Zou je dat ook nog ooit willen doen?
Eigenlijk nooit over nagedacht, maar ja, met mijn audiovisuele achtergrond zou dat zeker leuk zijn. Als ik een keer een compilatie zou moeten maken van twee uur over vijftig jaar Pink Floyd, dan zou ik dat zo willen doen.

Stel dat je niet erg bekend met Pink Floyd bent, is dit dan ook een goed boek om mee te beginnen?
Ja, zo iemand gaat “Dark Side Of The Moon”, “The Wall”, “Animals” en “Wish You Were Here” aanschaffen, misschien ook nog “The Piper At The Gates Of Dawn” en “The Division Bell”. En dan neemt hij/zij het boek ter hand en gaat lezen. Precies zoals ik schrijf “Zet de koptelefoon op, sla de bladzijden om en laat je meevoeren in het verhaal”. En als het goed is weet je zo’n 244 pagina’s verder wat meer over Pink Floyd. Tenminste dat is het doel geweest. Mensen die de band niet kennen maar nog niet alles weten te informeren. En kenners en liefhebbers gaan dingen herontdekken .. o ja, die tour en dat moment … En dan nemen ze de Immersion box om opnieuw te genieten van de muziek.

Wat vindt je de beste line-up van de band, met of zonder Roger Waters?
Ja, dat is toch met Roger Water, want “The Dark Side of The Moon” blijft toch mijn favoriete album.

Maar wat vindt je dan van de albums zonder Waters, zoals “A Momentary Lapse Of Reason” en “The Division Bell”?
Dat zijn voor mij allebei groeiplaten geweest. Ik weet nog heel goed dat ik “The Division Bell” kocht en het wel een heel mooi album vond, maar pas bij de live-optredens en in de aanloop daar naar toe – waarbij ik het album meer ging draaien – ben ik het album meer gaan waarderen. Bij “The Endless River” was ik meteen verkocht, daar gebeurde echt wat. Maar ook de achterliggende gedachte dat het echt het laatste album is, een eerbetoon aan Wright, het is weer een totaal, de som der delen. Onder aan de streep vond ik dit zeker een beter album dan “The Division Bell”, maar dat is gevoel en dat kun je verder niet uitleggen. En “A Momentary Lapse Of Reason” is overigens ook een heel goed album, maar het is natuurlijk veel meer een Gilmour plaat, dan een Floyd plaat.

Ik heb nu het onderwerp Pink Floyd en zijn muziek aangesneden en nu komt Wouter Bessels helemaal los en weet honderduit te vertellen over de muziek die hem erg enthousiast maakt en waar hij duidelijk heel veel van weet. Voor dit interview gaat het te ver om een gesprek tussen twee muziekliefhebbers vast te leggen, dus ik beperkt me tot de relevantie van het boek.

Wouter Bessels

Waarom noem je het boek “De Som Der Delen”?
De kracht van Pink Floyd zit niet in de afzonderlijke leden, ze zijn ieder apart heel verschillende muzikanten en ook niet te vergelijken, maar samen maken ze prachtige muziek. Wat Lennon en McCartney hadden, wat Akkerman en van Leer hadden, wat Ronnie Lane en Steve Marriott hadden en zelfs wat Rothery en Fish ook hadden. En ik kon me geen Yes voorstellen zonder Howe en Wakeman, zo kon ik me in eerste instantie ook geen Pink Floyd zonder Waters voorstellen. Maar als je dan toch een bepaald gevoel kunt oproepen, is dat heel bijzonder. Verder is het natuurlijk een zinsnede uit een songtekst, maar ik wil er ook mee aangeven dat de band groter is dan de individuele bandleden. Neem even iemand willekeurig hier en vraag of hij een bandlid van Pink Floyd kan opnemen, dat zal nog tegenvallen. Ze waren redelijk anoniem, tussen “Meddle” en “A Momentary Lapse” hebben ze niet met hun hoofden op de albumhoezen gestaan.

Maar het is ook zoals de Duitsers zeggen een “gesamtkunstwerk”; een totale kunstvorm met hoes, concept, muziek, tekst en zo zie ik Pink Floyd ook. Er is overal aan gedacht tot aan de uitvoering toe. Maar je kunt het ook prima ontleden naar de basis. Dus dat is ook een deel, maar vervolgens de som –  alles bij elkaar – Gilmour, Waters, Wright (toch de George Harrison van de band) en Mason (een soort Ringo Starr) maken de band compleet.

In deel 2 krijgt Roger Waters relatief een groot gedeelte van het boek (22 pagina’s) en David Gilmour slechts 12 pagina’s. Dit terwijl ze ongeveer even veel albums hebben uitgebracht. Is daar een reden voor?
Nou, eigenlijk niet. Ik denk dat je in dit geval meer naar de kwaliteit dan de kwantiteit moet kijken. Waters heeft solowerk gemaakt waar veel meer inhoud in zit dan bij Gilmour. En daar valt veel meer over te vertellen. Zo is “On An Island” een traag album, waar verder weinig over te vertellen is. Inhoudelijk is er veel meer te vertellen over de albums van Roger Waters.

Je schrijft natuurlijk ook voor ons eigen Progwereld, hoe ben je met deze website in aanraking gekomen?

Ik ben gevraagd om voor Progwereld te schrijven in 2006.  Ik ken Christian (Bekhuis) al jaren daarvoor en ik was een keer met hem bij een concert van Marillion in Vredenburg. Daar waren Maarten (Goossensen) en Markwin (Meeuws) toen ook. Ik was toen net een paar jaar professioneel bezig en Christian vond dat er eens keer een echte professionele journalist bij het team moest komen. En toen kreeg ik dus een aanbod om bij Progwereld te schrijven. Ik zou een aantal verschillende dingen gaan doen, zoals wat oudere albums, gewone cd-recensies, concertverslagen en necrologieën. Als er iemand is overleden dan trek ik zijn archief en schrijf er wat over. Dat gaat vaak over gevoel en dan schrijf je wat je van de artiest vond. Het is ook een soort minibiografietje, en daar moet je wel wat gevoel bij hebben.

Ik kende Progwereld natuurlijk al lang en volgde het al een tijd. Het leuke was dat het natuurlijk geschreven tekst is, maar dan op internet. En die combinatie trok me toen vooral. En ik heb het er nog steeds erg naar mijn zin.

Je schrijft ook andere dingen, bijvoorbeeld een blog voor Emmen.nu.

Dat is een rubriek “Plaat voor je kop” waar ik regelmatig voor schrijf, eerst wekelijks maar nu vaak maandelijks. Het is een plaat met een anekdote. Iets wat ik dan even in de picture wil zetten. De laatste ging over verzamelalbums en ik zit nu te broeden op het album “Milliontown”  van Frost*. De band van Jem Godfrey en John Mitchell, die een jaar of tien geleden (in 2006) een schitterend album maakte. Ik vind dit nog steeds één van de betere album uit het laatste decennium en er zit ook een leuke anekdote voor mij aan. Jem Godfrey is weer bezig met een nieuw album en dan vind ik het leuk om dit wat oudere album weer even in de spotlight te zetten. Ik krijg op die blog ook hele leuke reacties en daar doe ik het ook voor. Bij het boek ook, ik vind het veel belangrijker wat de lezers er van vinden en dat ze mij daar feedback op geven dan dat het heel veel verkoopt en in kasten verdwijnt. Zo gaat dat bij mijn artikelen en recensies ook, ik heb de lezer in gedachte en wat hij/zij er mee zou willen.

Dat heb ik bij het boek ook gedaan. Wat wil de lezer uit mijn boek halen? Ik heb daarom ook getracht om er een goed leesbaar boek van te maken. Het schrijfproces is in het begin ook bijna vanzelf gegaan. Ik heb in de eerste vier maanden mijn hoofd leeg geschreven en toen had ik al een groot gedeelte van het boek en dan is het sorteren, schrappen, aanvullen, samenvoegen en delen verschuiven. Een boek is natuurlijk iets heel anders dan een artikel, het is ook geen verzameling van artikelen. Het idee voor het boek, hoe het er uit gaat zien en wat je wilt vertellen, dat moet ergens al sudderen, het vertrouwen hebben dat je het gaat doen. Ik heb de uitgever aan het begin van het proces twee a4-tjes moeten geven met de outline en het plan om het boek te maken. Maar daarna vloeit het als vanzelf uit je pen.

Stel dat je over enige tijd weer de vraag wordt gesteld voor een volgend boek, zou je dat doen?

Phoe! Dat weet ik nog niet. Het hoofd is nu leeg en dan zou ik weer ergens enthousiast over moeten worden. Er zijn natuurlijk nog genoeg bands om over te schrijven. Maar ik weet niet of ik daar een boek over kan schrijven met dezelfde intentie als over Pink Floyd. Zij zijn toch de band waar ik het meeste naar luister, wellicht op de Beatles na. En daar is al genoeg over geschreven. Ik zou eenzelfde fascinatie voor een band of onderwerp moeten hebben als die ik bij Pink Floyd had. Maar ik weet het absoluut nog niet. En daarnaast heb ik nog andere doelen in mijn leven…

Oké, dat waren mijn vragen, dank voor het interview en we blijven natuurlijk contact houden.

Jij ook bedankt en ik wil graag een drietal boeken beschikbaar stellen voor een prijsvraag met jullie lezers.

PRIJSVRAAG

Zoals Wouter Bessels aan het eind van het interview al aangaf mogen wij drie boeken weggeven aan jullie, de lezers van Progwereld.

Om in aanmerking te komen voor één van deze boeken, hoef je alleen de volgende vraag te beantwoorden en je antwoord vóór vrijdag 8 januari 2016 te sturen aan info@progwereld.org, onder vermelding van “Prijsvraag Pink Floyd”.

VRAAG: Wanneer (in welk jaar) is de band Pink Floyd ontstaan?

Deze Prijsvraag is afgesloten. Winnaars worden persoonlijk op de hoogte gebracht (over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd).

 

INFO

“Pink Floyd: De Som Der Delen”
Auteur: Wouter Bessels
Uitgegeven in: 2015
Uitgever: Uitgeverij Verbum, Laren
Uitgever (weblink): www.rockklassiekers.nl

Land van herkomst: Nederland
Verschijningsdatum: 23 oktober 2015
Paperback, 244 bladzijden, foto’s
Formaat: 16 x 21,5 cm
Prijs: € 17,95
ISBN 9789074274777

Koop bij bol.com