In Nederland stikt het van de musea, in totaal zijn er zo’n 500 officieel geregistreerde museale instellingen. En die hebben een veelvoud aan zaken tot onderwerp, van aardrijkskunde tot zeevisserij. Maar, heel opvallend, er is maar één museum dat de Nederlandse popmuziek tot object heeft verheven: RockArt in Hoek van Holland is hét Nationaal PopMuseum. Ik had al vaak gehoord en gelezen over die bijzondere collectie aan rock- en popmemorabilia die onder de noemer RockArt sinds 1994 bij elkaar is gebracht door oprichter Jaap Schut en een groep gepassioneerde vrijwilligers. Maar het was er nog niet van gekomen om ook daadwerkelijk een bezoek te brengen, daar zou op een zonnige zondagmiddag in april 2024 verandering in komen.
Samen met mijn zoon toog ik naar de badplaats aan de Nieuwe Waterweg, op zoek naar de locatie. Die vonden we al snel, op een steenworp afstand van de Stena Line terminal, in een ongezellig, onopvallend bedrijventerrein. De entree springt direct in het oog: planten, een reusachtige afbeelding van een single en een zitje nodigen uit om naar binnen te gaan. Dat doen we dus ook, uiteindelijk zijn we hier speciaal voor gekomen. Het is behoorlijk donker binnen, kan ook niet anders in een industriële loods, want daarin is het museum gevestigd. Je komt binnen in het zakelijke gedeelte, een platenzaak, annex memorabiliaverkoop; het museum voorziet in een deel van hun inkomsten door de verkoop, rechtstreeks of via een website, van platen, cd’s en aanverwante artikelen.
Tegen betaling van € 9,- per persoon mogen we doorlopen naar het heilig der heiligen. Niet bepaald goedkoop, maar betaalbaar en acceptabel, zeker gezien het unieke karakter. Want uniek is het, hier in dit donkere hol annex museum. Het lijkt meer op een zwaar uit de hand gelopen hobby, de overtreffende trap van een mancave. Dat blijkt al direct bij binnenkomst, je weet amper waar je moet kijken. Mijn oog valt direct op een vitrine met zilveren platen, mondharmonica’s en blokfluiten, tastbare herinneringen aan de Haagse Golden Earring(s). Daarnaast een vitrinekast met aandenkens aan het eerste popfestival in Europa, het Kralingen Popfestival, ik heb er ooit nog wel eens wat over geschreven. Ik kijk mijn ogen uit, ben mijn zoon al lang kwijt. Hoewel, in deze krap bemeten ruimte kun je niet echt iemand kwijtraken.
Er lijkt toch enige structuur in deze op het oog chaotische opstelling te zitten. Allereerst is daar het hoofdthema: de al genoemde Golden Earring(s). Met medewerking van (ex-)leden, fans en medewerkers van de band is een schat aan zaken verzameld die zijn weerga niet kent. Wat te denken van gouden, platina en zilveren platen, originele instrumenten, zelfs een meubelstuk. Te veel om op te noemen, de liefde voor de Haagse formatie is duidelijk zichtbaar in de verzameling.
Maar ook die andere wereldberoemde Haagse groep is ruim vertegenwoordigd: Shocking Blue. In een speciale bolvormige vitrine staan een paar pronkstukken: een prachtige semi-akoestische twaalfsnarige Coral gitaar en gouden en zilveren exemplaren van hitsong Venus, wat anders. Maar ook andere (Haagse) bands als Q65, The Haigs, Sandy Coast en het Delftse Tee Set ontbreken niet. De nadruk ligt op de jaren zestig en zeventig, de bloeitijd van de Nederlandse pop en rock. De collectie is gerust eclectisch te noemen, wat te denken van een paar jurken van Songfestivalwinnares Lenny Kuhr, het masker van ZZ en een door het Amsterdamse kunstcollectief The Fool beschilderde Gibson SG naar het voorbeeld van Eric Clapton.
Er is behoorlijk wat ruimte gereserveerd voor de zeezenders, de radiopiraten uit die periode. Met onder andere een volledig nagebouwde studioruimte van het legendarische Radio Veronica, compleet met de originele apparatuur. Dat laatste geldt ook voor de oorspronkelijke opnamestudio voor het nummer Venus, pure nostalgie. Er staat een arsenaal aan muziekinstrumenten, waaronder een origineel drumstel uit 1959 van Electric Johnny and his Skyrockets, de gitaar die George Kooymans gebruikte in de videoclip voor When The Lady Smiles en een drumstel van de Earring toen de ‘s’ nog als toevoeging aan de naam zat. Maar ook een schitterende Gretsch Chet Atkins van gitarist Eddy Christiani, een Roland gitaarsynthesizer van Jan Akkerman en een Les Paul Sunburst van Andy Tielman (Tielman Brothers).
Er loopt een aantal toegewijde vrijwilligers rond in het pand die je met veel plezier en deskundigheid wegwijs maken in de wirwar van tentoongestelde objecten. De liefde en passie voor de muziek hebben zij met elkaar gemeen, het is alsof je in een warm bad bent gestapt. De ouderwetse bar op de begane grond is een prima pleisterplaats om een boompje op te zetten.
Voor de echte progfanaat is het aanbod karig: ik detecteer een paar van Kayak afkomstige instrumenten zoals een Rickenbacker basgitaar, een akoestische gitaar en een wel heel bijzonder toetseninstrument: een originele Mellotron die nog aan Max Werner (die op 9 april 2024 overleed) heeft toebehoord. Maar weinig tot niets van Focus, een klein beetje Earth & Fire, en helemaal niets van Solution of Alquin, toch niet de minsten. OK, net als elke verzameling moeten ook hier keuzes gemaakt worden. Er is dit keer ook een kleine sectie gewijd aan de Rolling Stones met onder andere een podiumkostuum van Bill Wyman, de man moet de lengte van een volwassen tuinkabouter hebben gehad.
Het is even uitkijken op de trap naar een bovengelegen etage voor nog meer instrumenten en zelfs een volledig aan de jaren 70 gewijde ruimte. Dan blijkt ook de beperking van de huisvesting: een aantal stukken kan slechts van afstand bekeken worden of is zelfs afgesloten voor het publiek, jammer. Het heeft allemaal te maken met het feit dat de verzameling volledig uit zijn voegen is gegroeid en dat een verhuizing naar een grotere ruimte inmiddels een noodzaak is geworden. Helaas, ambtelijke/gemeentelijke molens draaien langzaam en een structurele oplossing is momenteel niet voorhanden. Als dat ooit het geval is zal het museum alleen nog maar aan aantrekkingskracht winnen. Dan kan de verzameling eindelijk zodanig tentoongesteld worden dat de individuele stukken optimaal tot hun recht komen. Met bijvoorbeeld de mogelijkheid om bepaalde instrumenten ook echt uit te proberen, zoals een van de vrijwilligers mij toevertrouwde. En kunnen de zaken die nu nog ergens in opslag liggen ook vanonder het stof gehaald worden om te schitteren zoals zij dat ooit gedaan hebben in hun glorieperiode. Ik wens het ze toe, de sympathieke mensen achter dit excentrieke, maar oh zo charmante museum(pje) op dat onpersoonlijke industrieterrein in Hoek van Holland.
Tip: combineer je bezoek aan RockArt met een visite aan het Atlantik Wall museum of Fort 1881 in datzelfde Hoek van Holland, ruimschoots de moeite waard!
Info:
Locatie:
Zekkenstraat 42
3151 XP Hoek van Holland