Redacteur Alex Driessen vergelijkt “Songs of Industry and Sunshine met honkbal (!)
Op het oog zijn er weinig gelijkenissen tussen de Amerikaanse sport honkbal en de Britse progband Quantum Pig. Maar op de een of andere manier blijf ik in mijn hoofd de link leggen tussen beide. Baseball, zoals de Amerikanen zeggen, heeft namelijk een kleurrijk idioom wat niet alleen op de sport betrekking heeft maar ook op het gewone leven. En het eerste waar ik aan dacht bij het beluisteren van het laatste album van de Britten, “Songs of Industry and Sunshine”, is dat ik een ‘curve ball’ kreeg toegeworpen. Voor diegenen die onbekend zijn met het spel en zijn jargon: de werper (pitcher) gooit een bal die op het laatste moment lijkt weg te draaien van de slagman. Maar het staat ook voor geconfronteerd worden met een onbekende situatie waar je mee moet dealen. En zo voelde het ook. Hoe meer ik luisterde des te meer de analogie met honkbal zich aandiende.
Statement Of Intent is vergelijkbaar met een ‘line drive’, een strakke lage bal met gevaar voor spelers en toeschouwers, zo voelt dit nummer aan. Intens en woedend, bukken allemaal. De muziek op Citizen And State is daarentegen weer heel tegendraads en eclectisch, ‘leftfield’, zou de Amerikaanse sportfanaat zeggen. En tegelijkertijd heel Major League, super professioneel, topkwaliteit. Long Letter Home is een driedelig episch stuk, een soort van ‘double play’ en in dit geval zelfs ’triple play’: een uiterst zeldzame spelsituatie waarbij alle drie honklopers in één slagbeurt tegelijk worden uitgeschakeld. Het donkere The Shadows We Miss kan met een beetje fantasie gezien worden als de ‘short stop’ (korte stop), de speler die tussen tweede en derde honk de lage doorschietende ballen moet zien tegen te houden.
Things, een korte, scherpe, bijna punky song, staat model voor ‘bunt & run’. Dit betekent een stootslag, een tik die niet ver komt maar vaak voor verrassing zorgt en daardoor extra effectief is, uiterst toepasselijk. Keep The Nation Warm, met een heerlijke gitaarsolo van ‘pinch hitter’ (vervangend slagman) John Mitchell, zet de kroon op het werk. Mitchell doet en passant een gooi naar de titel ‘Most Valuable Player’. En dan het sluitstuk van het album, het magnifieke Dirty Old Engine. Het voelt aan als een ‘grand slam homerun’, maar dan in slow-motion: met één slag alle honklopers naar het thuishonk en vier punten in de tas. Maar ook: een geweldige, unieke prestatie, lastig te overtreffen.
Of de Britten iets hebben met honkbal dient betwijfeld te worden, cricket ligt meer voor de hand. Maar dat er een zekere analogie tussen de muziek en de sport ligt is voor mij volledig duidelijk. Dit album voelt bijna aan als een perfect game. Om op zijn Amerikaans te zeggen: they knocked it out of the park.