Arco Iris

Inti Raymi

Info
Uitgekomen in: 1973
Land van herkomst: Argentinië
Label: Music Hall
Tracklist
Elevanda Una Plegaria Al Sol (3:48)
En Nuestra Frente (5:51)
Maritimaria (6:44)
La Pastora de las Peces (3:23)
Abran los Ojos (4:11)
Adónde Irás, Camalotal (5:46)
Sono Como el Cardon (1:47)
Non Queiro Mirar Atrás (5:26)
Inti Raymi (2:45)
Guillermo Bordarampe: basgitaar, contrabas, zang
Horacio Gianello: drums, percussie, zang
Gustavo Santaolalla: gitaar, charango, zang
Ara Tokatlian: saxofoon, dwarsfluit, quena, clarion, orgel, zang
Desde El Jardin (2012)
Arco Iris En Vivo Hoy (2001)
Peace Will Save The Rainbow (1996)
Peace Pipes (1988)
Faisán Azul (1983)
Los Elementales (1977)
Agitor Lucens V (1974)
Inti-Raymi (1973)
Sudamérica O El Regreso A La Aurora (1972)
Tiempo De Resurrección (1972)
Arco Iris (1970)

 

Een band die zich (in het Spaans) Regenboog noemt en die een cd opneemt die een religieuze ceremonie van het Inka-rijk ter ere van de god Inti tot onderwerp heeft; dan kunnen we er zeker van zijn dat we etnisch getinte muziek te horen krijgen. Inti Raymi is het Festival van de zon en de titel van de vierde cd van het Argentijnse Arco Iris, dat in de jaren 70 van de vorige eeuw furore maakte, vooral in Zuid-Amerika.

In 1972 werd de band, vooral met “Sudamerica O El Regreso A La Aurora”, wereldberoemd in eigen land en omgeving. Deze dubbelaar werd gezien als de eerste Spaanstalige rockopera en volgens collega Friso Woudstra is het een progressief meesterwerk. Dit succes leek op voorhand al bijna niet te evenaren en dat gebeurde met “Inti Raymi” dan ook niet. Het is veel minder gecompliceerd dan zijn voorganger en de nummers zijn veel toegankelijker. De traditionele invloeden van de oude Andesmuziek klinken nadrukkelijk door in de korte nummers. 

Diep spiritueel opent Elevande Una Plegaria Al Sol, met mystiek fluitspel en een rustgevende akoestische gitaar. Woordloze zang maakt dat ik mij losmaak van het aardse op mijn yogamatje. Een gebed richten tot de zon, daar gaat het over. Veel meer tempo zit in En Nuestra Frente, de zang is enthousiasmerend, de percussie nodigt uit tot meedeinen. De bas pruttelt gezellig op de achtergrond, maar het zijn vooral de saxofoonuithalen die voor een licht jazzy ondertoon zorgen. Heerlijk ontspannen klinkt dan weer Maritimaria, maar tegelijkertijd heel ritmisch en dansbaar. De melodie is goed mee te zingen, drums en percussie kloppen aan de deur en de sax vraagt zo nu en dan om aandacht. De fluitsolo nodigt de charango uit hetzelfde te doen en zo belanden we in een warm bad van Zuid-Amerikaanse klanken.

Het orgel zwelt aan, de fluiten doen ons denken aan El Condor Passa en plots duikt de stem van Dana (Danais Wynnycka, ex-model en yoga-goeroe) op. Zij schreef La Pastora de las Peces en het vorige nummer, terwijl Gustavo Santaolalla (gitaar en zang) de hoofdschrijver van de band is. Met Dana leefde de band een tijd in een commune, vreemd genoeg niet met seks, drugs en rock ’n roll; geloof jij het? Haar stem is hemels en gaat helemaal op in de pastorale muziek, gek genoeg hoor ik hier ook Japanse klanken in. Tijd voor wat rock ‘roll. Uptempo gitaarmuziek met een zacht ronkend orgeltje zorgen voor sfeer in Abran los Ojos. De gitaarsolo is een verademing, heerlijk pittig, met een duidelijke bluesinslag.

Ronduit zoetig en weinig tot de verbeelding sprekend kabbelt Adónde Irás, Camalotal van begin tot einde voort. Intiem en hartverwarmend is de samenzang op het korte Sono Como el Cardon, waar gitaargetokkel de enige begeleiding vormt. De gemoederen kunnen behoorlijk oplopen in die contreien, getuige de zang op Non Queiro Mirar Altrás, die soms richting schreeuwen gaat, als doen de zangers een poging om boven de scheurende saxofoon uit te komen. Dat verliezen ze, Ara Tokatlian trekt aan het langste eind. Pittige stukken jazzrock zijn verbonden door smaakvolle zachtmoedige intermezzo’s. Het titelnummer is niet meer en niet minder dan een verlengstuk van het openingsnummer. Als het gitaargetokkel wegsterft resteren slechts belletjes, die de naald onverbiddelijk naar het midden van het vinyl leiden.

“Inti Raymi” is niet de geschiedenis ingegaan als een van de topstukken van Arco Iris, maar is zonder meer genietbaar. De melodieën zijn toegankelijk en de klanken stralen een zekere warmte uit, terwijl het karakter van de plek waar deze bedacht zijn doorlopend aan de oppervlakte verschijnt. Het kan ook als een overgangs-cd worden beschouwd, het jaar daarop zou dit kwartet zich op het pad van de symfonische rock gaan begeven.

 

Send this to a friend