In deze box van maar liefst vijf cd’s wordt de beginperiode van Barclay James Harvest in kaart gebracht en EMI deed dit nog nooit zo uitgebreid. Maar wat een rommeltje maken ze ervan. In plaats van de vijf platen gewoon in een box te doen en de bonustracks te verdelen over de studio-cd’s, kiezen ze ervoor het verloop chronologisch te laten horen. Zodoende begint het debuut van Barclay James Harvest aan het einde van cd 1, gaat verder op cd 2 en bestaat cd 3 geheel uit bonusmateriaal. Het geeft daardoor wel een goed verloop van de professionele groei van BJH, maar het maakt toch ook het beluisteren niet gemakkelijk.
Toch is het mooi te horen hoe BJH groeide in die jaren, van een onbetekend Beatles-beïnvloed en eigenlijk vrij matig bandje (de singles Early Onward en Brother Trush gaan nog wel, de rest is troep), uitgroeiende tot een band die volwassen klassiekers als Mocking Bird (vier keer in de box) en Medicine Man wist te produceren. Vanaf dat met Taking Some Time On de studioplaten begint, komen we feitelijk geen slecht materiaal meer tegen en is het vanaf dat moment genieten geblazen. Hoewel “Barclay James Harvest” meestal als nogal onvolwassen wordt beschouwd, is het niveau ten opzichte van de singles en het demo-materiaal ervoor een reuzenstap en geen van de liedjes zijn slecht. Hooguit is het te lange hoorspel Dark Now My Sky wat overdreven. Het valt me ook nu pas op dat Woolly Wolstenholme op de eerste paar platen meer zong dat later in de band. De Beatles-invloeden zijn nog flink te horen, met name op The Sun Will Never Shine en Good Love Child, maar When The World Was Woken, gezongen door Les Holroyd, is wat mij betreft de eerste BJH-klassieker. En als het niet dit liedje is, dan is het wel het door Holstenholme gezongen The Iron Maiden. John Lees zingt op geen enkel nummer, was je dat al opgevallen?
Met “Once Again” verdwijnen steeds meer de groepscomposities, wat ervoor zorgt dat de composities van Holroyd, Wolstenholme en Lees beter te onderscheiden zijn. Door de onvoorstelbare klassieke status van Mocking Bird zou je bijna de rest van de plaat vergeten. Toch is ook dit bepaald geen slechte plaat en met nummers als She Said en Song For Dying wordt de klassieke BJH-sound met verve vormgegeven. Alleen Lady Loves is een onbegrijpelijk nummer. Als geheel vind ik “Once Again” niet geheel terecht te boek staan als klassieker, met uitzondering van Mocking Bird.
In interviews klagen Lees en Holroyd vaak over het overgeproduceerde karakter van “Barclay James Harvest and Other Short Stories”, maar deze plaat heeft de tand des tijds eigenlijk beter doorstaan dan de omringende platen. Als er één plaat uit de vroege periode van BJH rehabilitatie nodig heeft, is het deze wel. Medicine Man klinkt toegegeven bombastisch en de liveversies hebben meer pit, toch zijn orkestraties met smaak gedaan en klinkt het nummer gewoonweg fantastisch. Someone There You Know is een onderschat Holroyd-nummer en Lees’ Harry’s Song is een onderschat Lees-nummer met geweldige gitaarpartijen. Ursula (The Swansea Song) is als Wolstenholme-klassieker nooit onderschat. Little Lapwing en Blue John’s Blues vallen wat uit de toon, maar Song With No Meaning is schitterend, wat ook gezegd kan worden van het tweeluik The Poet/After The Day, waarmee BJH voor het eerst een plaat fatsoenlijk afsluit.
“Baby James Harvest” is de laatste plaat die deze box besluit, en het kenmerkt zich voornamelijk door een verder uit elkaar vallen van de drie componisten. Wolstenholme maakt het zelfs zo bont, dat hij voornamelijk met Martyn Ford knutselt aan zijn Moonwater, wat toegegeven een broeierig en prachtig nummer is. Met nog geen 35 minuten is “Baby James Harvest” vooral erg kort en wil het maar niet één geheel worden. Hoewel alle zes nummers in de categorie goed tot briljant vallen, mist er een ingrediënt, wat gelukkig op “Everyone Is Everybody Else” gevonden wordt.
Markwin Meeuws