Het duo Marco Bernard (basgitaar) & Kimmo Pörsti (drums) is de laatste jaren zeer productief. Meestal opereren ze onder de vlag van The Samurai Of Prog, samen met Steve Unruh.
Laatstgenoemde heeft echter een vrij volle agenda en wanneer Steve even géén of minder tijd heeft, gaan Bernard en Pörsti gewoon als duo verder. Meestal levert Unruh dan wel een instrumentale bijdrage aan de output van het Italiaans/Finse duo. Zo ook op dit tweede album van Bernard & Pörsti, “La Tierra”.
De overige bijdragen aan dit album worden weer geleverd door de inmiddels ‘usual suspects zoals Allessandro Di Benedetti, Oliviero Lacagnina, Jaime Rosas, Eduardo G. Salueña en Octavio Stampalìa op toetsen. Zij schreven tevens de composities. De meeste gitaarpartijen zijn ingespeeld door Ruben Alvarez, Rodrigo Godoy, Pablo Robotti en Rafael Pacha. Verder horen we John Hackett op fluit en Mark Arnold op saxofoon. De zang wordt verzorgd door Marcelo Ezcurra, Jaime Scalpello en Ariane Valdivié. Wie de (meestal omvangrijke) lijst met gastmuzikanten op de diverse The Samurai Of Prog-albums erop naslaat zal deze namen met regelmaat tegenkomen.
Interessante aanvulling is deze keer de Franse componist/hoornist/trompettist Marc Papeghin. Deze musicus heeft onder andere een schitterende symfonische versie op YouTube staan van The Final Deal van Garden Of Dreams van The Flower Kings.
Het tweede album van Bernard & Pörsti staat helemaal in het teken van oude, inheemse, actuele, fictieve en futuristische volken of individuen, veelal gelinkt aan de gevolgen van de verandering van onze leefomgeving die wij als mensheid bewerkstelligen. De teksten zijn allemaal in het Spaans.
Zo gaat de openingstrack Vuelo Sagrado over de heftige rituelen van de Rapa Nui bevolking op Paaseiland. Deze compositie van Salueña is een old school symfo werkstuk pur sang met wervelende toetsen die de ene keer het stempel van Wakeman dragen en de andere keer dat van Emerson. De orkestrale arrangementen, vooral in het slotgedeelte, bezorgden mij kippenvel. Jammer dat zangeres Ariane Valdivié af en toe nét iets te veel buiten de lijntjes kleurt.
El Error beschrijft een wetenschappelijk experiment waarin een levend wezen, de mens, in het ecosysteem van de planeet ‘Aarde’ wordt geplaatst met de bedoeling in dat systeem te integreren. Het levend wezen blijkt het ecosysteem echter te vernietigen, terwijl hij zélf afhankelijk is van hetzelfde ecosysteem… Hoewel dit nummer door een andere componist, Di Benetti, is geschreven, sluit het naadloos aan bij de openingstrack. De toevoeging van Hackett’s fluit geeft het af en toe een jazzy sfeer. De gitaarsolo van Rubén Alvarez op het eind is er een om je vingers bij af te likken.
Voz De Estrella Que Muere (Voice Of A Dying Star) gaat over een gereconstrueerde mens die geen herinnering heeft aan diegenen die hier leefden, liefhadden, haatten en zelfs vermoordden. Hij komt in vrede. Dit gegeven wordt muzikaal vormgegeven door een heerlijke Zuid-Amerikaanse fluitmelodie, gespeeld door Rafael Pacha. Na een aantal proggy omzwervingen eindigt het nummer magistraal met de trompet van Papeghin, aangevuld met de gitaar van Alvarez.
Ansia de Soñar is een ode aan de blik van een vrouw die ons met haar open, pure ogen doet smelten. Een nummer dat rustig begint, maar al snel ontvlamt en na een heerlijke toetsensolo in het midden, gedreven naar een eindclimax toewerkt.
Op elk The Samurai Of Prog album staat wel een pianostuk van David Myers van The Musical Box. Deze keer een mooi sfeervol Canción Desde La Caravana (A Song From The Caravan), geïnspireerd op het boek “The Alchemist” van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho.
Dan het piece de resistance en tevens titeltrack van dit album, La Tierra (de aarde). Het beschrijft een project van ‘The Seekers’, een groep muzikanten die inspiratie haalt uit de archeologie. Ze trekken met een mobiele studio door de Atacama woestijn in Chili, op zoek naar verhalen en mythes en componeren en maken opnames ter plekke.
Deze compositie bestaat uit drie delen:
1. Los Gentiles, een groep nobele, vredelievende menselijke wezens die volgens het verhaal al sinds het begin der tijden op de aarde leeft.
2. Sol, de zon, die volgens het verhaal ziek is en daarmee de reden dat Los Gentiles de aarde willen verlaten.
3. Adios a la Tierra, de voorbereidingen voor het afscheid van de aarde die worden getroffen.
Het nummer opent met een prachtige warme melancholische akkoordenreeks waarna zich een ware symfonische epic ontvouwt. Vintage toetsen over een uptempo ritmesectie en veel Italiaanse vocale dramatiek ondanks de Spaanse teksten en Chileense zanger. Heerlijke zangmelodieën waarbij je je soms in “De Parelvissers” van George Bizet waant. Soms krijgt het nummer ook bijna musical-achtige allures, met een prog-omlijsting wel te verstaan.
Het tweede deel begint met een gitaarsolo die het uitschreeuwt van de pijn, gevolgd door een emotionele ballad waarin de zon wordt bezongen. Rosas weet in het midden van de ballad een geweldige solo uit zijn synthesizer te toveren, waarna Mark Arnold op saxofoon ook nog een aardige duit in het zakje doet.
Het derde deel begint met een Chris Squire-achtige, donderende bas van Marco Bernard. Meteen daarna is het spel vocaal op de wagen in combinatie met een behoorlijk rockende ritmesectie. Halverwege dit deel komt de hectiek tot stilstand en ontspint zich onder begeleiding van het orgel een meerstemmig soort monnikengezang dat overigens uitstekend past in dit geheel. Na een terugkeer naar het openingsthema van dit derde deel sluit deze epic af met de akkoordenreeks uit het eerste deel, maar door de ietwat steriele synthesizer-sound lijken deze akkoorden nu in de galactische ruimte weg te zweven.
Bij de eerste luisterbeurten had ik enige moeite om mijn aandacht bij de muziek te houden. De Spaanse teksten bieden minder aanknopingspunten waardoor je sneller afhaakt. Uiteindelijk grijpt deze geweldige muziek je toch bij de keel. Dat, tezamen met de inspiratiebronnen voor deze muziek, maken “La Tierra” tot een indrukwekkende luisterervaring.