In mijn recensie van het laatste album van Big Big Train (BBT), “Welcome To The Planet” uit 2022, gaf ik aan onzeker te zijn over de toekomst van de band. Vooral het overlijden van voormalig frontman/zanger/componist David Longdon zou weleens een niet te vullen gat kunnen achterlaten. Ik besloot destijds met de band veel sterkte te wensen bij de keuzes die voor hen lagen. Daar kwam later nog een andere personeelswisseling bij: ook toetsenist/zangeres Carly Bryant heeft de band om persoonlijke redenen moeten verlaten.
Maar iedereen kan opgelucht ademhalen inmiddels: de band is er wederom in geslaagd zich te herpakken. De komst van nieuwe zanger Alberto Bravin is daar voor een groot deel verantwoordelijk voor. Maar ook nieuwe toetsenist Oskar Holldorf draagt zijn steentje bij aan het nieuwe album. Hoewel, helemaal nieuw zijn zij ook weer niet, sinds de tweede helft van 2022 maken beiden al weer deel uit van de livebezetting van BBT. Zoals ook al zichtbaar was tijdens de optredens in september 2022 en meer recent in augustus 2023, allebei in de Boerderij in Zoetermeer. Daar stond een fris en fruitig, vernieuwd/verjongd Big Big Train op de planken, klaar om het stokje over te nemen en de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
Het nieuwe album, het vijftiende in successie, is grotendeels opgenomen in de Urban Recording Studio in Triëst, Italië, de woonplaats van zanger Alberto Bravin, het eerste album met eerdergenoemde Bravin en uitkomend op InsideOut Records. Acht nieuwe nummers dus, in totaal ruim een uur muziek. Helemaal nieuw zijn alle nummers ook weer niet: drie ervan zijn al eerder live vertolkt, Last Eleven zelfs al in 2022 terwijl Oblivion en Love Is The Light tijdens de tournee van 2023 het levenslicht zagen. Het nieuwe album bevat zelfs een nummer van epische omvang: het ruim zeventien minuten durende Beneath The Masts.
Het begint al goed, opener Light Left In The Day is grotendeels instrumentaal en bezorgt me duimendik kippenvel. Het begint heel breekbaar met een paar regels zang en een akoestische gitaar maar wint al snel aan volume en dynamiek. Het is eigenlijk een soort van ouverture waarin de verschillende muzikale thema’s op het album worden geïntroduceerd. Het nummer gaat naadloos over in het inmiddels bekende Oblivion. Dit is duidelijk BBT nieuwe stijl: wat steviger, wat compacter en de titel nodigt uit tot publieksparticipatie. De muziek gaat van hard naar zacht en weer terug, met een grote rol voor drummer Nick D’Virgilio. Wel een beetje abrupt einde.
Weer kippenvel bij het intro van Beneath The Masts. Het nummer is geïnspireerd door een hoge tv-mast in Spawton’s woonplaats Sutton Coldfield, maar maakt op mij meer de indruk van een introspectief over het leven zelf. Alle bekende BBT-kenmerken komen voorbij: behoorlijke tempo- en stemmingswisselingen, solospots voor iedereen, stevige en fragiele gedeelten, hemelse zangpartijen, kortom een mini-suite van het zuiverste water. Een zeventien en een halve minuut lang durend hoogtepunt, met een knappe vocale prestatie van Alberto Bravin. De storm gaat uiteindelijk liggen, toetsen, akoestische snaren en de zuivere zangstem van Bravin verzorgen het rustpuntje en brengen het schip naar rustiger wateren. Dit zou wel eens een nieuwe klassieker kunnen worden in het repertoire van de Britten, in lijn met A Mead Hall in Winter en East Coast Racer. De tijd zal het leren.
Skates On is een welkom rustpuntje na de lange en complexe voorganger Beneath The Masts. Wel een beetje vreemde overgang: zo zitten we nog op een heuvel in de West Midlands, zo vraagt de band ons om onze schaatsen onder te binden. Maar de boodschap is duidelijk: het kan morgen voorbij zijn, pluk de dag. De melodieuze, enigszins weemoedige muziek onderstreept dat motto. A capella zang bij aanvang van Miramare, van de hand van Bravin, de complexe zangharmonieën blijven door het hele nummer heen aanwezig evenals de kopersectie. De tekst gaat over het kasteel Miramare, even ten noorden van Triëst, dat als buitenverblijf diende voor de Habsburger dynastie. Het drama van de noodlottige liefde dat zich hier afspeelt is goed terug te horen in de muziek. Love Is The Light heeft zoals gezegd ook al op het podium zijn debuut gemaakt. Een akoestische intro met Bravin en D’Virgilio in duet, de blazers en de volledige band komen er gaandeweg bij. Het nummer ontwikkelt zich tot een ‘feel-good anthem’ met positieve boodschap en vooral goed meezingbare refrein. Zoals ook al gebleken is tijdens de live concerten.
Het is tijd voor een rustiger momentje, het intro doet een beetje denken aan Curator of Butterflies. Maar dit is toch echt Bookmarks, een romantisch, melancholiek lied met veel Mellotron, meerstemmige zang, zware baspedalen en akoestische ‘feel’ met een tikkeltje Genesis. Ook Last Eleven is bekend van de concerten, al in 2022 werd het nummer gespeeld. Maar het klinkt nog steeds indrukwekkend, dit goed geproduceerde uptempo nummer. Geschreven door Greg Spawton en licht autobiografisch verhaalt het over een groep misfits en mislukkelingen waar niemand vertrouwen in had. De meeslepende muziek doet de rest en zorgt voor een passend einde van “The Likes of Us”. ‘Can the likes of us find a place to call our own?’ Het vraagteken staat er niet voor niets, de link met de titel is gelegd.
Er zit een fors aantal slimme zaken in het nieuwe album. Zo verwijzen de teksten van de nummers onderling naar elkaar. In Bookmarks komen de ‘skates’ weer voorbij, flarden van de melodie van Last Eleven zijn al te horen in Beneath The Mast. In Light Left in the Day hoor je weer fragmenten van Beneath The Masts en Miramare herbergt weer het meezingbare stukje uit Love is the Light. Zo zijn de nummers onderling met elkaar verbonden zonder direct de zware term ‘concept’-album van stal te hoeven halen. Knap.
“The Likes Of Us” bevat in tekstueel opzicht meer persoonlijke nummers, gedachten over (de eindigheid van) het leven. Heel anders dan de gebouwen, treinen en historische figuren die tot nog toe als onderwerp dienden. Het geluid is iets compacter, steviger ook, hoewel de succesvolle elementen van het ‘oude’ BBT overeind zijn gebleven. Dan heb ik het over het gebruik van koper, de meerstemmige zangpartijen en de bij tijd en wijle aan het ‘oude’ Genesis refererende akoestische boventonen. De vele personele wisselingen hebben blijkbaar relatief weinig impact op het uiteindelijke resultaat, de muziek. Dit is absoluut een van de beste albums die het internationale gezelschap heeft geproduceerd. Het hoesontwerp is wederom van Sarah Louise Ewing terwijl ook Rob Aubrey weer van de partij is, hij verzorgt de kristalheldere mix (samen met Bravin).
De onzekerheid is omgeslagen in tevredenheid; niemand hoeft zich voorlopig zorgen te maken over de band en zijn toekomst. Hier is duidelijk sprake van een ‘return to form’, een terugkeer naar de oude/nieuwe briljante succesformule die we van hen gewend zijn. In een nieuw jasje weliswaar en met andere, jongere muzikanten, maar trouw aan hun ‘roots’ en met oprichter/bandleider Greg Spawton losjes aan het roer. “The Future Looks Bright” zou zomaar de titel van het volgende album kunnen zijn. Al weet je het maar nooit bij BBT.