Een dikke zes maanden na het uitkomen van het laatste album, “Common Ground”, is er wederom een nieuw studio album van Big Big Train (BBT), het veertiende in successie.
Misschien een beetje snel, maar de band legt uit dat men juist gebruik wil maken van de gedwongen, relatief inactieve pandemie periode om zoveel mogelijk muziek te maken, een lofwaardig streven. Dat is op zichzelf al bijzonder. Ook bijzonder: voorafgaande aan de officiële release werden reeds vijf nummers aan het internet toevertrouwd waarvan één (Proper Jack Froster) zelfs met bijpassende animatievideo.
Daarnaast is dit het eerste album zonder echte ‘epic’, dat wil zeggen, het langste nummer, Oak And Stone, klokt op iets meer dan zeven minuten, daar waar BBT vooral bekend staat om zijn lange(re) nummers. Bovendien is dit demeest gevarieerde verzameling van Big Big Train nummers op één album die ik tot nog toe ben tegengekomen. Dat is mede ingegeven doordat de nieuwe leden van de band ditmaal ook in compositorische zin van zich hebben laten horen, zei het in beperkte mate.
En tot slot is het droevige verlies van zanger/componist en mede-drijvende kracht achter de band, David Longdon, eind november vorig jaar mede bepalend. Dit alles maakt “Welcome To The Planet” tot een meer dan bijzonder album. En dat is het dan ook geworden, anders dan anders.
Made From Sunshine is het zonnige, uptempo openingsnummer van het nieuwe album, zoals Big Big Train wel vaker doet (Alive, The Strangest Times). De jonge ouders, een duet tussen David Longdon en Clare Lindley, bezingen de komst van een nieuwe wereldburger, met een hoofddrol voor de kopersectie. The Connection Plan komt uit de koker van Nick D’Virgilio (NDV) die zich op dit album in toenemende mate als componist heeft geprofileerd, mede daartoe aangezet door Spawton. Derek Reeves’ viool is bepalend in dit rockende nummer met een gemene gitaarsolo van Rikard Sjöblom.
Lanterna is daarentegen een echte Spawton song, zijn ontroerende eerbetoon aan de vuurtoren in Genua is een typisch nummer in de beste BBT traditie. Tempowisselingen, viool, gitaar en harmoniezang strijden om voorrang. Er is een connectie met het vorige album “Common Ground”, zowel in de tekst als in de muziek. Het nummer was ook bedoeld voor genoemde voorganger, maar men besloot dat het iets teveel van het goede zou worden. Een klein pareltje, dat is Capitoline Venus, een akoestische duet tussen Longdon op piano en Mellotron en componist Spawton op 12-snarige gitaar, veel te snel weer voorbij.
Rikard Sjöblom is de geestelijke vader van het instrumentale A Room With No Ceiling. En dat is te merken; hij bespeelt niet alleen de gitaar en diverse toetseninstrumenten, maar ook een behoorlijk deuntje accordeon op dit intrigerende nummer. Jeugdherinneringen van Greg Spawton zijn de inspiratie voor het winterse tafereeltje in Proper Jack Froster, een autobiografisch nummer met nostalgische inslag. De viool van Lindley, de prachtige stem van Carly Bryant en het aan Chicago refererende blazers ensemble doen de rest, kippenvel.
De dreigende tonen van het instrumentale Bats In The Belfry dienen zich aan. Weer een compositie van D’Virgilio, met complexe drumritmes (inclusief drumcomputer) en de blazers die hun gewicht in koper waard zijn. Waarom denk ik toch steeds aan de tune van Mission Impossible? Aan het einde gaat NDV nog even los op zijn slagwerk. Oak And Stone is wat mij betreft het definitieve David Longdon nummer. Zijn vocale bijdrage aan dit nummer is ongeëvenaard en doet denken aan Curator Of Butterflies. Zijn hese stem past perfect in deze indrukwekkende ballade. ‘This is what I came for, what I longed for. And it changes everything and nothing at all’. Niets meer aan toe te voegen.
Het afsluitende titelnummer, Welcome To The Planet, is een vreemde eend in de bijt. Ik snap de bedoeling, openings- en slotnummer delen een gezamenlijke boodschap. Maar het nummer, geschreven door Carly Bryant, is ronduit vreemd en niet helemaal op zijn plaats. Oak And Stone was naar mijn mening een veel betere afsluiter geweest, vooral als slotakkoord en eerbetoon aan Longdon. Maar de volgorde van het album stond al vast voorafgaande aan het overlijden van de zanger. Daarom zitten we nu met een vreemdsoortig, theatraal nummer dat het midden houdt tussen jaren vijftig muziek en een filmsoundtrack. Met Dixieland jazz en Great Gig In The Sky-achtig einde. Tja…
Ondanks dat laatste nummer moet de slotsom toch zijn dat Big Big Train wederom een uitstekend album heeft afgeleverd, absoluut anders dan de voorgangers, maar zeker niet minder, integendeel. Gevarieerd, vooruitstrevend, zoekend naar een nieuwe richting, zonder zijn ‘roots’ te verloochenen, met Laterna, Proper Jack Froster en Oak And Stone als hoogtepunten. De productie is weer absolute top, alles klinkt kristalhelder en volledig in balans, petje af voor Rob Aubrey. Ook complimenten voor het hoesontwerp van Sarah Louise Ewing, Longdon’s weduwe.
De toekomst van de band is momenteel onzeker, er is nog geen duidelijkheid over de korte concertreeks die in maart zou plaatsvinden. Het is bijna niet voor te stellen hoe de band moet overleven zonder zijn charismatische voorman. Sinds diens komst in 2009 heeft Big Big Train de stijgende lijn te pakken. Maar zeiden we dat ook niet ooit na het vertrek van Peter Gabriel? Met Nick D’Virgilio is een uiterst getalenteerd muzikant/zanger aanwezig die niet voor de eerste keer zijn plekje achter het drumstel zou kunnen inleveren ten faveure van een permanente plaats in de schijnwerpers. De tijd zal het leren, de band, in casu Greg Spawton, staat voor een belangrijke beslissing. Ik wens hen daarbij alle sterkte.