Caligula’s Horse

Charcoal Grace

Info
Uitgekomen in: 2024
Land van herkomst: Australië
Label: insideoutmusic.com
Website: https://caligulashorse.com/
Tracklist
The World Breathes With Me (10:00)
Golem (5:20)
Charcoal Grace I: Prey (7:48)
Charcoal Grace II: A World Without (6:48)
Charcoal Grace III: Vigil (3:22)
Charcoal Grace IV: Give Me Hell (6:13)
Sails (4:31)
The Stormchaser (5:57)
Mute (12:00)
Jim Grey: zang
Josh Griffin: drums
Dale Prinsse: basgitaar
Sam Vallen: gitaar
Charcoal Grace (2023)
Rise Radiant (2020)
In Contact (2017)
Bloom (2015)
The Tide, The Thief & River’s End (2013)
Colossus EP (2011)
Moments From Ephemeral City (2011)

Het moet een stevige uitdaging zijn voor een artiest na de eerste paar albums; hoe blijf je trouw aan je muzikale DNA zonder in herhaling te vallen? Hoe vind je de balans tussen een herkenbaar bandgeluid en het introduceren van nieuwe elementen? Waar bij een aantal progmetalbands die weegschaal recent doorslaat naar de veilige kant, weet Caligula’s Horse op “Charcoal Grace” het evenwicht te vinden.

Verwacht geen al te radicale wijziging in de muzikale benadering; het bandgeluid bevindt zich nog steeds ergens tussen de landgenoten van Karnivool (tegendraadse songstructuren), Tesseract (staccato djentriffs) en Haken (hoge melodieuze zang), al is Caligula’s Horse misschien inmiddels vooral ook een referentie op zich. Maar het herkenbare bandgeluid impliceert allerminst dat “Charcoal Grace” een herhalingsoefening is. Integendeel: het is juist knap hoe de band nieuwe elementen en (vooral) een andere sfeer kan creëren zonder zijn muzikale identiteit te verloochenen.

In ons interview met drummer Josh Griffin, geeft hij aan dat voorganger “Rise Radiant” en “Charcoal Grace” fungeren als twee kanten van een medaille. “Rise Radiant” vertegenwoordigt het positieve, de “glorieuze herrijzenis” na tegenslag. Bij “Charcoal Grace” ligt de nadruk sterker op emoties als frustratie, apathie en uitzichtloosheid. Het is een direct gevolg van de coronapandemie: “Rise Radiant” kwam uit in 2020, kreeg veelal lovende recensies, maar ruimte voor promotie en toeren was er amper. De wind werd Caligula’s Horse ineens uit de zeilen genomen en de bandleden bleven lamgeslagen achter. Het heeft een diepgaande invloed gehad op de band en (dus) de muziek en songteksten, al gaat het daarbij niet om directe verwijzingen naar corona. Daarvoor is Jim Grey toch te veel een poëet die de thematiek in metaforen verpakt en zich richt op de onderliggende emoties.




Gitarist Sam Vallen ontwikkelt nog steeds de eerste aanzet voor de muziek, maar de andere bandleden zijn inmiddels sterker betrokken bij compositie en arrangement. Het heeft er allicht aan bijgedragen dat de muziek naadloos aansluit bij de tekstuele inhoud en een sfeer creëert die golft van melancholisch naar dreigend, van ingetogen naar agressief. Die donkere richting spreekt mij (als liefhebber van doommetal) zeker aan, maar qua balans is het fijn dat er op “Charcoal Grace” ook ruimte is voor licht en “herstel”. Het persbericht verwijst naar “catharsis”, de emotionele loutering en verzoening die voortkomen uit het verwerken van negatieve ervaringen en emoties (jazeker, we hebben het even opgezocht om het netjes te kunnen verwoorden). Om maar eens een cliché van stal te halen: Caligula’s Horse heeft de ellende een plek weten te geven en is er sterker uit gekomen.

Een aantal tracks op “Charcoal Grace” is vrij eenduidig qua sfeer en benadering. Ballad Sails ademt sereniteit en kalmte, en eerste single Golem is de meest agressieve metaltrack. Vocalist Grey experimenteert hier mondjesmaat met schreeuwzang naast zijn gebruikelijke fluwelen stemgeluid, wat verbazingwekkend goed uitpakt. Maar het meest indrukwekkend zijn de tracks met een grote variatie in sfeer en compositie, omdat deze simpelweg beter aansluiten bij de complexe emoties en thema’s van het album. Luister maar eens naar de dynamiek in opener The World Breathes With Me en afsluiter Mute (inclusief klassieke instrumenten en dwarsfluitsolo!), die zowel muzikaal als tekstueel aan elkaar gelinkt zijn.




De structuur van “Charcoal Grace” is opmerkelijk symmetrisch. Het album begint en eindigt met de hierboven genoemde tien-minuten-plus-epics, met aansluitend compactere songs, die dan weer de ambitieuze Charcoal Grace-suite in het hart van het album omsluiten. Hoe prog wil je het hebben? Het laatste deel van die suite (IV: Give Me Hell) vormt voor mij het hoogtepunt van het album. Een langzame opbouw met een dreigende sfeer, toewerkend naar een hartverscheurende kakofonie van een finale. Progmetal op zijn allerbest.

“Charcoal Grace” is een complex, veeleisend en niet zelden pretentieus kunstwerk, maar heeft (daardoor) ook veel te bieden. Het is zowel muzikaal als tekstueel geen lichte kost en heeft tijd nodig om te bezinken, maar die tijd verdient het album absoluut. Ik heb na talloze luisterbeurten nog steeds niet het idee dat ik deze plaat volledig doorgrond heb en dus op waarde kan schatten. “Charcoal Grace” is het eerste album dat ik recenseer in 2024, maar ik durf het label “jaarlijstmateriaal” er al voorzichtig op te plakken. Niet om blij van te worden, wel om stil (of Mute) van te worden.

 

Send this to a friend