Caligula's Horse

Caligula's Horse, Melkweg, Amsterdam, zondag 26 mei 2024

Locatie
Melkweg, Amsterdam
Jim Grey: zang
Josh Griffin: drums
Dale Prinsse: basgitaar
Sam Vallen: gitaar
The World Breathes With Me
Golem
Bloom
Marigold
Dream the Dead
The Hands Are the Hardest
The Tempest
Slow Violence
Oceanrise
The Stormchaser
Mute
Daughter of the Mountain

Zul je altijd zien: net wanneer de band die een van de sterkste progmetalalbums van 2024 heeft gelanceerd, helemaal vanuit het Australische Brisbane naar Nederland komt, is uw recensent ziek, zwak en misselijk. Om mezelf enigszins te sparen voor de hoofdact, sla ik met pijn in het hart voorprogramma Four Stroke Baron over.

Gelukkig red ik het wel om op tijd in de hoofdstedelijke Melkweg te zijn voor The Hirsch Effekt, een ouderwets powertrio met gitaar, basgitaar en drums. En power leveren ze zeker. De band groovet, raast en beukt in een mix van Mastodon, Devin Townsend en The Dillinger Escape Plan. Beide zangers zijn niet altijd even toonvast, maar dat past wel bij de ruwe rand aan de muziek. De Duitse zang is een moedige keuze, zeker omdat het niet uit nood geboren lijkt: de heren blijken tussen de nummers door uitstekend Engels te spreken. Het optreden doet ongepolijst en (mede daardoor) ontzettend sympathiek aan. Een prettige kennismaking, en niet alleen voor mij. Als bassist Ilja Lappin het publiek vraagt of iemand The Hirsch Effekt kent, wordt er vol overgave “Now we do!” terug geschreeuwd. Ik sluit me daar van harte bij aan.


Caligula’s Horse laat vervolgens zien wel van structuur te houden. De reguliere setlist opent en sluit net als album “Charcoal Grace” met The World Breathes With Me en Mute als boekensteunen, vergezeld door singles Golem en The Stormchaser van datzelfde album. Daartussen worden we meegenomen in wat zanger Jim Grey met gepaste trots een reis door de tijd noemt. “Bloom” (2015), “In Contact” (2017) en “Rise Radiant” (2020) worden in chronologische volgorde “afgewerkt” met twee of drie tracks per album. Die tijdreis lijkt misschien een gemakzuchtige keuze, maar werkt verbazingwekkend goed. Het geeft structuur en logica aan de show, die daardoor beter werkt dan een willekeurige selectie Greatest Hits. Het biedt daarnaast gelegenheid om drummer Josh Griffin en bassist Dale Prinsse in het zonnetje te zetten bij de albums waar de heren hun debuut maakten.

Caligula’s Horse illustreert ook wat een luxe het toch is om een echte frontman aan boord te hebben, want Jim Grey is zoveel meer dan enkel de zanger. De man zweet charisma, en zijn rocksterposes doen nergens gekunsteld aan. Ook tussen de nummers door eet het publiek uit zijn hand. Hij maakt soepel contact met de zaal door zijn relaxte houding en onderkoelde (en soms heerlijk lompe) Australische humor. “Don’t mistake this for a democracy, darling” is zijn gevatte antwoord op de afgezaagde schreeuwverzoekjes om specifieke nummers.

Het contrast met gitarist Sam Vallen kon niet groter zijn. Die verblijft het grootste deel van het concert in zijn eigen wereld, ergens achter zijn gesloten oogleden. Hij staat met een glimlach op zijn gezicht te genieten en concentreert zich op zijn sublieme gitaarspel. Tel er nog een boomlange bassist met een stoïcijnse droogklootuitstraling en een vrolijke bal energie op de drumkruk bij op, en je hebt een prachtig setje complementaire karakters op het podium.


De bandleden kwijten zich muzikaal uitstekend van hun taak, maar het zou fijn zijn als een van hen Grey af en toe zou kunnen ondersteunen. Zijn vocale acrobatiek is indrukwekkend, zeker in het karakteristieke hoog dat hem ook live gemakkelijk lijkt af te gaan. Maar je mist het volle geluid van de harmonievocalen wel hier en daar, zeker in de bombastische meezingrefreinen. Op die momenten heeft Grey het zwaar om op te boksen tegen het muzikale geweld, ook al omdat de drums vrij stevig in de mix zitten.

Het blijft zonde dat deze categorie bands niet de mogelijkheden heeft om live flink uit te pakken met additionele muzikanten. Een tweede gitarist heb ik daarbij eerlijk gezegd niet eens gemist. De solo’s van Vallen lijken juist wat meer ademruimte te krijgen zonder ondersteuning van een slaggitaar. Maar ik ben wel zo ouderwets dat het stoort dat de prachtige dwarsfluitpassages in Mute en de toetsen uit een digitaal doosje komen, al valt die (financiële) keuze de band natuurlijk niet aan te rekenen.

De hoogtepunten zijn talrijk. Het energieke Golem blijkt er live veel meer uit te springen dan op plaat. Het publiek gaat lekker los, al blijkt het lastig om bij dit soort complexe muziek met zijn allen in de maat te springen. Het levert een mooi chaotisch schouwspel op. De meer opgewekte tracks van “Bloom” en “Rise Radiant” zwepen het publiek op, maar persoonlijk ben ik vooral blij dat het melancholische The Hands Are The Hardest voorbij komt, een track die na de release van “In Contact” blijkbaar niet meer live gespeeld werd.


Helaas moet ik fysiek afhaken voor de toegift (“Bloom”s Daughter Of The Mountain, naar verluidt), maar ik kan me niet herinneren ooit zo tevreden met koorts, hoofdpijn en een dubbele dosis paracetamol mijn nest in gerold te zijn. Het was Caligula’s Horse’s eerste keer in de Melkweg en hopelijk niet de laatste. Het geluid was helder, de sfeer uitstekend, en qua concertervaring gaat er toch niks boven dit soort intieme zalen met optimaal contact tussen band en publiek. Al met al een mooie “tour package” met een verrassend voorprogramma en een hoofdact die laat zien de complexe muziek ook live moeiteloos waar te kunnen maken.

Send this to a friend