Comedy Of Errors

Time Machine

Info
Uitgekomen in: 2023
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Eigen beheer
Website: https://comedyoferrors.org/
Tracklist
The Knight Returns (6:32)
Lost Demigods (5:20)
Wonderland (15:30)
The Past Of Future Days (4:35)
Time Machine (12:22)
Disobey (bonus track) (7:02)
Joe Cairney: zang
Sam McCulloch: gitaar
John Fitzgerald: basgitaar
Jim Johnston: toetsen
Bruce Levick: drums
Mark Spalding: gitaar
Time Machine (2022)
Houses Of The Mind (2017)
Spirit (2015)
Fanfare And Fantasy (2013)
Disobey (2011)

Op Progwereld missen wij wel eens iets. Dat is niet zo vreemd, er komt zoveel uit en wij krijgen niet overal een promo van toegestuurd. Zo hadden wij geen weet van het vijfde album van Comedy Of Errors, dat in september 2022 uitkwam. Gelukkig kregen wij hier via een lezer alsnog lucht van. “Time Machine” is namelijk een geweldige plaat, jaren 70 en 80 symfonische rock en neo-prog avant la lettre.

Dit Schotse zestal staat onder leiding van Jim Johnston, hij is verantwoordelijk voor alle muziek en teksten en speelt toetsen. En hoe! De toetsen van Johnston spelen de hele cd door de absolute hoofdrol. Vijf jaar na “Houses Of The Mind”, door ons écht gemist, net als diens voorganger, is het op “Time Machine” Johnston voor en Johnston na. Niet toevallig opent de cd op The Knight Returns met een paar toetsenriedels, waarna we in een stukje rock ’n roll belanden, zanger Joe Cairnley laat zich met zijn prima stem meteen nadrukkelijk gelden in dit stevig rockende nummer. Lekkere gitaarhalen volgen, even neemt de band gas terug, de toetsen jubelen uit de boxen, een fraaie gitaarsolo en hup, terug naar het begin. Een ijzersterke start, en dit nummer is tekenend voor het werk op deze cd. De tempo- en sfeerwisselingen wisselen elkaar in een hoog tempo af, zonder dat het een chaos wordt.

In Lost Demigods brengt Johnston een ode aan een aantal ‘halfgoden’ van weleer: Shakespeare, Newton, Einstein, Da Vinci. Aan het begin en aan het eind speelt de band, vooral via toetsen, een thema van Beethoven; een motief uit de vijfde symfonie en eentje uit zijn negende. Staccato zang en een koortje omzomen prachtig gitaarwerk. Tijd voor de eerste epic. Wonderland is echt symfonisch smikkelen en smullen. Er gebeurt teveel om op te noemen, maar de overgangen zijn hier echt uitdagend, van ijl toetsenspel direct naar vette bombast bijvoorbeeld. De minutenlange instrumentale passage halverwege is wonderschoon. De gitaren van Sam McCulloch en Mark Spalding geven uitstekend partij, maar de toetsenman steelt echt de show. Alles haalt hij uit de kast: piano, synthesizer, inclusief viool- en trompetklanken, Mellotron en Moog. Hij speelt ook een thema dat steeds terugkomt. De zang is in het tweede gedeelte wat vervormd opgenomen. Opvallend zijn ook de drumpartijen van Bruce Levick die voor wat extra pit zorgen. Een meesterlijk nummer!




Even gas terugnemen met een instrumentaal nummer. De basgitaar van John Fritzgerald bromt nadrukkelijk, violen klinken en gitaararpeggio’s vullen de ruimte in The Past Of Future Days. Een gitaarsolo kan niet uitblijven en de toetsenman van dienst gooit ook de nodige duiten in het zakje. Nog geen vijf minuten, maar ook dit is weer een pareltje. Het titelnummer is de tweede epic. Een lang intro van piano en wat belletjes vormt de opmaat voor een opbouw waarbij de band steeds meer crescendo gaat. Net als het nummer weer in alle rust lijkt uit te bollen gaan alle registers juist open. Licht tegendraads lijken gitaren en toetsen elkaar in de haren te vliegen. Duidelijk is dat Johnston ook zijn inspiratie heeft gehaald bij toetsenmannen als Rick Wakeman en Keith Anderson en de grote symfobands van weleer. Het ingetogen stuk dat volgt krijgt een verrijking met een, niet eens slecht, in het Frans gezongen tekst. We mogen ook weer een prachtige gitaarsolo noteren, waarvan een stukje ook met dubbele bezetting. Dramatisch en gedragen loopt het nummer naar zijn einde, waarbij alleen de piano overblijft.

Als bonus is een live registratie van Disobey van de gelijknamige cd uit 2011 opgenomen. Zij speelden dit in 2016 op Rock Fest in de Verenigde Staten. Je hoort dat ze live ook uitstekend uit de voeten kunnen, maar voor mij was dit niet nodig geweest. Een slordige drie kwartier van werkelijk zalige jaren 70 en 80 symfonische, en soms pittige, rock meets neo-prog, met wervelend toetsenspel, smeuïg gitaarwerk en een sterk ritmetandem is absoluut voldoende om de behoeften van menig symfomaan voor een tijdje te bevredigen.

Send this to a friend