Darryl Way kennen de meeste lezers waarschijnlijk nog van Curved Air. Vanaf de oprichting in 1970 maakte Way twee jaar deel uit van dit gezelschap. Nadat Eddie Jobson hem een jaar had vervangen keerde Way in 1974 terug in de toenmalige bezetting om vervolgens tot 2009 bij elke reünie van de partij te zijn. Tussendoor had hij nog een bandje, Darryl Way’s Wolf’ en was hij betrokken bij Trace (de opvolger van Ekseption met Rick van der Linden), Pierre Moerlen’s Gong en het album “Heavy Horses” van Jethro Tull. Daarnaast produceerde hij nog een respectabel aantal soloalbums die niet veel publiciteit genereerden.
Way is een klassiek geschoold violist, maar kan ook uitstekend met toetsen en gitaar overweg. Dat horen we ook op dit “Destinations”. Zijn soloalbums vertonen weinig tot geen raakvlakken met de muziek van zijn voormalige broodheer.
Hij schijnt veel op te hebben met drukke steden getuige titels als Downtown LA, Metropolis en The Restless City. Alle drie tracks zijn uptempo en stralen, elk op hun manier, de hectiek van het stadsleven uit.
De meeste tracks hebben een filmisch karakter en de titels dekken de muzikale lading vrij goed. Zo weet je bij titels als A Rainy Day In Vienna, maar ook Riviera Blue en Antigua Bay eigenlijk al meteen wat je te wachten staat, bepaald geen progrock.
In Downtown LA en Freedom Road weet Way zijn gitaren bijna als het sublieme samenspel van weleer tussen Duane Allman en Dickey Betts te laten klinken.
Hoewel de viool op drie tracks schittert door afwezigheid vormt het instrument logischerwijs het handelsmerk en de hoofdmoot van dit album. Way bespeelt het instrument zeer verzorgd met een warme toon. Zijn spel staat mijlenver verwijderd van iemand als Eddie Jobson die met zijn agressievere spel vaak meer de gitaristische en experimentele benadering van het instrument opzoekt. In titels als The Stars, A Rainy Day In Vienna, Riviera Blue en Mystic Mountain, laat Way zijn karakteristieke spel met verve horen. Vooral de melodie van het laatste nummer is erg mooi en bijna klassiek.
Alhoewel er in de persoon van Pete Skinner een drummer wordt opgevoerd, werpt de openingsbreak van het album meteen de vraag op in hoeverre hier sprake is van een drummer van vlees en bloed. Daarnaast zijn de drums veelal naar de achtergrond gemixt waardoor het muzikaal gebodene over het geheel erg braafjes en beschaafd klinkt.
Met “Destinations” weet Darryl Way een aantal zeer sfeervolle muzikale schilderijtjes te schetsen van diverse ‘bestemmingen’ en denkbeeldige locaties. Jammer dat het te veel in muzikaal behang blijft steken en het nodige vuurwerk mist.