De tragiek van “Heroes”, het tweede album dat David Bowie uitbracht gedurende zijn tijd in West-Berlijn, is dat het titelnummer qua populariteit de rest van het album volledig heeft overschaduwd. Hoewel het nummer met recht briljant te noemen is, is het spijtig dat de meeste mensen niet bekend zijn met de andere composities op het album. Met “Heroes” had Bowie namelijk een zeer doordachte plaat uitgebracht die doordesemd was van krautrockinvloeden, maar die mede door de bijdrage van van muzikanten als Brian Eno en Robert Fripp toch een onmiskenbare eigen identiteit heeft.
Net als op het eerste album uit de Berlijntrilogie, “Low”, is de structuur van het album gebaseerd op “Neu! ’75”, van de baanbrekende krautrockband Neu! uit Düsseldorf. De eerste helft van het album bevat wat meer conventionele popnummers met zang, waaronder het titelnummer, terwijl de B-kant vrijwel geheel instrumentaal en een stuk experimenteler is. Dat maakt het album in sommige opzichten beduidend minder toegankelijk dan andere studioplaten van Bowie. Tegelijkertijd is dit juist ook een kant van een van de meest veelzijdige popsterren ooit die onderbelicht blijft op compilatiealbums.
Met Beauty and the Beast en Joe the Lion begint het album met twee composities die de luisteraar enigszins op het verkeerde been zetten. De beat is duidelijk schatplichtig is aan de voor krautrock kenmerkende motorikbeat, die vooral door Jaki Liebezeit, de drummer van Can, bekend is geworden. Ook bepaalde punkinvloeden zijn te herkennen, wat niet verrassend is gezien het feit dat Bowie in Berlijn veel optrok met Iggy Pop, zowel in muzikale zin als in zijn verwoede pogingen om West-Berlijn leeg te snuiven. Qua zang en presentatie zijn deze nummers echter overduidelijk het werk van Bowie.
Deze opening bereidt de luisteraar amper voor op het titelnummer, dat opeens een heel ander geluid laat horen. Niet toevallig is dit ook het eerste nummer van het album waaraan Brian Eno heeft meegeschreven – Eno stond ook in 1977 al bekend als een muzikaal vernieuwer. De albumversie van het nummer is met ruim 6 minuten beduidend langer dan de versie die de meeste mensen zullen kennen. Vooral voor progrockfans is deze extra lengte interessant – en niet louter omdat in ons genre lengte vaak gezien wordt als garantie voor genot. De kenmerkende gitaarlijn is immers aangeleverd door Robert Fripp, die toen tussen bezettingen van King Crimson verkeerde. Fripps bijdrage tilt “Heroes” naar een nog hoger niveau, wat het niet alleen een van Bowies beste nummers maakt, maar een van de mooiste nummers die ik überhaupt ken.
De impact van dit nummer is enorm geweest. Bijna direct vanaf de release van het album is het eindeloos ingezet voor allerlei verschillende doeleinden, van films als het aangrijpende “Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo” uit 1981 tot Vodafone-reclames, en op Spotify is het verreweg het meest gespeelde nummer van Bowie. Ook heeft Bowie zelf Duitse en Franse versies van het nummer opgenomen en is het vaak gecoverd, bijvoorbeeld door Peter Gabriel maar ook door Apocalyptica met Rammstein-zanger Till Lindemann.
De laatste twee composities van kant A, Sons of the Silent Age en Blackout, liggen meer in het verlengde van de eerste twee nummers. Op al deze nummers is echter ook nadrukkelijk de signatuur van Brian Eno te herkennen, vooral de Eno uit de periode van zijn eerste solo-albums. Op de tweede helft van het album is Eno eveneens duidelijk aanwezig, maar hier komt veel meer zijn interesse in minimalisme en ambient naar voren, die een jaar later met “Ambient 1: Music For Airports” tot wasdom kwam. Van de vijf nummers op de B-kant zijn er drie mede door Eno geschreven.
Hoewel ik moet toegeven dat ik zelfs als liefhebber van allerlei vormen van minimalisme en drone niet de grootste fan ben van deze B-zijde, is hier toch veel interessants te vinden. De transitie tussen de twee kanten wordt iets geleidelijker gemaakt door V-2 Schneider, een ode aan Kraftwerk-oprichter Florian Schneider, dat weliswaar overwegend instrumentaal is maar wel de stuwende beat heeft van de eerste helft van het album. Mijn eigen favoriet van deze zijde is echter het atmosferische Neuköln (vernoemd, met spelfout, naar de Berlijnse wijk Neukölln), met zijn subtiele opbouw en saxofoonspel van Bowie zelf.
Ondanks het feit dat hij langere tijd in Berlijn gewoond heeft, heeft Bowie nooit Duits geleerd en was hij vooral geïnteresseerd in het verleden van de stad, niet het heden. Ook heeft er op “Heroes” geen enkele Duitse muzikant meegedaan. En toch heeft Bowies tijd in Berlijn nadrukkelijk zijn sporen achtergelaten op “Heroes”, wat vooral te merken is aan de krautrockinvloeden. Het album is verdiend een van Bowies meest gevierde platen, maar door zijn populariteit ook een van de kanalen geweest waardoor de krautrock zo diep is doorgedrongen in de popmuziek van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. En dat is dus niet alleen te danken aan het wereldberoemde titelnummer.