Rauwe eerlijkheid!
Het Limburgse Delphian bewijst met hun tweede album “Unravel” dat ze geen eendagsvlinder zijn. In een paar jaar tijd hebben zij zich van een levendig progressief metalrupsje tot een mooie volwassen, heftig rondfladderende rockvlinder ontpopt. De stijl van de groep is geëvolueerd naar een eigentijdse en eigenwijze vorm van moderne metal die, weliswaar nog immer met een sluimerende progressieve ondertoon, dramatiek, dynamiek en emotie als belangrijkste kenmerken draagt.
Om het geheugen wat op te frissen, is het wellicht handig om de diverse stadia van Delphian’s ontwikkeling nog even kort te belichten. De band werd aan het begin van dit nieuwe millennium opgericht door gitarist Coert Bouten en drummer Roel van Helden (tevens Sun Caged), maar kreeg pas in de zomer van 2003 zijn huidige gestalte. Bassist Sjoerd Hoeijmakers, gitarist Marcel Volleberg en zangeres / fluitiste Aniek Janssen maakten toen de groep tot wat deze nu nog steeds is, een hecht kwintet. Met toetsenist Joost van den Broek (After Forever) achter de knoppen namen ze vervolgens in 2004 hun eerste demo op en diezelfde van den Broek heeft, in het daaropvolgende jaar, ook het debuutalbum “Oracle” geproduceerd. Die plaat verscheen in juli 2005 bij Lion Music, hetzelfde label waarop onlangs opvolger “Unravel” het levenslicht heeft gezien.
Delphian heeft op “Unravel” gevoel laten prevaleren boven technische perfectie. Bas en drums zijn tegelijkertijd opgenomen en ook bij het vastleggen van de gitaarpartijen is de nabootsing van het ‘live-gevoel’ de leidraad geweest. Die werkwijze heeft een eerlijk, vrij ongepolijst en rafelig geluid opgeleverd dat misschien niet iedereen zal aanspreken, maar toch zeker wel zijn charme heeft. Het voordeel is dat alle aandacht uitgaat naar de songs en de onderlinge dynamiek tussen de muzikanten. Opener Starting To Unravel doet wat de titel reeds aankondigt, het ontrafelt al enigszins Delphian’s bedoelingen op “Unravel”. De zware, gruizige gitaarsound dicteert het tempo in deze wat logge, midtempo song, waarin Aniek Janssen met haar fluit voorzichtig enige verlichting brengt. Ook maken we aangenaam kennis met de emotionele, gepassioneerde zang van diezelfde Janssen. Haar schreeuwerige uitspattingen in het laatste bedrijf van dit nummer hadden echter best achterwege mogen blijven.
Het navolgende Creation kent leuke overgangen, fraai dubbelloops gitaarwerk en een korte solospot voor drummer Roel van Helden, waarna een serene stemming wordt opgeroepen met de eerste minuten van Sleepless Lullabye. Dit nummer slaagt nadien om in een stuwend, slepend en krachtig geheel, maar de aanvankelijke rust maakt tegen het einde een geslaagde comeback en vervolmaakt daarmee de cirkel van deze compositie. Het temporijke Focus On Acid kan daarna bijzonder goed bekoren. Mooi is het contrast tussen de opgewekte fluitpartijen en de zware, duistere gitaren, en haast feeëriek is het hemelse refrein.
In het opvolgende, vele korte breaks kennende Black & Blue gaan kracht en sfeer een sterk verbond aan en mogen andermaal de dubbele gitaarpartijen de stevige toon zetten. Ook in Hidden, dat gezegend is met een gevoelige gitaarsolo en fraaie fluitsolo, is de afwisseling groot. Heel verrassend is de tempo terugschroevende eindbreak. Bij de intro van Undone is het haast onvermijdelijk dat de gedachte aan Sun Caged postvat, een gedachte die zich verderop in dit nummer nogmaals opdringt. Andere opvallende zaken zijn hier het patente basgepluk, de tegendraadse drumroffels, de spetterende gitaarsolo en de verfrissende fluitflitsen. “Unravel” kent tenslotte een verre van luchtige finale met het dik tien minuten klokkende Air. Wanneer gasttoetsenist Rene Kroon (Sun Caged) voor de eerste maal zijn handen over de toetsen laat glijden, weet je al dat er een bijzonder fraai liedje in wording is. Air is sterk van opbouw, veelkleurig, kent veranderende gemoedstoestanden en profiteert optimaal van de perfecte wisselwerking tussen zangeres Aniek Janssen en gastzanger Leon Brouwer (The Barstool Philosophers), die in sommige van zijn zangpassages ernstig doet denken aan David Bowie en Eric Clayton (Saviour Machine).
Het is voor Delphian te hopen dat ze niet over dezelfde kam worden geschoren als die talloze andere bands met een zangeres als boegbeeld. Dat zou heel jammer zijn, want deze Limburgse groep wijkt muzikaal nogal af van die thans nog immer welig tierende gothicplaag. Delphian etaleert met hun frisse aanpak dat ‘femmetal’ ook heel anders en eerlijk gezegd veel leuker kan klinken. “Unravel” is daarvoor het bewijs en dat vonnis valt niet te weerleggen. Proces gesloten!
Joost Boley