Twee jaar na het verrassend zachtzinnige album “Lightwork” is onze brulmeister terug met een plaat die om andere redenen verrast. “Powernerd” is de volgende biels in het lange – volstrekt eigen – spoor dat Townsend door het proglandschap trekt. Of het echt een stap vooruit is, staat te bezien.
“Powernerd” is een kort album. Het stopt na drie kwartier en in die tijd heb je kunnen genieten van elf korte liedjes die je slechts met grote moeite nog prog kunt noemen. In de hardste nummers, zoals titelstuk Powernerd en het even plompverloren Knuckledragger, kun je Townsend bijna vergelijken met Alice In Chains na twintig blikken Red Bull: simpele, maar kneiterharde rock waarin Devin’s keelamandelen bijna uit de speakers bungelen, zo hard wordt er gezongen. In de bijsluiter maakt de Canadese bard gewag van zijn bewuste ambitie om de vintage rock uit zijn jeugd (Bon Jovi, Def Leppard, Motörhead) terug te brengen. Zoals hij zelf zegt: “Ik dacht: ik heb zoveel tijd doorgebracht met het overdenken van elk aspect van mijn muziek, wat zou er gebeuren als ik dat eens niet deed? Misschien zou ik de gelegenheid hebben om een beetje meer direct te zijn in wat ik probeer te doen.” Wie een beetje zijn best doet, hoort die hele Bon Jovi zowaar terug in Knuckledragger. Hij of zij hoort Townsend ook vertellen dat hij grote ballen heeft, een nieuwtje dat ik persoonlijk gerust had willen missen.
Van de weeromstuit is de plaat in elf dagen geschreven. Daarmee verdween wel een heleboel van de nuance en extreme gekkigheid die we kennen van eerdere platen, om plaats te maken voor puntige, uitgeklede en korte stukken. Die nummers zijn puik, maar in vergelijking met Devins voorgaande exercities in veelkleurige virtuositeit zijn ze ook wat simpel.
De thematiek is minder simpel. Townsend werd namelijk, voor het eerst in lange tijd, geconfronteerd met het verdriet dat hij al zo lang verdrongen had. Verdriet om een overleden vriend, om familieleden die uit zijn huis en zijn leven vertrokken en om een paar keer verhuizen in korte tijd. En zo werd “Powernerd” ineens een project over verlies, een plaat gedrenkt in tranen. Het tweede nummer Falling Apart kun je wat dat betreft best letterlijk nemen. De nummers lopen nagenoeg in elkaar over, alsof het album één lange vertelling is, een soort requiem en therapie in 45 minuten.
Enfin, als je de plaat op Spotify opzoekt, vind je ook een versie met commentaar, waarin Devin het hele verhaal zeer openhartig uit de doeken doet. Het is even doorbijten, maar het geeft ook een mooi inzicht in de mens achter de bril. Niet voor niets is het voorlaatste liedje Goodbye een schitterend afscheid en het laatste nummer een melig nummer over koffie, niet alleen een overduidelijke ode aan Rita Corita, maar ook een poging om de draad van het leven weer op te pikken. Dat moet natuurlijk ook wel, want de volgende twee platen zijn óók al geschreven.
Er staat dus best wat intense muziek op “Powernerd”. Veel andere liedjes van de plaat liggen muzikaal echter in het verlengde van “Lightwork”; ze zijn wat bedaagder, minder recht in je waffel, eigenlijk gewoon best wel mooi. Ubelia, Young Lover en Falling Apart zijn, in vergelijking met Townsends gebruikelijke agressieve geluidspalet, bijna teder te noemen. Van de normale, hyperdrukke en branieschoppende Townsend vind je er niet veel in terug. Dat maakt deze plaat in zekere zin tot een tussendoortje, een adempauze voor de volgende inktzwarte maalstroom van orkestrale waanzin die “The Moth” schijnt te gaan worden, maar ik vind het eigenlijk wel een heel ontroerende, rauwe plaat. Subtiel als een aambeeld vol roestige spijkers, natuurlijk, maar dat kan ook mooi zijn.
Nou ja, op dus naar de volgende platen. In maart van 2025 speelt Townsend zijn nieuwe rockopera “The Moth” in Groningen, met het Noord Nederlands Orkest en koor. Daarna is het wachten op “Axolotl”, een plaat die al veelbelovend wordt aangekondigd als ‘alien weirdness’. Samen met “Powernerd” zouden die platen een “trilogie moeten gaan vormen, waarin alle facetten van het onwaarschijnlijke multitalent Devin Townsend tot uitdrukking komen.” Nee, dat zegt helemaal niks, maar marketeers moeten ook eten. En een beetje waar is het ook, toch?
“Powernerd” is verkrijgbaar in een veelheid aan verschijningsvormen, waarvan de cd met bonusschijf wel de meest voor de hand liggende is, maar als je meer voelt voor een vinyl exemplaar in een bonte kleur zal Devin het je niet kwalijk nemen. De plaat is in al zijn relatieve eenvoud een vreemde eend in de Townsend-bijt, maar aan de andere kant: een normale eend is daar sowieso niet te vinden.