In het jaar 2000 bracht progwereld collega Dick van der Heijde zijn boek “Mijn ogen zeggen alles” uit. Een zeer indrukwekkend boek waarin hij schrijft over zijn herseninfarct en het Locked-In syndroom dat hier het gevolg van was. Hij schrijft over de tijd hierna en hoe hij een nieuwe vorm van communicatie moest leren. Het Locked-In syndroom is volgens Dick als tot aan je nek ingegraven te zijn in het zand. Sinds 31 augustus 1991 kan Dick alleen nog zelfstandig zijn ogen en mondhoek besturen.
Persoonlijk vergeet ik vaak dat Dick Locked-In heeft. Bij progwereld communiceren we hoofdzakelijk via de mail en daarin merk je niets. Ik ken Dick als een enorm positieve kerel met een geweldig gevoel voor humor en een grootse liefde voor ons genre. Ik weet nog als de dag van gisteren dat ik hem in 2004 ontmoette toen we bij hem thuis een progwereld vergadering hadden. Het voelde meteen vertrouwd. De opmerkingen die hij via zijn toenmalige partner Diana doorgaf, waren altijd raak en vol humor. Dick schreef er zelf later deze column over. Mocht je meer willen weten over zijn leven en manier van communiceren, kijk dan deze documentaire die in 2002 over hem werd gemaakt.
Dick is bij Progwereld veruit het meest productief. Voor hem is het zijn baan, passie en uitlaatklep. Een tijd geleden was het wat stiller rond zijn persoon en toen kwam het hoge woord eruit. Hij werkte aan een nieuw boek. Als je bedenkt dat Dick over het schrijven van een recensie gemiddeld 13 uur doet, dan krijg je een idee hoe lang hij aan dit boek heeft gewerkt. Petje af.
Dit nieuwe boek moest een ode voor zijn ouders worden. Hij schrijft in het voorwoord: “Ik zou iets gaan schrijven om hen aan de hand van mijn levensverhaal tot aan het herseninfarct te bedanken”. Nu kijken we allemaal wel eens terug naar de tijd van onze jeugd en jonge jaren, maar als je leven in een flits volledig tot stilstand komt, dan kan ik mij voorstellen dat die herinneringen goud omlijst worden. Wat dat betreft vind ik vooral de ondertitel van het boek zo sterk “Een realiteitsverhaal over het vitale leven voor m’n herseninfarct”.
In 136 pagina’s neemt Dick ons niet alleen mee door zijn (jonge) leven in de provincie Zeeland, maar door een tijdperk. Voor iedereen die opgroeide in de jaren ’60, ’70 en ’80 zal dit boek een feest van herkenning zijn. In korte zinnen en alinea’s (wat erg prettig leest) laat Dick zijn jeugd als een film aan je voorbijtrekken. Een tijd van vrijheid, vriendengroepen, eerste verkering en scheuren op je brommer. Tijdens het lezen kreeg ik zelf al regelmatig gevoelens van heimwee naar die tijd.
Ik ben onder de indruk van de enorme feitenkennis van Dick. Talloze anekdotes en heel veel personen passeren de revue. Heerlijk om te lezen hoe hij als een blok valt voor muziek en dan vooral voor de symfonische rock. Doordat hij al van kinds af aan saxofoon speelde bij de fanfare ontwikkeld Dick zich tot een dijk van een saxofonist. Hij speelt in heel wat bandjes (zo speelde hij jaren in het bandje Edge samen met Chris Götte, die later bij Bløf speelde en in 2001 verongelukte).
Dick blijkt niet alleen goed saxofoon te kunnen spelen, maar ook sterke songs te kunnen schrijven. Zijn laatste band Ligeia Lie ontpopt zich al snel tot een zeer veelbelovende neo-prog formatie. Ze brengen twee demo’s uit waarop Dick een flink aantal van de nummers heeft geschreven. Ik heb beide schijfjes al jaren in mijn bezit en de muziek is zeer veelbelovend. Luister hieronder maar naar de door Dick geschreven epic Silence Of Sunlight.
En…als je Dick zijn geweldige onvervalste Zeeuwse no-nonsens accent wil horen, beluister hier dan een interview met Ligeia Lie:
Het boek lees je in een ruk uit. Het heeft vaart en veel humor. Des te harder komt de laatste bladzijde aan. Het gaat dramatisch mis. De wijze waarop hij dit beschrijft komt binnen als een goederentrein die over je heen walst. Je beseft je dat een leven waarin hem vrijwel alles toelachte opeens voorbij is…
Wie denkt dat Dick daarna een bitter persoon is geworden heeft het mis. Ik ken werkelijk niemand met zo veel positiviteit en levenslust in zich als Dick. Iedereen, mijzelf inclusief, kan daarvan leren. “Je zal m’n ouders maar zijn” is een ode voor zijn ouders, maar is bovenal een ode aan het leven zelf.