1975. Het gaat goed met Jeff Lynne en z’n Electric Light Orchestra. Vooral in de Verenigde Staten wordt de Britse progressieve rockband op handen gedragen. De platen verkopen er prima en ook volgt de ene na de andere tour.
De honger van de fans naar nieuw materiaal is dan ook groot en tussen enkele tours door schrijft de immer creatieve Lynne acht nieuwe liedjes. In juni/juli vinden de opnamen daarvan plaats, deels in München met de band zelf en deels in Londen waar een 30-koppig orkest en een achtergrondkoortje van vier zangeressen aan de muziek zijn toegevoegd. “Face The Music” is geboren.
Lynne heeft bij het componeren de focus wat meer op de band gelegd en ook heeft hij meer radiovriendelijkheid willen bewerkstelligen. Het is weliswaar regelmatig wat compacter, het is nog steeds intrigerend en vernuftig.
De openingstrack Fire On High verdient wat dat laatste betreft absoluut een prijs. Wat een excentrieke start van het album. De intro is angstaanjagend aangezien het vol zit met achterstevoren geplaatste stemmen. Hierdoor werd Lynne overigens beschuldigd van satanisme. Wat volgt zijn bombastische akkoorden die uitmonden in een melodieus gitaarthema. De akoestische gitaar en een paar flitsende drumbreaks plaveien er de weg voor prachtige orkestraties. Sterker kan een album niet beginnen.
Na dit op en top progressief gestructureerde nummer komen de meer songmatige tracks en dankzij het creatieve brein van Lynne zijn deze stuk voor stuk interessant, niet op z’n minst omdat elk nummer een duidelijke eigen identiteit heeft.
De mega hit Evil Woman, het rockende Nightrider, het door de nieuwe bassist Kelly Groucutt gezongen Poker en het country-getinte Down Home Town zijn de meer vlotte nummers en het zijn deze tracks die de ruggengraat van het album vormen. Het grappige van Evil Woman is dat het als albumopvullertje geschreven is in maar liefst zes minuten.
Het album telt drie ballades, waarvan het prachtige Waterfall een haast singer-songwriterachtige allure kent, terwijl het broeierige Strange Magic iets zwijmelends heeft. De plaat sluit af met het wonderschone One Summer Dream. Ook de ballades hebben allemaal een sterke uitstraling, songs die je zou kunnen omschrijven als alles behalve niemendalletjes.
Op Wikipedia wordt uitgebreid omschreven welk geknutsel Lynne heeft gedaan om “Face The Music” te laten zijn wat het is. Toch komt het album over als een sterk organisch geheel, een plaat die beschouwd zou kunnen worden als een richtingaanwijzer voor wat komen ging.