Flying Colors bestaat uit muzikanten die eigenlijk geen introductie behoeven: Neal Morse (toetsen, zang), Steve Morse (gitaar, zang), Mike Portnoy (drums), Casey McPherson (zang, gitaar) en Dave LaRue (basgitaar). Zeer doorgewinterde progmuzikanten die bijvoorbeeld bands als Dream Theater, Spock’s Beard, DIxie Dregs en Deep Purple op hun cv hebben staan; je kunt gerust Flying Colors een supergroep noemen.
Met “Third Degree” brengt Flying Colors hun derde cd na het titelloze debuut in 2012 en “Second Nature” van alweer vijf jaar geleden. Collega Erik Groeneweg kwam in zijn recensie van het debuut tot de conclusie dat deze mannen ‘nog nooit zo’n gewone plaat hebben gemaakt’. Daar kan ik mij voor deze plaat ook goed in vinden.
De cd begint met The Loss Inside. Er wordt direct een energieke song gepresenteerd. Gevolgd door het al even energieke More. Daarmee wordt direct de toon gezet: songgericht, melodiegericht, geen gefreak, maar wel ruimte voor de kwaliteiten voor ieder bandlid. De muziek is niet te zwaar en doet mij denken aan bijvoorbeeld “Legend Of The Shires” van Threshold.
De eerste epic is het nummer Last Train Home. Het nummer klokt zo’n tien minuten en doet me erg denken aan Genesis, tweede helft jaren ’70, ook door de fijne toetsensolo. Is het super origineel en progressief? Nee. Is het zwaar symfonisch? Ja!
Persoonlijk vind ik het heel gaaf dat Flying Colors echte liedjes durft te schrijven. Als eerste de ballad You Are Not Alone. Als je de titel leest, weet je eigenlijk al wat komt. Maar so what, het is heerlijk. Het liedje begint als een nummer van de Beatles, maar door de gitaarsolo is het zwaar symfonisch. Met Love Letter waan je je in Beach Boys sferen… Maar Flying Colors blijft Flying Colors.
En dan tot slot. Het geweldige Crawl. Een heerlijke piano-intro, emotionele zang van McPherson, de opbouw, de spirituele dimensie; Flying Colors heeft absoluut het beste voor het laatst bewaard. Dit nummer verdient het om steeds weer op repeat te gaan. Wederom symfo die de jaren ’70 in herinnering roept, maar het klinkt wel heel fris en modern.
De eerste Flying Colors cd in 2012 was wat aarzelend en voldeed niet helemaal aan de hooggespannen verwachtingen. De tweede, “Second Nature”, was beter en naar mijn bescheiden mening “Third Degree” weer sterker. Dat komt vooral omdat de twee epics op deze cd mij echt wat doen.
Kortom, Flying Colors heeft met deze derde plaat een overtuigende cd gemaakt die zo maar eens in mijn jaarlijst over 2019 kan komen. Het is een cd die lekker fris is en klinkt als een klok. Er wordt duidelijk geput uit de symfo geschiedenis, maar nergens klinkt het gedateerd, integendeel zelfs. De kwaliteit van de muzikanten zorgt voor muziek van hoge kwaliteit. Je hoort bovendien dat de mannen er plezier in hebben. In de bijgeleverde bio rept drummer Mike Portnoy erover dat het doel van de band is om ‘toegankelijke, melodieuze, diepe en kleurrijke muziek’ te maken. Daarin is Flying Colors uitermate geslaagd. Als het woord ‘emotie’ er ook nog bij wordt gezet, maakt de band helemaal topmuziek is mijn conclusie.