Op het gebied van vaderlandse trots is er weinig dat zich aan het internationaal geliefde Focus kan meten. In de 21e eeuw heeft de band zo ondertussen al meer studioalbums uitgebracht dan in de jaren zeventig, maar geen van deze albums heeft de progminnende klasse zo kunnen grijpen als het werk van weleer. In de seventies, toen zelfs nummers zonder tekst als Sylvia en Hocus Pocus een radiohit konden worden. Ik heb de band de afgelopen jaren meermaals live gezien en er altijd van genoten, maar ook dan ligt de Focus op het oudere werk en lijken de nieuwe nummers niet te blijven plakken na de tours.
Het muzikantschap van de bandleden is op Twaalf wederom van het hoogste niveau. Gitarist Menno Gootjes heeft de juiste pep en klasse. De beste nummers van de plaat hebben alle zijn stempel. De solocomposities van vedette Thijs van Leer, op met name piano en orgel, zijn dan soms in te grote mate aanwezig. Dit gegeven is goed te vatten door het nummer Nura onder de loep te nemen. Na een ruime minuut pastoraal solospel van Van Leer barst de band los en kan de gitaar lekker fel riffen en grommen, maaruh.. waarom die fade-out na vier minuten?
Pierre van der Linden blijft natuurlijk die geweldige drummer. Soms tref je als luisteraar echter een lege drumstoel, zoals bij het leeuwendeel van het instrumentale Positano – dat ik liever als hardrocknummer had willen horen. Aan het einde gaat hij dan wél los en is het meteen weer spannend en levendig. Bassist Udo Pannekeet is alweer acht jaar van de partij en zijn geluid is goed geïntegreerd, al heeft zijn spel op basgitaar soms iets te weinig van wat Ronaldo als voetballer te veel heeft. Over de implicatie van dit statement laat ik u even puzzelen.
Focus speelt voornamelijk met klassieke muziek bezoedelde melodieuze late night fusion (afgekort mkmbmlf) die net iets te routineus klinkt om door te dringen. Zo zal het zwijmelende stuk Focus 13 (geen typefout) geen monden open laten vallen. Dat is, totdat de band op de helft een shot adrenaline zet. Een uitzondering op de norm is het gedeeltelijk geïmproviseerde Meta Indefinita, dat een ademende en zelfs licht psychedelische sfeer neerzet. Het daaropvolgende All Aboard weet ook iets onaards op te roepen, met abstractere jazzrock met een galmende klank. Hier weet de band de hoognodige verrassingen te bieden waar we zo ondertussen wel eens trek in hebben. Samen met het lekker knallende openingsnummer Fjord Focus zijn dit duidelijk mijn favorieten, waardoor het scorend vermogen van het album in de eerste helft geconcentreerd is.
De hoes. De laatste jaren, zo sinds “Focus X” laat de band de hoezen ontwerpen door Roger Dean (ja die van Yes’ klassieke jaren) en god; wat zijn die inwisselbare, generieke krengen lelijk en wat passen ze slecht bij de muziek. “Focus 12” spant dan de kroon met zijn snoepwinkelbehang kleurenpalet. Maar goed, daar zal de lezer misschien weer het zijne/hare van vinden.
Soms vraag ik me af wat Focus nog in petto zou hebben, zouden ze zich nog eenmaal eens committeren aan het progressieve rockpubliek. Met een opzwepende opeenvolging van verrassingen, zoals Eruption voortbracht op hun tweede album. Maar of we zo veel geluk zullen hebben met “Focus 13” is nog maar zeer de vraag. Twaalf is een prima album en misschien zelfs iets pakkender dan de twee voorgaande werken, maar blijft van bescheiden allure en distinctie.