Hamburger Concerto is het vierde studioalbum van Focus. Het is de opvolger van “Focus 3” en het livealbum “At The Rainbow”. Dit livealbum werd op 5 mei 1973 opgenomen in het Rainbow Theatre in het noorden van Londen met producer Mike Vernon. In de weken daarna werden in de Chipping Norton studio van deze producer een aantal nummers opgenomen voor wat het vierde album van Focus moest worden. Tijdens deze opnames liepen de irritaties tussen Jan Akkerman en Thijs van Leer op tot een kookpunt. Dat zorgde ervoor dat de opnames stagneerden. Om toch maar een album uit te kunnen brengen werden toen de opnames van het concert in het Rainbow Theatre als livealbum uitgebracht.
Ondertussen hadden Van Leer en Akkerman hun meningsverschillen enigszins bijgelegd en waren gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat de ‘big-band’-achtige drumstijl van Pierre van der Linden het commerciële succes van de band in de weg stond. Dat betekende vervolgens de exit voor Van der Linden. Begin 1974 werd met de Britse drummer Colin Allen aan de opnames voor “Hamburger Concerto” begonnen.
De relatie tussen Van Leer en Akkerman bleef echter problematisch, waardoor Akkerman veel van zijn partijen voor “Hamburger Concerto” alleen in de studio inspeelde. Behalve een paar kleine ongerijmdheden is dat aan het eindresultaat niet te horen. Dit vierde studioalbum is muzikaal gezien zeer genietbaar. Ondanks een paar banaliteiten is het, voor die tijd, een zeer progressief rockalbum geworden.
De titel heeft niets met de Duitse stad Hamburg te maken, het verwijst naar de stappen die gevolgd moeten worden bij de bereiding van een hamburger. De tweede (misschien wel geniale) banaliteit is de verwerking van een stukje van het oud-Nederlandse lied De uil zat in de olmen in het tweede deel van Hamburger Concerto. Verder is deze, twintig minuten durende, titeltrack een knappe aaneenschakeling van klassieke en rockthema’s. In deel 1, Starter, horen we een arrangement door Van Leer van de Haydn-variaties van Johannes Brahms, dat wordt afgesloten met een gitaar/Hammond riff die zo kon zijn weggelopen uit “Abbey Road” van The Beatles. In deel 3 horen we weer de nodige vocale fratsen van Van Leer, compleet met gejodel en natuurlijk een fluitsolo. Deel 4 is voor Akkerman met gevarieerd en heerlijk gitaarwerk. In deel 5, Well Done, klinken de eerste twee strofen van het traditionele kerstlied O Kerstnacht, Schoner Dan De Dagen (uit 1638), dat wordt uitgebouwd tot een typisch symfonisch Focusthema dat ongemerkt overgaat in deel 6.
Ik kan een ieder aanraden eens goed op de baspartijen van Bert Ruiter te letten. Die zijn, vooral voor die tijd, van zeer hoge kwaliteit.
Het album opent met een arrangement door Akkerman van Delitiae Musicae van de 16e eeuwse Vlaamse componist Joachim van den Hove. Hij speelt dit schitterend op de luit, aangevuld met Van Leer op de sopraanfluit.
Harem Scarem is de opvolger/kopie van Hocus Pocus. Ditmaal in een funky jasje met heerlijk piano/Hammondwerk, vocale acrobatiek door Van Leer en fraaie gitaarthema’s door Akkerman.
In La Cathédrale de Strasbourg zou je in eerste instantie denken dat Van Leer met zijn imposante pianospel nóg een schilderij aan de tentoonstelling van Moussorgsky wil toevoegen. Maar uiteindelijk wordt het een jazz-wals met overigens wel wat invloeden van de Franse componist/instrumentator Maurice Ravel.
Ik vraag me af wat het resultaat zou zijn geweest wanneer Emerson, Lake & Palmer hier hun licht over hadden laten schijnen.
De beide Birth’s zijn van de hand van Akkerman. Na een klavecimbelintro ontspint zich een typische Focus-rocker met die kenmerkende, slepende gitaarmelodieën door Akkerman. Verrassenderwijs schakelt de band over op een lichter reggae-achtig ritme om vervolgens weer terug te keren naar het openingsthema. En let weer op die heerlijke baspartijen van Ruiter. Het drumwerk van Allen is steady, to the point en zonder tierlantijntjes.
Tijdens de opnamen voor het vijfde studioalbum viel de band langzaam uit elkaar, waarna Akkerman in 1975 de band onvermijdelijk verliet, wat helaas het einde van de creatieve hoogtijdagen van deze band betekende.