Op donderdag ben ik dikwijls tot laat aan het werk. Vaak gooi ik dan wat restjes van de week op de draaiplaat in de magnetron. Soms smaken die me nog verrassend goed. Om 21 uur besluit ik dat het wel eens welletjes is. Ik pak uit de platenkast, uit het hoekje Nederlandse prog, de grijze hoes van “Ship of Memories”. Andere restjes, andere draaiplaat.
Dit in 1976 uitgebrachte compilatiealbum van Focus geniet weinig bekendheid, nog oogst het de lof die klassiekers als “Moving Waves”, “Focus 3” of “Hamburger Concerto” vergaren. Toch is dit zonder medewerking van de band uitgebrachte album misschien wel mijn persoonlijke favoriet. Het was ook een van de eerste elpees die ik als veertienjarige vond op Koninginnedag.
De eerste drie titels komen uit een sessie bij de Chipping Norton Recording Studios in Oxford, waar de band in 1973 werkte aan een opvolger voor “Focus 3”. Hier heeft de band wat mij betreft de beste klank die het ooit in de studio had. P’s March begint met vrolijke klassieke muziek op rock gezet met fluit van Thijs Van Leer. Op zichzelf staand een beetje te licht naar mijn smaak, maar de afwisseling met de stijgende akkoorden waarop Jan Akkerman agressief en creatief soleert, zorgt toch voor bijzonder contrast. Jan Akkermans Can’t Believe My Eyes is een van de meest agressieve en brute jazzrocknummers die ik ken. De donkere dissonanten op het orgel, de hakkende gitaar en de massale bas- en drumsound zijn om je vingers bij af te likken.
Focus V is dan een licht-psychedelische jazzballad, waar de slepende gitaarlijnen een fraai effect geven. Bij deze drie nummers is gitaarlegende Akkerman op zijn meest aansprekend en weet hij de elektrische gitaar echt origineel in te zetten. De gitaar lijkt echt te praten, te lachen en zelfs te dreigen. Out of Vesuvius is uit een jamsessie uit datzelfde jaar en toont enige gelijkenis met de opener van “Hamburger Concerto”, maar eigenlijk is het vooral een steengoede jam met wederom die vette sound.
Op kant B zijn Glider, Red Sky at Night en Crackers nummers waarbij de discosound en zijn consistente ritmevoering een belangrijke rol spelen. De band heeft dan een andere, tikkeltje meer synthetische sound, maar wederom ontzettend oorstrelend dik. Glider opent zelfs met een drumcomputer, precies zoals de fusiontrends uit die tijd voorschreven. Akkerman heeft een funky riff en Van Leer heeft ter afwisseling mooie akkoorden op synths, die hij vergezelt met spookachtige zang. Red Sky at Night heeft een prachtige melodie die verlangen en nostalgie oproept. De baslijnen op de Moog geven een interessante draai aan het geluid van de band.
Graag beklagen we ons over de platenlabels en hun verwerpelijke plannen. In dit geval snap ik wel dat ze dit grijze muisje van het Focus-repertoire hebben uitgebracht. Een beetje fan zou toch ten minste kant A in zijn hart moeten kunnen sluiten. Ja, misschien heeft u al een stapeltje cd’s liggen dat voorgaat, maar wie weet komt er toch een keer die muzikale restjesdag. Dan weet u bij deze wat u eens kunt opvragen bij uw streamingdienst.