Fragile

Golden Fragments

Info
Uitgekomen in: 2020
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Force Ten Productions
Weblink: http://www.forcetenproductions.eu/
Website: https://www.facebook.com/FRAGILE-performing-the-music-of-YES-188719672038/
https://fragileyestribute.bandcamp.com/
Tracklist
When Are Wars Won?/Surely All I Need (12:17)
Blessed By The Sun/Hey You And I And (6:40)
Five Senses (4:34)
Heaven's Core (6:29)
Open Space (2:31)
Time To Dream/Now We Are Sunlight (6:29)
Old Worlds And Kingdoms/Too Late In The Day (11:24)
Claire Hamill: zang
Oliver Day: gitaar
Russ Wilson: drums, percussive
Max Hunt: zang, toetsen, basgitaar, gitaar, percussie
Met medewerking van:
Clive Bayley: zang op Heaven's Core en Time to Dream/Now we are Sunlight
Golden Fragments (2020)

“Golden Fragments” is het eerste originele album van Fragile. Fragile was de oorspronkelijke Europese Yes Tribute-band die eind jaren negentig werd opgericht. De groep werkt nu als een originele band die op een eigen, unieke manier hulde brengt aan Yes.

Dit album bevat bijdragen van Claire Hamill (solo singer-songwriter, Ray Davies, Steve Howe, Jon Anderson, John Martyn, Alan White, Jon & Vangelis, Wishbone Ash) en als speciale gast Clive Bayley, uit de jaren 60 pre Yes-band Mabel Greer’s Toyshop. Fragile is niet zo maar een tribute band: gitarist Steve Howe himself heeft regelmatig met de band opgetreden en is uitermate lovend over hun capaciteiten. Lof is er ook voor het hoesontwerp; nee, niet van Roger Dean maar van Steven Mayerson, uiteraard geïnspireerd door die eerste. Fragile is overigens gestopt met optredens om zich volledig te concentreren op het schrijven en opnemen van originele, door Yes geïnspireerde, muziek.

Het duurt niet zo lang of de iconische klanken van Yes jaren zeventig vliegen je om de oren in het ruim twaalf minuten durende When Are Wars Won?/Surely All I Need. Instrumentale passages die zo uit “Close To The Edge” maar vooral “Tales From Topographic Oceans” afkomstig hadden kunnen zijn. Het is even wennen aan de vrouwelijke solozang van Claire Hammill maar dat gaat snel over. Vooral de sterk aan Wakeman refererende toetsenpartijen en de gitaarklanken versterken het Yes-effect. Minder sterk is de compositie, die lijkt nergens heen te gaan en slechts als kapstok te fungeren voor de virtuoze capriolen op gitaar en toetsen. De aan America refererende solo van gitarist Oliver Day halverwege spreekt in dat verband boekdelen. Het lyrische tweede deel, Surely All I Need, doet me sterk denken aan Leaves of Green (Tales: The Ancient).

De teksten van zangeres Claire Hammill sluiten goed aan bij de sfeer van Jaren zeventig Yes. Ook op Blessed By The Sun/Hey You And I And (geen drukfout), inclusief het zweverige, kenmerkend voor Jon Anderson’s teksten. Uiterst herkenbare duetten tussen gitaar en synthesizer, als in de beste jaren van Yes. Het nummer eindigt ietwat abrupt na een kleine zeven minuten. Mannelijke solozang van Max Hunt op Five Senses met harmonievocalen van Hamill, uitstekende progrock song met minder dan normaal referentiemateriaal; neemt de richting aan van authentiek materiaal.

http://www.youtu.be/OjdMfWG06ys

Op Heaven’s Core is een bijzondere gast te beluisteren als zanger: het gaat om de oorspronkelijke zanger/gitarist van Yes-voorganger Mabel Greer’s Toyshop uit de late jaren zestig, Clive Bayley. Een band die overigens in 2014 werd heropgericht met onder anderen Fragile toetsenist Max Hunt en Yes bassist Billy Sherwood in de gelederen. De intro roept bij mij herinneringen op aan GTR’s When The Heart Rules The Mind. Bayley’s stem wordt vervormd (opgeleukt?) door de autotune, alsof eerdergenoemde Sherwood de productie in handen had. Het geluid roept herinneringen op aan de “Drama” en “90125” periode. Open Space is gitarist Day’s versie van Howe’s Mood For A Day, een ingetogen tweeëneenhalve minuut durend stuk akoestische sologitaar.

Time To Dream/Now We Are Sunlight is het tweede nummer waarop zang te beluisteren valt van de eerder genoemde Clive Bayley. De intro is een kruising tussen Close To The Edge (I Get Up I Get Down) en het begin van Awaken (High Vibrations) met zang van Hamill en veel, heel veel atmosferische klanken. Dan verandert zowel het tempo als de stemming en verschijnt de drukke, ieder voor zichzelf, georganiseerde chaos die Yes in zijn hoogtijperiode typeerde. Daar over heen Bayley’s vervormde chant ‘Time To Dream’ en een Soon/Close To The Edge-achtig einde, compleet met belletjes en vogelgeluiden.

De vergelijking met Renaissance ligt altijd op de loer bij een symfonische rockband met een vrouwelijke solozangeres. Maar op het afsluitende Old Worlds And Kingdoms/Too Late In The Day lijkt Fragile toch wel heel erg op Annie Haslam en co. Wel heel goed gedaan, dat moet gezegd. Bijna twaalf minuten lang komt de legendarische Engelse band voorbij, met Steve Howe op gitaar: Yes meets Renaissance. Na een prachtige piano-intro zingt Hamill als in de beste tijden van Mother Russia en Scheherezade. Vooral de bas en de drums doen hier goed werk door de afwijkende maatvoering. Hamill zingt ongeveer in dezelfde regionen als Haslam en versterkt het gevoel nog eens. Dat deed ze ook al voor Steve Howe op het nummer Look Over Your Shoulder van zijn tweede solo album “The Steve Howe Album” uit 1979. Diezelfde Howe, oh sorry, Oliver Day, gooit er nog eens een karakteristieke solo uit waarna Hunt het in de beste Wakeman traditie afmaakt.

Zelden zal een album titel de lading zo goed gedekt hebben als in het geval van “Golden Fragments”. Het staat buiten kijf dat zowel de band als geheel als de individuele leden prima in staat zijn om het geluid van Yes te benaderen. Dat is op een aantal momenten ook heel goed te horen. Maar als het gaat om het componeren van samenhangende songs waar eb en vloed elkaar op logische wijze afwisselen dan moet de band afhaken. Dat is ook helemaal geen schande: het origineel behoort niet voor niets tot de top van het genre en stond bovendien aan de wieg ervan. Op zijn best is Fragile in staat om een goede basis neer te leggen en voldoende samenhang in de nummers aan te brengen om als solide podium te fungeren voor het spel van het individu, waarbij met name toetsenist Max Hunt en gitarist Oliver Day uitblinken. Er is genoeg om van te genieten en de band laat af en toe horen ook een eigen geluid te kunnen produceren. In dat verband wil ik met name Five Senses eruit lichten; dat zou een richting kunnen zijn die men verder kan exploreren op weg naar een authentieke sound. Voor de rest blijven het toch vooral gouden fragmenten, klanken van lang vervlogen tijden die bij sommigen van ons, progfans van het eerste uur, een glimlach van herkenning op het gezicht toveren.

Send this to a friend