Yay, weer een Gentle Giant-heruitgave! Voor een band die in de jaren ’70 qua verkoopcijfers relatief gezien maar matig scoorde, is het materiaal inmiddels belachelijk vaak uitgebracht, opgepoetst en heruitgegeven. Pas vond men in de kluizen zelfs nog 4.1-mixes van “Free Hand” en “Interview”, twee albums die ook in deze set (maar dan gewoon in stereo) zitten. Is “I Lost My Head” daarom een nutteloze uitgaven?
Nou, nee. “I Lost My Head – The Chrysalis Years (1975-1980)” bevat zoals de titel al aangeeft alle albums van 1975 tot en met 1980. Verspreid over 4 cd’s vind je daarom niet alleen klassiekers als de reeds genoemde “Free Hand” en “Interview”, maar ook de werkelijk fantastische liveplaat “Playing The Fool”, welke de hele derde cd in beslag neemt. Daarnaast telt de set ook de drie gehate platen waarmee de Engelse formatie zijn carriere besloot, die drie platen waarvan iedereen zegt dat ze heel slecht zijn, maar zoals normaal ligt de waarheid daarover enorm in het midden. Voor de prijs van ongeveer twee tientjes neem je dus ruim 5 uur late-periode-Gentle-Giant tot je, en je kan je tijd en geld slechter besteden.
De albums “Free Hand” en “Interview” zijn op Progwereld uitvoerig beschreven, dus ik verwijs graag naar deze recensies. Wat betreft deze albums, het zijn absolute top-albums, maar het moet gezegd worden dat – en dat geldt met name voor “Interview” – de rek wat betreft de route die de band volgde, er wel zo’n beetje uit was. Daarom is het niet zo gek dat “The Missing Piece” (1977) beduidend strakker, to-the-point, en – dare I say it? – commerciëler was. Toch is het een aardig album, waar de progrock nog niet geheel verdwenen is, maar waar toch de absolute Gentle Giant-klassiekers ontbreken. Memories Of Old Days is niet alleen het langste, maar ook het beste nummer, terwijl ook I’m Turning Around niet onaardig is. Ik vind de opener Two Weeks In Spain een hoogst irritant nummer, maar over het algemeen is “The Missing Piece” helemaal niet zo slecht.
“Giant For A Day” uit 1978 wordt over het algemeen historisch gezien als het slechtste album dat een serieuze progband in de jaren ’70 kon uitbrengen. Zowel op Progarchives als op Rate Your Music krijgt het album belachelijk lage cijfers. Ik geloof dat Justin Bieber nog hogere cijfers krijgt! En niet om nu lekker dwars het voor de underdog te moeten opnemen, maar “Giant For A Day” is een gewoon een heerlijk popalbum, met 10 prima tot aardige liedjes. Doordat de proginvloeden totaal zijn verdwenen, krijgt vooral gitarist Gary Green veel ruimte tot soleren, wat je vooral merkt in Little Brown Bag, dat gewoon een topnummer is, evenals het haast Kayak-achtige It’s Only Goodbye. Nee, “Giant For A Day” is zeker zo slecht als vele recensies je willen doen geloven.
Wat dat betreft is het jammer dat Gentle Giant niet door is gegaan in de jaren ’80. Gezien het feit dat Ray Schulman in die jaren min of meer verantwoordelijk is voor de ontdekking van Björk (hij produceerde albums van haar groep The Sugarcubes), is het niet moeilijk voor te stellen hoe de stijl van Gentle Giant had geëvolueerd. Zeker als je daar het eveneens aardige “Civilian” uit 1980 in ogenschouw neemt. Ondanks het prima materiaal op deze laatste plaat, en de toename van modernere studiofoefjes, klinkt de groep na drie van deze platen ook alweer wat vermoeid. Waar “Giant For A Day” heel losjes klinkt, maakt “Civilian” een wat geforceerde indruk. De proginvloeden lijken een klein beetje terug te komen, met name in Shadows On The Street en Inside Out, welke laatste mag gelden als een absolute klassieker. Gek genoeg is het gitaarwerk van Green juist weer wat naar de achtergrond verwezen, maar “Civilian” is vooral het album dat bassist Ray Schulman en drummer John Weathers in het zonnetje zet.
Tenslotte bevat deze 4-cd-set ook nog de live-plaat “Playing The Fool”, gemakkelijk één van de beste liveplaten uit de geschiedenis, van welke band dan ook. Gentle Giant live moet een belevenis zijn geweest, en de groep had ook de unieke opvatting dat het live-materiaal iets moest toevoegen aan het studiomateriaal. Dien ten gevolge klinkt geen nummer hetzelfde als op de plaat, niet zelden gebracht in medleys of samengevoegd in tweetallen. Het is de plaat waardoor ik Gentle Giant-fan ben geworden, en normaal hou ik niet eens van liveplaten.
“I Lost My Head – The Chrysalis Years (1975-1980)” is daarom voor zowel fans als geinteresseerden een essentiele uitgave. Voor weinig geld maak je kennis met de zogenaamde ‘matige’ periode van de groep, en neem je tevens drie absolute klassiekers tot je. Dus doe jezelf een plezier en ga deze zoveelste heruitgave gewoon nu bestellen of halen bij je lokale platenboer, als er nog eentje bij je in de buurt zit.