‘ALS’ bestaat niet, ‘als’ is gelijk aan verbrandde turf. Het was ooit een wijs lesje van mijn vader.
Maar was deze les – met alle respect – wel zo wijs? Het zou immers inhouden dat dit elfde studioalbum “IF” (met hoofdletters!) van Glass Hammer niet bestaat. Ik heb hem nu toch echt in mijn handen en wat klinkt hij weer retro, wat is hij (weer) niet-vernieuwend en wat klinkt hij toch verfrissend en bijzonder aangenaam. Glass Hammer klinkt nog steeds als thuiskomen.
Al bijna twee decennia toveren de heren Babb en Schendel met regelmaat producten uit hun Sound Resources Studio tevoorschijn. Als ware het verwisselen van ondergoed worden groepsleden met het grootse gemak ingeruild voor een stel nieuwe muzikanten en vocalisten. Waren we net een beetje gewend geraakt aan de bezetting die verantwoordelijk was voor “Culture Of Ascent”, werden er op “Three Cheers Of The Broken Hearted” al een paar leden opzij geschoven. Dat album maakten Babb en Schendel eigenlijk al met zijn tweeën en was een voorbode voor dingen die komen gingen. En halve maatregelen heeft men niet genomen want de groep is op “IF” voor 60% vernieuwd. Navraag leerde dat in het geheel geen sprake is van rancune, maar dat het regelmatig werken met nieuwe musici een onderdeel van de werkwijze van Glass Hammer is. Om dat te illustreren heeft de groep plannen om ter gelegenheid van het aanstaande twintigjarige jubileum een nummer te schrijven waarop alle (voormalig) groepsleden een aandeel zullen hebben.
Op “IF” keert het duo met zes nummers verdeeld over 66 minuten terug naar de roots ten tijde van de albums “Chronometree”, “Lex Rex” en het in 2005 verschenen dubbelalbum “The Inconsolable Secret”. Nog meer dan ooit domineren de toetsen van Schendel. Zo horen we met regelmaat Hammond orgel, pijporgel, Moog synthesizers en Mellotron voorbij komen. Wat daarbij opvalt, is het modernere geluid wat Schendel uit zijn klavieren tovert.
Zoals gebruikelijk speelt ook nu de gitaar een onderschikte rol. Alan Shikoh mag dan bekend staan als een jong (geboortejaar 1988) en talentvol jazzrockgitarist, het is afwachten hoe lang deze jongeman zich schikt in zijn onopvallende rol. Naast Schendel is het toch Babb die met zijn basspel regelmatig op de voorgrond treedt. Maar het meest wonderbaarlijk is en blijft toch altijd weer de zang. Ondanks dat Babb en Schendel wat vocalen voor hun rekening nemen komt het grootste deel van de vocalen voor rekening van Jon Davison. Dat hij een volslagen onbekende zanger is, is niet vreemd want de man is bassist van de groep Sky Cries Mary. Met zijn stemgeluid past hij niet alleen naadloos in het Yes-colbert wat Glass Hammer maar niet uitgetrokken krijgt, maar vult hij ook de nalatenschap van Carl Groves uitstekend in. Al bij de eerste aanzet van Beyond, Within denk je naar Jon Anderson te luisteren en dat gevoel raak je het hele album niet meer kwijt. Zelfs hun voornaam hebben ze gemeen zou je denken, ware het niet dat Davison van voren Juano blijkt te heten.
Vermeldenswaard is nog het letterlijke en figuurlijk fantastische artwork van de hand van Tom Kuhn. Niet alleen de bezetting van Glass Hammer, maar ook het uithangbord, te weten het logo, heeft een metamorfose ondergaan. Laat dit uitgerekend de enige progressieve uitingen van Glass Hammer op “IF” zijn.
Met “IF” heeft Glass Hammer zijn meest Yes-getinte album afgeleverd. Dat zal ze ongetwijfeld karrenvrachten kritiek opleveren, waar ze zich in het geheel niet aan zullen storen. Tegelijkertijd is “IF” het beste Glass Hammer album tot nu toe, een album wat de niet-fans van Yes (zoals ondergetekende) ook zeker zal bevallen. ALS je daarvoor open staat natuurlijk”.