De Amerikaanse band Great Wide Nothing debuteerde in 2019 met hun album “The View From Olympus”. In mijn recensie voor Progwereld was ik wel positief over de neoprog met een wat ruwer randje die de band uit Atlanta liet horen. Vooral het titelnummer van zo’n 17 minuten kon mij zeker bekoren. ‘Ik ben benieuwd naar meer en wil graag de nieuwe vergezichten van deze Amerikanen horen!’, om de slotzin van mijn review nog even te citeren. In veel gevallen weten wij als recensenten welke cd’s we onder de loep mogen nemen of kunnen we aangeven waar onze interesse naar uitgaat. Ik vond het dus oprecht leuk om onlangs in mijn brievenbus “Hymns For Hungry Spirits volume 1” te ontvangen, terwijl ik die nog niet langs had zien komen.
Het hoesje, met een knielend in gebed verzonken skelet, intrigeert me. Gauw de cd in de speler. En de huiskamer vult zich eerst met fijne toetsengeluiden, een mooie gedragen opening van het nummer To Find the Light, part one. Daarna ontpopt het zich juist als een energiek, zelfs swingend door het gebruik van blazers. Wat mij direct weer opvalt zijn de toetsen van Dylan Porper. Aan de ene kant een lekker ruw en druk orgeltje, aan de andere kant weer de voor de neoprog zo typerende zwevende toetsen. De stem van Daniel Graham doet mij wat denken aan Glenn McLaughlin van Iluvatar. Ook de muziek past bij die stijl, net als bijvoorbeeld IQ.
In het tweede nummer Superhero komt vooral Rush bovendrijven. Een energiek nummer, met vooral ook aandacht voor de gitaar. Ik vind Promised Land een sterk nummer. Het doet me denken aan For Absent Friends tijdens “Running in Circles”, dus puntige krachtige Saga-achtige neoprog. Er zit een mooi zwaar toetsenstuk in dit liedje.
Met Hymn For A Hungry Spirit neemt de band was gas terug. En het rustpunt komt op een goed moment, want de eerste nummers zijn best ‘vollgass symfo’. Met Songs Apart hebben we het meest karakteristieke symfo nummer te pakken. Bijna negen minuten klokt deze song. Ik vind vooral het muzikale tussenstuk mooi. Het couplet-refrein gedeelte vind ik minder aansprekend, een beetje op de automatische piloot. Vigil is een gevoelige ballade die wel landt. Het is een beetje sentimenteel, maar zeker niet over het randje.
Een heerlijk begin op toetsen luidt het laatste nummer van de cd in. En de kracht van de eerste nummers van deze plaat is bovendien weer helemaal terug. De toetsen in het instrumentale stuk van deze song zijn zalig. Wat mij betreft heeft Great Wide Nothing het beste voor het laatst bewaard met The Best We Can Do Is Laugh. Ik kan me niet van de indruk onttrekken dat dit nummer een duidelijke link heeft met de corona pandemie.
Na zo’n 41 minuten zijn deze hymns weer afgelopen. Wat je krijgt is degelijke neoprog. Soms druk, soms gevoelig, maar gevarieerd genoeg om de luisteraar te blijven boeien. Er zit bovendien iets in hun muziek wat mij bevalt. Noem het maar het ruwe randje. Dit is “Hymns For Hungry Spirits volume 1”. Dat betekent normaal gesproken dat volume 2 wel zal volgen. Stuur tegen die tijd maar op zou ik zeggen!