En toen had Jon Anderson in 1980 ineens Yes achter zich gelaten. Nadat hij eerst een aanbod van het Virgin-label afsloeg, zette hij geheel op eigen kracht zijn zinnen op een solocarrière. Met een eigen band, een tournee en een tweede soloplaat: “Song Of Seven”. Die pakte in vergelijking met zijn hoogdravende debuut “Olias Of Sunhillow” een stuk poppiër uit, maar muzikaal wel gevarieerder en zou in de daaropvolgende jaren een soort blauwdruk blijken van zijn solowerk.
Met For You For Me valt hij gelijk met de deur in huis. Luid en krachtig declamerend op zijn bekende wijze onmiskenbaar Anderson, begeleid door onder meer bassist John Giblin en gitarist Ian Bairnson – bekend van The Alan Parsons Project en in zijn rol bij Anderson als sologitarist goed op zijn plek. Productioneel is “Song Of Seven” echt een kind van z’n tijd, met af en toe een ritmebox, wat cheesy toetsenpartijen en saxofoonpartijen van jazzheld Johnny Dankworth en ook Dick Morrissey, waarmee Anderson in de daaropvolgende jaren ook veel zou samenwerken. Neem Heart Of The Matter, een rechttoe rechtaan stukje popmuziek waarin Anderson samenwerkt met toetsenist Ronnie Leahy en bassist Jack Bruce. Zó poppy zelfs dat het nummer een beetje uit de toon valt vergeleken bij de overwegend serene sfeer van de overige liedjes.
Voor de gemiddelde Yes-fan is deze plaat een flink gevulde muzikale hutspot, inclusief vier stukken die Anderson in 1978 al voor “Tormato” aanleverde, maar die op de plank bleven liggen. Some Are Born, Days, Everybody Loves You en Hear It klinken twee jaar later iets spannender, met zelfs wat Keltische invloeden. Beste voorbeelden zijn Days en Everybody Loves You, met schitterende baspartijen van Giblin en fraaie zangarrangementen. Het titelnummer is een kalme Anderson-symfonie dat alle elementen van de plaat samenbalt tot een elf minuten durend geheel. Fraai gedaan, vooral dankzij de inzet van de uitstekende groep musici en Andersons zangkwaliteiten.
Wat ook opvalt is hoe akoestisch georiënteerd “Song Of Seven” klinkt vergeleken bij de eerste twee Jon & Vangelis platen die rond die tijd verschenen. Mooi hoe Anderson die samenwerking toch gescheiden hield van zijn soloplaten. Ook op “Animation” en “In The City Of Angels” zette hij die popbenadering door, terwijl de tweede jeugd van Yes daar natuurlijk ook van overliep. Deze heruitgave van “Song Of Seven” bevat twee bonus tracks voor de verzamelaar, maar voegen weinig toe aan het album. Leuk is het interview met Anderson in het boekje. Die vertelt over zijn aanbod van Virgin en hoe hij in Londen tijdens het maken van “Song Of Seven” Chris Squire tegen het lijf liep. Met alle consequenties van dien. Dit blijft een leuke plaat in Andersons canon van solowerk.