Karfagen

Echoes From Within Dragon Island

Info
Uitgekomen in: 2019
Land van herkomst: Oekraïne
Label: Caerllysi Music
Website: http://karfagenmusic.com/en/
Tracklist
Dragon Island Suite I (17:17)
Dragon Island Suite II (18:41)
My Bed Is a Boat (2:45)
Dragon Island Suite III (16:32)
Flowing Brooks (4:17)
Winter Rooks (3:45)
Incantation (part I) (6:27)
Incantation (part II) (6:28)
Maria Baranovska: viool
Roman Gorielev: gitaar, zang
Antony Kalugin: percussie, toetsen, zang, penny flute
Konstantin Kanskiy:  schilderijen
Geogiy Katunin: draailier
Sergii Kovalov: accordeon, zang
Elena Kushiy: dwarsfluit
Tatiana Kurilko: althobo
Sergey Obolonkov: zang
Alexandr Pastuchov: fagot
Oleg Prokhorov: basgitaar
Olha Rostovska: zang
Kostya Shepelenko: drums
Michail Sidorenko: alt saxofoon
Vicor Sirotin: drums
Tim Sobolev: zang
Igor Solovey: hoorn
Max Velynchko: gitaar
Birds Of Passage (2020)
Echoes From Within Dragon Island (2019)
Messages From Afar (2017)
Spektra (2016)
‘7’ (2015)
Magician Theatre (2014)
Aleatorica (2013)
Lost Symphony (2011)
Solitary Sandpiper Journey (2010)
The Key To Perception (2009)
The Space Between Us (2007)
Continium (2006)

Het lijkt met Antony Kalugin niet op te kunnen. Hij acteert nadrukkelijk in projecten als Hoggwash, Sunchild, Antony Kalugin’s Kinematics Orchestra en AKP, maar hij is misschien het meest bekend van Karfagen, een wisselend Oekraïens gezelschap dat met “Echoes From Within Dargon Island” alweer zijn tiende cd het levenslicht doet zien.

Karfagen is zeker ook ‘zijn’ band, want hij bedenkt en schrijft alles en neemt met zijn toetsen- en fluitspel ook een belangrijk deel van de muzikale uitvoering voor zijn rekening. Per cd verzamelt hij een wisselend gezelschap om zich heen om het muzikale verhaal te vertellen. Op “Echoes From Within Dragon Island” tellen we niet minder dan zeventien muzikanten. Naast de traditionele rockinstrumenten bespelen zij viool, verschillende blaasinstrumenten, de accordeon en, toe maar, de draailier. Dit instrumentarium krijgt een nadrukkelijke weerslag in de muziek. De symfonische artrock van Karfagen is meer dan doorspekt van deze klassieke instrumenten die Kalugin op zeer kundige wijze verbindt met de rock, die toch de basis is van de muziek.

Wat de titel al doet vermoeden speelt het verhaal zich af in een magische wereld. Een driedelige Dragon Island Suite vormt het hart van de cd.  De 19e eeuwse Schotse schrijver Robert Louis Stevenson, onder andere bekend van Treasure Island en The Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde, zorgt postuum voor de teksten. Kalugin zet diens gedichten in om het verhaal van Drakeneiland te vertellen.

Snel is duidelijk dat Karfagen schatplichtig is aan een keur aan jaren ’70 bands. Ik noem Genesis, Pink Floyd, Yes, Jethro Tull, maar ook Marillion en Neal Morse. En niet te vergeten The Flower Kings, ik verzin dit niet, dit lees je in alle recensies terug. Karfagen kun je een The Flower Kings light noemen, de muziek is evengoed gevuld, maar veel minder hoekig.

Wat Karfagen ons voorschotelt is zonder meer indrukwekkend. De suite doet de luisteraar in een achtbaan belanden, waarin hij na een ritje van dik vijftig minuten draaierig uitstapt. Maar niet misselijk, maar juist met een onbestemd voldaan gevoel. De tempo- en sfeerwisselingen zijn nauwelijks bij te houden en het gebodene klinkt altijd geweldig. Je bent aanhoudend benieuwd welke wending de muziek nu weer zal nemen. Met zijn wervelende toetsenspel als basis zuigt Kalugin je deze droomwereld in om je niet meer los te laten. Zeker in het eerst deel denk je soms echt in een stukje klassieke muziek te zijn beland, als de viool, de fagot of de hobo even mogen schitteren lijk je een kamermuziekensemble mee te maken of waan je je even in een Peter en de Wolf setting. Maar nooit voor lang, het heerlijke toetsenspel van Kalugin zorgt voor cement tussen alle onderdelen. En een pakkende gitaarsolo ontbreekt op zijn tijd ook niet. Kalugin maakt er echt een geweldige mix tussen klassieke en moderne symfonische muziek van. In de delen twee en drie verschuift het accent meer en meer naar de traditionele progmuziek. Zeker part III is een dik kwartier lang volop genieten van majestueus toetsenspel van Kalugin met eveneens indrukwekkende gitaarbijdragen van Max Velychko. Het levert ook duetten van beiden op die om van te smullen zijn.

We hebben dan ook al een intermezzo tussen de delen II en III achter de rug. Ik begrijp deze wat aparte programmering wel. Even een rustpuntje in de achtbaanrit, op het hoogste punt een tijdje op adem komen en adrenaline verzamelen voor de laatste adembenemende looping waarbij je weer volledig over de kop gaat. My Bed Is A Boat is een zoet en zalvend samengaan van akoestische gitaar, dwarsfluit en fagot.




Dit is bij elkaar al ruim voldoende om een prima cd af te sluiten, maar omdat het niet op kan met Kalugin en hij veel noten op zijn zang heeft voegt hij nog eens vier nummers toe om het schijfje tot het gaatje te vullen. En dat is allerminst materiaal dat nog ergens op een plank lag te versloffen en beslist geen straf om nog eens twintig minuten op te gaan in de muzikale bedenksels van deze Oost-Europeaan.

In Flowing Brooks staan de schijnwerpers behoorlijk op de saxofoon gericht en krijgt het gitaarspel even de klank van Roberto Diaz van Anima Mundi, terwijl Kalugin zijn toetsen laat spreken op een manier waarvoor Yogi Lang van RPWL zich niet zou schamen. Het korte Winterrooks is weer een melancholisch akoestisch gitaarstuk. Een atmosferisch tweeluik zorgt voor een passende apotheose.

Send this to a friend