Oud, obscuur en female fronted deel III: Light Year – Reveal the Fantastic
Vanuit de Engelse Canterbury scene ontstonden in de jaren zeventig ook avant-prog groepen als National Health, Quiet Sun en Hatfield & the North. Ze dropten de lichtvoetige pop van bands als Caravan en het vroege Soft Machine en gingen tamelijk complexe amalgamen spelen van fusion en progrock. Albums van deze groepen zijn een mooie uitdaging voor de geoefende luisteraar, al kunnen ze soms wat technisch en zakelijk aandoen. Het is zoals altijd een kwestie van smaak.
Een groep die stilistisch haarfijn aansluit op dit segment van de Engelse scene is het Amerikaanse Light Year, waarvan pas in 2010 dit album, “Reveal the Fantastic”, is uitgebracht. Het werd al in 1974 opgenomen in San Francisco. De band had destijds geïnvesteerd in een professionele opname in de hoop zo een platencontract te kunnen scoren. Dit kwam er uiteindelijk pas in 2010 toen het Green Tree Records label de elpee eindelijk uitbracht.
Naast de Canterbury invloeden hoor ik ook interesse in het werk van Mahavishnu Orchestra terug, zoals bijvoorbeeld de drukke opening van Giant Babies. Ook het gitaarwerk van gitarist Randy Sellgren lijkt een beetje op dat van John McLaughlin. Door sommige ritmische patronen en intense vocale jazz-rock momenten heeft de muziek van Light Year soms zelfs wel iets weg van Magma.
Light Year heeft naast een toetsenist, die veelal de Fender Rhodes gebruikt, ook een percussionist die uitblinkt op de Marimba. Daarnaast hoor je ook sterke sfeervolle percussie in de rustigere passages, zoals in de opening van Aura/Open Windows. Bassist John Yu lijkt zich met gemak te kunnen meten aan de fusionmeesters van zijn tijd, wat een eindeloze inspiratie voor loopjes en grooves heeft deze man. Sharon Pucci is dan de zangeres van de groep en ze heeft een sterke, expressieve stem. Ze deinst duidelijk nergens voor terug en kan zelfs met virtuoze scat solo’s de instrumentalisten aardig bijhouden. Haar creativiteit en inlevingsvermogen komen duidelijk tot recht op deze plaat, ook op momenten dat de muziek richting de avant-garde schiet. Haar stem heeft overigens nog wel iets weg van Stella Vander (van het eerder genoemde Magma).
De productie van het album kan niet de reden zijn dat deze nooit eerder is uitgebracht, want de kwaliteit van de opname is bijna als dat van een Frank Zappa-album als “One Size Fits All”. Alleen dan ietsje vuiger. Over Zappa gesproken, het langere, epische sluitstuk Auro/Open Windows zou zo van een van zijn beste platen kunnen komen.
Hoewel de band vrij straks in zijn avant-prog stijl opereert is Buggy Cadavers dan een verrassend funky nummer waarin zangeres Sharon Pucci vrijuit experimenteert met haar stem. Haar ervaring als big band zangeres komt dan mooi uit de verf. Percussionist Doug Johnson geeft dan een mooie solo op de marimba. Hij zou uiteindelijk uit de band gezet worden omdat hij bij een optreden voor een bijna lege zaal niet de verplichte zwarte jeans had aangetrokken. Hij droeg blauwe.
Het nummer The World is dan noemenswaardig omdat het binnen het complexe materiaal toch een soort van ‘de hit’ is. De opening met de spannende akkoorden en de bijna desperate gitaar van Sellgren is al goud. Met zinderende ernst weet de band daarna pakkende melodieën te brengen die ook met vurige passie worden vertolkt door zangeres Pucci. Als die pakkende gitaar aan het einde terugkomt en Pucci mee gaat krijsen ontstaat een moment waar je haren ofwel recht van overeind gaan staan – óf je vindt het een van de gaafste dingen die je ooit gehoord hebt.
Naast dit niet mals betitelde “Reveal The Fantastic” heeft Green Tree Records nog een tweede werk van de band op cd uitgebracht in 2020, genaamd “Hypernauts Of The Absolute Elsewhere”. Het schijnt dan wederom om sterk materiaal te gaan van dit zeer getalenteerde, maar tevens ongelukkige Light Year, dat in de seventies geen elpee wist te verkopen. Hadden ze maar een keer in het voorprogramma van Frank Zappa & The Mothers of Invention gestaan. Of de oceaan overgestoken.