Mad Fellaz is een band afkomstig uit Vicenza, Italië. De band is in 2010 opgericht en dit is hun derde album dat luistert naar de ‘geïnspireerde’ titel “Mad Fellaz III”. De toch al veelkoppige band, bestaande uit maar liefst acht muzikanten, wordt op deze laatste boreling bijgestaan door nog eens acht gastmuzikanten die de muziek verrijken met de nodige blazers en strijkers.
Het album telt zeven composities die in lengte variëren van twee tot tien minuten. De muziek op het album is zeer gevarieerd zodat je, wanneer je in de muziek op zoek gaat naar referenties, eigenlijk continu op een verkeerd been wordt gezet. Naast de voor het genre gebruikelijke gitaren en toetsen wordt de voorgrond ook met regelmaat ingenomen door dwarsfluit of saxofoon. De tempowisselingen zijn niet van de lucht en bij vlagen is er sprake van bijzonder interessant trommelwerk. Daarbovenop is het album ook nog eens mooi geproduceerd. Zeker ook het vermelden waard is dat de band op dit album een nieuwe zanger heeft, Luca Brighi genaamd, die zes van de zeven nummers op zeer verdienstelijke wijze van zijn vocalen voorziet.
De muziek van Mad Fellaz is duidelijk beïnvloed door de progressieve rockmuziek uit de jaren zeventig. Yes, King Crimson, Focus, Genesis, Camel en ga zo maar door: je hoort duidelijk waar de inspiratie vandaan komt. Door de manier waarop door de band met deze invloeden is omgesprongen doet de muziek denken aan The Flower Kings en Transatlantic. Iluvatar is ook een naam die te binnen schiet, maar dan in enkele rustiger passages.
“Es”/ Frozen Side is het openingsnummer van het album. De fluisterde stemmen en onheilspellende klanken van het begin gaan over in een stevig instrumentaal stuk muziek waarin orgelgeluiden, Mellotron en gitaren over een lekker afwisselend ritme buitelen en beurtelings de aandacht opeisen. De toon lijkt gezet. Wanneer na dit ‘geweld’ de zang wordt ingezet is iets gas teruggenomen en krijgt het nummer een even plezierig als gevarieerd vervolg. Naast eerder genoemde referenties wordt hier zelfs enigszins gehint naar Porcupine Tree en Tool.
Leaf is een naar een mooie climax opbouwend nummer met zeer divers gitaarwerk. Er zijn echter ook hoofdrollen weggelegd voor saxofoon en fluit: er wordt heerlijk gesoleerd. Het nummer zit ook vol prettige bas- en drumpartijen. De zang van Luca Brighi valt hier zeer positief op. Deze is niet geheel zonder accent maar dat is niet storend.
De start van Liquid Bliss doet denken aan muziek van The Flower Kings ten tijde van “Stardust We Are.” Na de intro gaat het nummer over in een pakkend ritme. De luisteraar wordt ook hier weer getrakteerd op tempowisselingen met afwisselend gitaren, fluit en toetsen. Het nummer kent een fijne, soms zelfs Holdsworth-achtige, gitaarsolo.
Fumes from the Ruins is het kortste nummer van het album. Dit mooie en zeer boeiende instrumentale rustpuntje had van mij nog wel wat langer mogen duren…
Under these Clouds is een sfeervol, rustig en voornamelijk akoestisch liedje. Het nummer wordt gedomineerd door akoestisch gitaar en dwarsfluit en wordt ook weer prachtig gezongen.
Frost begint à la Yes en is weer wat steviger. Vooral het basspel doet denken aan Yes en de muziek heeft een lekkere dosis orgel meegekregen. Halverwege het nummer gaat het tempo even flink omhoog en domineren zowel gitaar, orgel als fluit. Ook de zanger doet er hier een schepje bovenop. Na deze korte uitbarsting wordt abrupt overgegaan op een klein stukje middeleeuws aandoende muziek (piano en fluit) waarna het nummer verder gaat in een lager tempo. Wat en mooie reis! Zeer toepasselijk wat de zanger hier zingt: ‘We are all passengers on a train somebody calls live.’
Sweet Silent Oblivion sluit het album af en is met net iets meer dan tien minuten het langste nummer.
De muziek begint rustig maar er gebeurt, evenals op de rest van het album meer dan voldoende. Het stuk begint met akoestisch gitaar en fluit. Dan weer dat prettige baswerk: lekker! Muziek en zang doen mij bij vlagen denken aan Iluvatar. Halverwege het nummer wordt het gitaarspel steviger en wordt het vervolg ingevuld door fraai toetsenwerk. Het gas gaat daarna weer even terug waarna de band toewerkt naar de finale met heftige toetsen, fluiten en gitaren die, en dat is eigenlijk mijn enige klacht, nog best wat langer had mogen duren.
Wat een lekkere plaat vind ik dit: boeiend van begin tot eind. De band heeft mij op dit album verrast met zowel de complexiteit als de sfeer van de muziek. En wat een rijkdom aan klanken en stijlen! Ook over de vocalen ben ik te spreken: de zanger heeft zoals vermeld een accent maar storend vind ik het niet. Elk nummer op dit album heeft zijn eigen kwaliteit, ik zou geen track als beter dan de rest kunnen of willen benoemen…. Of het moet de afsluiter van het album, Sweet Silent Oblivion, zijn dat mede door het abrupte einde doet verlangen naar nog veel meer Mad Fellaz!