In 1978 bracht Kate Bush een single uit van haar album “Lionheart”, getiteld Hammer Horror. De titel was door Bush ontleend aan de Britse horrorfilmstudio Hammer Horror. Progrock band Magenta gaat nog een stapje verder, zij hebben een volledig album geschreven geïnspireerd door diezelfde filmstudio van horrorverhalen. “Masters Of Illusion” is de titel van het negende studio-album van de sympathieke progrockers uit Wales. En ik kan nu wel alvast onthullen dat de stijgende lijn die de albums van de dame/heren de afgelopen jaren heeft gekenmerkt, opnieuw is doorgezet. In ruim een uur zuivere speeltijd komen zes nummers aan bod variërend in lengte tussen de zes en bijna zeventien minuten.
Het is niet het eerste conceptalbum dat Magenta heeft uitgebracht, al eerder werd het thema rock stars die stierven op 27-jarige leeftijd, de zeven hoofdzonden en het trauma van emigratie door het collectief op kundige muzikale wijze geïnterpreteerd. Vreemd genoeg was het laatste album, het veelgeprezen “We Are Legend”, geen conceptalbum. Maar dat wordt nu dus rechtgezet met nieuw materiaal waarin een zestal legendarische horroracteurs uit de jaren vijftig en zestig de hoofdrol speelt. Waarbij opvallend genoeg niet de rollen die zij speelden in hun beroemde films onderwerp is, maar de levensloop van de acteurs zelf. Beide broers, componist Rob en tekstschrijver Steve Reed, delen een fascinatie voor het onderwerp. Waarbij opgemerkt dat een verhaal over levensloop ook op elke andere groep van acteurs, muzikanten, politici of sporters van toepassing had kunnen zijn, maar een kniesoor die daarop let.
Want er is veel te genieten op het nieuwe album van Magenta. Toetsenist/componist/producer Rob Reed had het al eerder aangekondigd: hij had weer eens ouderwets zin in een echt prog-album met alle toeters en bellen die je je daarbij voor kunt stellen. Zoals lange, uitgesponnen nummers met veel pathos, drama, tempo- en stemmingswisselingen. Met veel ruimte voor toetsen, gitaar en (meerstemmige) zang. Kortom, alles wat prog zo interessant en aantrekkelijk maakt. En dat is goed gelukt, kan ik u vertellen.
Dat begint al met openingsnummer Bela, een tekst over de legendarische acteur Bela Lugosi en diens opkomst en ondergang en de moeite die hij had om met het laatste om te gaan. Klaaglijke tonen van een symfonieorkest als intro waarna klokkenspel de transitie naar de rockband aangeeft, met hoofdrollen voor gitaar en toetsen. In ruim elf minuten wordt het karakter van Lugosi vormgegeven, zowel tekstueel als muzikaal. Sterke en rockende opener met geweldige zang van Booth, ‘the end’ fluistert ze.
Het volgende nummer is A Gift From God, met bijna negen minuten ook al aan de lange kant. Hoofdpersoon is de legendarische Christopher Lee, die ondanks al het succes dat hij had als acteur veel liever operazanger was geweest. De breekbare stem van Booth tegen een eenzame toetsenpartij in een melancholieke ballade. Prachtige hobo en dito muziekthema hetgeen je meeneemt naar lang vervlogen tijden. John Mitchell speelt een rol in het vocale duet met zangeres Booth en heerlijk lyrisch gitaarspel van Chris Fry. De muziek doet me sterk denken aan Genesis midden/eind jaren zeventig en dan met name het nummer Ripples, mede door het gebruik van de 12-snarige gitaar. Een persoonlijke favoriet.
Reach For The Moon is ook al zo’n mini-epic met bijna tien minuten. Het is het verhaal over zoon en vader Lon Chany, waarbij junior het heel moeilijk heeft om tegen de legende van zijn vader op te boksen. ‘It was cold in your shadow’ is een typerende tekstregel die regelmatig opduikt. De slepende saxofoon solo van Pete Jones (Tiger Moth Tales) met referte aan John Helliwell (Supertramp) en Mel Collins (Camel/King Crimson) is even wennen maar past prima in dit stuk. Donder en bliksem leiden de afsluitende solo van Fry in, waarna een kort stukje akoestische gitaar het definitieve einde bepaalt.
Het kortste nummer, Snow, gaat over actrice Ingrid Pitt, een slachtoffer van het naziregime. Het nummer heeft wat Kate Bush (daar is ze weer) -achtige wendingen en is het meest poppy track op het nieuwe album. Het is een min of meer recht toe recht aan uptempo song, maar daarom niet minder passend tussen al dat prog geweld.
Ruim elf minuten duurt The Rose dat het turbulente leven van acteur Peter Cushing tot onderwerp heeft. We worden getrakteerd op de hobo van Karla Powell, de saxofoon van Pete Jones en de Uilleann pipes van Troy Donockley. Samen met de akoestische gitaar van Fry en de emotievolle stem van Christina Booth, weliswaar een Welsh en geen English Rose, een onweerstaanbaar geheel. De aan Hackett refererende gitaar van alleskunner Fry is prominent aanwezig en tot slot graag extra aandacht voor de melodieuze basgitaar van Dan Nelson.
Met het afsluitende Masters Of Illusion, klokkend op ca. 17 minuten, heb je meteen het prijsnummer te pakken. Het bevat alles wat prog maakt tot wat het is. Het nummer handelt over de strijd die Vincent Price leverde met regisseur Michael Reeves op de set van de klassieker Witchfinder General. Alleen al die start met een door violen gedomineerd melancholiek intro waarbij zich langzaam een elektrische gitaar voegt plus de zangstem. In het hierna volgende stuk veel referenties: van Marillion-achtige toetsen (Market Square Heroes) tot Camel-esque gitaarspel. Heerlijk herkenbaar, Rob Reed maakt zijn belofte waar. Het tempo gaat omhoog en Fry’s bekende, aan Steve Howe refererende wah-wah sound maakt zijn entree. Yes klinkt sowieso sterk door in het vervolg, vooral in de (harmonie) vocalen. Veel tempowisselingen, het sterke thema keert regelmatig terug om uiteindelijk te eindigen in een even rockend als swingend crescendo. Topnummer!
De balans tussen de instrumenten is perfect, de productie van Rob Reed is als altijd uitstekend verzorgd. Reed zelf is prima op dreef met volop vintage toetsen geluiden, Booth zingt de pannen van het dak, soms jubelend dan weer emotievol en swingend. Fry is een absolute geweldenaar die alle stijlen lijkt te beheersen en regelmatig boven de band uit zwerft. De ritmetandem van drummer Griffiths en bassist Nelson lijkt steeds beter op elkaar ingespeeld, ik ben vooral te spreken over de melodische gave van de laatste. De bijdragen op saxofoon, hobo en Ierse doedelzak passen uitstekend in het al goed gevulde palet aan kleuren en smaken. Laat je niet van de wijs brengen door het aantal referenties; Magenta heeft een herkenbare en volledig eigen stijl die steeds verder uitgekristalliseerd raakt. Complimenten voor het sombere maar doeltreffende hoesontwerp.
De standaardversie van “Masters Of Illusion” bevat een audio cd inclusief dvd met een 5.1 surround-mix van het album, videopromo’s en interviews. Er is ook een VIP-pakket in beperkte oplage beschikbaar met als extra een speciale audio cd, “The Lost Reel”, verpakt in een speciaal filmblik. De cd bevat maar liefst 74 minuten aan alternatieve mixen van het nieuwe album plus enkele remixen van bestaand werk.
Magenta heeft met “Masters Of Illusion” een van zijn beste albums tot dusverre afgeleverd dat kan wedijveren met klassiekers als “Seven”. Met dit nieuwe werk nestelt de band zich in de top van het genre waarbij ik de hoop uitspreek ze op niet al te lange termijn weer eens live aan het werk te mogen zien; een gepland concert in april met Pete Jones’ Tiger Moth Tales in het voorprogramma, kon om bekende redenen helaas geen doorgang vinden. Want live is de band helemaal in zijn element, het nieuwe materiaal leent zich er perfect voor.