Op 11 oktober 1974 verschijnt bij Bronze Records het vijfde album van Manfred Mann’s Earth Band, “The Good Earth” genaamd. Dat lijkt op zich niet bijzonder maar dat is het wel. De band rondom de Zuid Afrikaanse toetsenriedelaar bestaat op dat moment iets meer dan drie jaar en dan is het maken van vijf albums nogal explosief te noemen qua creativiteit. Toch valt een en ander goed te relativeren.
In compositorisch opzicht hoeven de heren namelijk niet steeds tot het gaatje te gaan. De meeste nummers komen weliswaar uit eigen pen, de rest is ingeruimd voor covers van bijvoorbeeld Bob Dylan. De band weet de nummers van anderen fraai te bewerken met heerlijke solo’s en smakelijke passages zodat ze moeiteloos aansluiten bij het eigen werk.
“The Good Earth” kent ook weer een lekkere aaneenschakeling van covers en eigen materiaal, maar eerst wil ik het even over het thema van de plaat hebben. Het album is vooral een groen gebeuren, een door de ecologie geïnspireerde plaat. Dat druipt er vanaf. Neem alleen al de prikkelende albumtitel en de hoes waarop een lieflijk stukje ‘aarde’ staat afgebeeld. Als publiciteitsstunt voor het album konden kopers van de plaat zich laten registeren als eigenaar van een piepklein stukje grond in Wales. Op de een of andere manier heeft dat de sfeer rondom “The Good Earth” nogal speciaal gemaakt en zo is het nog.
Om terug te keren naar de balans tussen covers en eigen werk: de eerste drie nummers (de gehele A-kant) zijn allemaal covers. Het album opent met een uit volle borst kraaiende haan. Give Me The Good Earth zet in, een nummer van de swingende Gary Wright dat een heerlijke rockinjectie heeft gekregen. Uiteraard is er een sterk sologedeelte aan toegevoegd en ook horen we een mooi tussenstuk. Een nachtuil sluit het nummer af. De twee daaropvolgende nummers zijn oorspronkelijk afkomstig van de Australische progband Spectrum. Het gedragen Launching Place met z’n smeuïge gitaarthema doet denken aan het oudere werk van de Belgische band Machiavel, terwijl het met het kleurloze singer/songwriterliedje I’ll Be Gone wachten is op de wervelende B-kant.
Een markant nummer waar deze zijde zowel mee opent als afsluit is Earth Hymn. Ik heb het vroeger grijs gedraaid en nog steeds gaan m’n ogen fonkelen van de Camel/Kayak-achtige klanken. Als de belletjes uit de intro klaar zijn volgt een aanstekelijk baspatroontje. Er komt bewerkte zang bij, wat strings en orgel plus een gitaar die je hart doormidden klieft. De drums gaan rollen en Mann laat z’n Moog kwetteren als een idioot, abnormaal. Na dit sterke staaltje prog gaat de band lekker door met het instrumentale Sky High waar de geestdrift weer groot is. Met het melancholieke Be Not To Hard, waarin ook een uitgebreide passage prog zit, en het tweede deel van Earth Hymn, dat hetzelfde thema kent als deel 1 zij het een keer zo traag, komt het album tot zijn eind.
De laatste seconde doet je beseffen hoe idealistisch je destijds tegen de dingen aan kon kijken, tegen de wereld in het algemeen en tegen het maken van muziek in het bijzonder. Waar blijft de tijd…?