Oldfield, Mike

Heaven's Open

Info
Uitgekomen in: 1991
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Virgin
Websites: www.mikeoldfieldofficial.com en tubular.net
Tracklist
Make Make (4:18)
No Dream (6:02)
Mr. Shame (4:22)
Gimme Back (4:12)
Heaven's Open (4:31)
Music From The Balcony (19:44)
Michael Oldfield: gitaar, zang, toetsen

Met medewerking van:
Dave Levy: basgitaar
Andy Longhurst: toetsen
Simon Phillips: drums
Courtney Pine: saxofoon
Mickey Simmonds: toetsen
Music Of The Spheres (2008)
Light + Shade (2005)
Tubular Bells 2003 (2003)
Tr3s Lunas (2002)
The Millennium Bell (1999)
Guitars (1999)
Tubular Bells III (1998)
Voyager (1996)
The Songs Of Distant Earth (1996)
Tubular Bells II (1992)
Heaven's Open (1991)
Amarok (1990)
Earth Moving (1989)
Islands (1987)
The Killing Fields (soundtrack) (1984)
Discovery (1984)
Crises (1983)
Five Miles Out (1982)
QE2 (1980)
Platinum (1979)
Exposed (live) (1979)
Incantations (1978)
Boxed (verzamelaar) (1976)
Ommadawn (1975)
The Orchestral Tubular Bells (1975)
Hergest Ridge (1974)
Tubular Bells (1973)

Mike Oldfield is boos, en dat zullen we weten ook!

Het in 1991 uitgekomen “Heaven’s Open” is in alle opzichten een plaat geboren uit frustratie. Frustratie vanwege de relatie met Oldfield’s platenmaatschappij en met diens hoofdman Richard Branson in het bijzonder. Het jaar ervoor had Oldfield zijn vroegere vriend al geplaagd met het volledig zelf ingespeelde en voornamelijk akoestische “Amarok” dat slechts één track telde, maar dan wel van een heel uur. Dat bleek een meesterwerk, maar bleek voor Virgin totaal onverkoopbaar.

De wrok zat echter nog steeds diep, want nog geen jaar later – voornamelijk om af te komen van het wurgcontract met Virgin – bracht hij “Heaven’s Open” uit, dat bol staat van de beledigingen aan het adres van Branson. Bracht hij op “Amarok” zijn beledigingen nog in morse-code over, op deze plaat hoor je bijvoorbeeld aan het einde van Music From The Balcony gelach en de opmerking ‘fuck off’. Ook de tekst in de openings-track Make Make laat niets aan de verbeelding over: ‘don’t you know we’re not virgin’, terwijl het refrein vrij duidelijk de ‘make make, take take, accumulate’-houding van Virgin bekritiseert. En tenslotte is het niet moeilijk te raden wie bedoeld wordt met Mr. Shame.

Dat alles maakt van “Heaven’s Open” vooral een ongemakkelijke plaat. Immers, wat hebben wij te maken met de ruzie van deze twee miljonairs (miljardair inmiddels in het geval van Branson). Zeker ruim twintig jaar na dato komt de ruzie wat kinderachtig over.

Hoewel het dus bijna onmogelijk is de plaat los te zien van deze omstandigheid, is er gelukkig nog wel een aantal andere belangrijke zaken op te merken. Om te beginnen is daar het feit dat Mike Oldfield deze keer zelf zingt, op alle vijf de songs van de vroegere kant A. En dat doet hij bepaald niet onaardig. Zeker de prachtige ballad No Dream tilt hij mede door zijn prima zang ver boven het andere materiaal uit. Het is jammer dat Oldfield sindsdien niet meer heeft gezongen. Wie weet was dat wel gebeurt als het fantastische, frisse, typisch Oldfield-klinkende Heaven’s Open een hit was geworden, wie weet? Of anders het aanstekelijke Mr. Shame, waarin zijn stem wordt vergezeld door een dameskoortje, wat het commerciële nummer direct glans geeft. De enige smet op de plaat lijkt in eerste instantie het reggaenummer Gimme Back, maar zelfs dat nummer groeit als je de complete tekst tot je laat doordringen: ‘Oh here I hang on this hook, line and sinker. Don’t take the skin off my fingers’, zingt hij, om vervolgens te vervolgen met: ‘gimme back my choice’.

Wat ook opvalt aan de plaat is de totale afstand die Mike – die deze plaat niet voor niets uitbracht onder de naam Michael Oldfield – neemt van “Amarok”. Was deze akoestisch en voornamelijk instrumentaal, en voor een groot deel door hemzelf ingespeeld. “Heaven’s Open” is niet alleen veel elektronischer, hij werkt zelfs samen met een heuse band met daarin onder meer drummer Simon Phillips en toetsenist Mickey Simmonds.

Je zou dan zeggen, misschien heeft het bijna twintig minuten durende Music From The Balcony iets van doen van “Amarok” of andere lange tracks uit Oldfield’s carrière. Nou, nee. Music From The Balcony is Mike’s apenkooi. Apen hier, apen daar, apen overal. Je wordt er gék van. Als je daar een beetje aan gewend bent (en om kan lachen), dan is Music From The Balcony best een goede compositie. Ik ben dol ben op zowel het rustige thema waarmee het stuk begint en dat regelmatig terugkomt, als het drukke, freaky thema dat daarnaast leidend is in de compositie. Zelfs het disco-stukje halverwege vind ik te gek, inclusief de fantastische saxofoonsolo van Courtney Pine. Maar die apen, hè? Ongetwijfeld weer louter om Branson te irriteren. Misschien heeft-ie een apenfobie.

Het moge duidelijk zijn, “Heaven’s Open” is een themaplaat en het thema is zijn afschuw van Virgin in het algemeen en Richard Branson in het bijzonder. Alles staat in het teken van deze diepe haat, tot en met de keuze zelf te gaan zingen toe. Ondanks dat is “Heaven’s Open” naar mijn mening een geweldige plaat. Misschien is het een ongemakkelijke plaat, het is tevens een unieke plaat. En gezien het feit dat Oldfield sinds zijn vertrek bij Virgin mijns inziens niet één goede plaat heeft afgeleverd, vind ik het jammer dat het wurgcontract niet nog wat strakker is aangetrokken door Mr. Shame.

Markwin Meeuws

Koop bij bol.com

Send this to a friend