Eigenlijk zijn alle platen die Mike Oldfield in de eerste tien jaar van zijn platencarrière heeft uitgebracht geboren voor het vinyl. De multi-instrumentalist combineerde met name vanaf het album “Platinum” (1979) een paar lange stukken voor de ene kant van de plaat, terwijl op de keerzijde echte songs stonden. Zijn volgende album “QE2” uit 1980 introduceerde de Taurus-trilogie, waarvan het derde en laatste deel staat op “Crises”. Dat is samen met “Discovery” het onbetwiste hitalbum van Oldfield uit de jaren tachtig. Terwijl op “Discovery” de afwisseling tussen popsongs en het aloude symfonisch klinkend materiaal in perfect evenwicht was, leverde Oldfield al met “Crises” een prima voorbode daarvan af. En geen onsuccesvolle, zoals bij velen bekend.
De plaat opent met het 20 minuten durende titelnummer. Met veel grandeur weet Oldfield altijd de eerste paar minuten indruk te maken met diverse instrumenten, veel sfeer en een opbouwende spanning, voordat hij diverse thema’s gaat uitwerken. Anders dan bijvoorbeeld de eenheid binnen de vier lange stukken van “Incantations”, klinkt Crises als een aaneenschakeling van blokjes composities. Met name het tussenstuk – met drummer Simon Philips in de hoofdrol – bevat een prachtige opbouw naar de climax met de terugkeer van het hoofdthema. Het drumspel van Philips staat in dit nummer op een hoogtepunt; helaas heeft hij zich na dit stuk nooit meer verder ontwikkeld als drummer. Ergens doet “Crises” wel een beetje denken aan het stuk Force Majeure van Tangerine Dream: zeker gezien het fragmentarische karakter en de wijze van productie, maar de kleurrijke muzikale handtekening van Oldfield is en blijft herkenbaar uit duizenden. Een klassieker in zijn oeuvre. Op de b-kant volgen vijf songs waarin Oldfield de paden der popmuziek verkent en dat doet hij niet onverdienstelijk. Zangeres Maggie Reilly maakt van Moonlight Shadow –Oldfield’s eerbetoon aan John Lennon – een radiohit, maar zij voegt te weinig toe aan het saaie Foreign Affair, de zere plek van het album. Gelukkig heeft Jon Anderson dan al veel indruk gemaakt in In High Places en zorgt Roger Chapman tot slot voor de stevige (voet)noot in Shadow On The Wall. Daartussen het derde gedeelte van Taurus: een kort, maar zeer dynamisch stukje folk in de beste Oldfield-traditie.
Wat een album als “Crises” zo overeind heeft gehouden, is de eenheid. De productie – die voor 1983 nog redelijk transparant klinkt – is op de hele plaat overtuigend en past bij zowel het lange titelnummer als de popsongs. Een gelijkenis met een willekeurig album van The Alan Parsons Project is natuurlijk niet vreemd in die jaren. De stijl van “Crises” zou Oldfield verder perfectioneren op “Discovery”: die plaat is – zoals al gezegd – veel vloeiender en heeft zoals op “Crises” na het titelnummer geen ‘omschakelmoment’ naar Moonlight Shadow. Zie beide kanten van dit album als twee dezelfde gezichten met verschillende kleuren ogen. Niettemin verkocht Oldfield van “Crises” miljoenen en is het nog steeds een van zijn meest geslaagde platen. Zeg Universal, is het niet tijd voor een mooie Deluxe Edition?
Wouter Bessels