![]() |
Na het immense en onverwachte succes van “Tubular Bells” trok Mike Oldfield (toen net 21) zich schielijk terug op het Engelse platteland, om zich uiteindelijk te vestigen rond het stadje Kington, aan de grens van Wales. Daar zag en kocht hij een schattig huisje op een heuvel, uitkijkend op de Black Mountains. Aldaar gearriveerd, belde Mike gelijk enthousiast Virgin-baas Richard Branson om te vragen of hij het kon kopen. Nee, niet met zijn mobiel, we praten nog steeds over 1974, toen huisjes als deze niet eens een koelkast hadden (schandalig!). Het optrekje had als naam ‘The Beacon’, en het werd werkelijk het toevluchtsoord alwaar Mike met frisse tegenzin twee nieuwe meesterwerken in elkaar knutselde.
Vanuit Kington (inwoners 2500) kan je ook vandaag de dag nog de wandeling wagen naar Hergest Ridge (spreek uit: ‘hargest ridge’ met een ‘g’ als in ‘grid’), een heuvel tussen Wales en Engeland. Het is een wandeling van ruim 13 kilometer, waarbij je tot een hoogte komt van 426 meter, en is daarmee een van de hoogste punten van Engeland. Ik kan me voorstellen dat het een aangename, maar vermoeiende klim is, maar ik neem dan wel een I-Pod mee met de 2010-mix van “Hergest Ridge”. Want dat kan nu.
De tijd is niet fair geweest ten aanzien van “Hergest Ridge”. Geklemd tussen twee giganten is het werk uit augustus 1974 altijd een beetje over het hoofd gezien, zelfs door zelfbenoemde fans. Ik kan alleen ex-collega Christian Bekhuis herinneren, die tot vervelens toe dit werkje benoemde als een onderschat meesterwerk. Ik moet toegeven dat ik – hoewel ik “Hergest Ridge” wel zeker kende, en in mijn bezit had – nooit zoveel aandacht aan deze plaat had gegeven dan bijvoorbeeld. “Ommadawn”, “Five Miles Out” of “Amarok”, om maar te zwijgen over “Tubular Bells”.
Nou, Chris kan meer dan tevreden zijn. Niet alleen bevat de luxueus uitgeven “Hergest Ridge” de originele studioversie uit 1974 (eerder verschenen cd’s hadden de versie van “Boxed” gebruikt), maar ook een door Mike Oldfield zelf gemixte versie, eentje voor stereo en eentje voor 5.1 surround (op de dvd). Dat is heel goed nieuws, want nu pas blijkt wat een ongelooflijk meesterwerk “Hergest Ridge” eigenlijk is.
Zij die het in 2003 uitgekomen “Tubular Bells 2003” kennen, weten dat Mike Oldfield zich aardig kan uitleven als hij de kans krijgt de geschiedenis te vervalsen. De genoemde herinterpretatie is echter zeker niet slecht te noemen, en op “Hergest Ridge” leeft Oldfield zich enorm uit, zeker op de 5.1. Zij die niet houden van het overdreven gebruik van 5.1 zullen zich arrogant storen aan het bijna kinderlijke gebruik van alle zes kanalen op dit systeem, een argeloze consument en muziekliefhebber zal er werkelijk van smullen. Dat belletje kan wel dáár. En die gitaar hier. Ik schoot al luisterend regelmatig in een deuk.
Muzikaal gezien bracht het werk me echter bijna tot tranen. Mijn God, wat is dit mooi. In tegenstelling tot “Tubular Bells”, dat een knappe aaneenschakeling van veel verschillende thema’s betreft, kent “Hergest Ridge” feitelijk maar één thema, dat gelijk in de eerste minuut door fluitachtige geluiden, ondersteund door lieve belletjes, wordt geïntroduceerd. Daarna neemt al snel de akoestische gitaar het thema over, en het eerste hoogtepunt is daar als de trompet het thema majestueus vertolkt.
De sloomheid die het werk altijd kenmerkte is met deze uitgave volledig verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een pastorale sfeer. Voor een deel is het wellicht ook psychologie, want ook het artwork, dat niet de schoonheidsprijs verdiende, heeft plaatsgemaakt voor een prachtige luchtfoto van het gebied dat Oldfield zo knap inspireerde.
Pas rond de 8 minuten durft Oldfield het aan het thema, dat we nu wel kennen, verder uit te werken op een Spaanse gitaar, als ware het een heus klassiek werk. Tijdens deze doorwerkingen helpt een prachtige hobo ons herinneren wat het thema precies was. Even later komt de trompet terug, en wordt de boel versterkt met elektrische gitaren, die vervolgens het thema overnemen. Het tweede hoogtepunt is als rond de 12 minuten heuse tubular bells het geheel extra cachet geeft.
Het daarna volgende basgitaarstuk loopt over in wat lijkt op een nieuw thema, maar in feite een vereenvoudiging ervan is. Het geeft Oldfield de gelegenheid misschien wel één van zijn mooiste elektrische gitaarsolo’s te etaleren, waarna het eerste deel met behulp van een heus koor langzaam naar zijn derde hoogtepunt en finale wordt geleid. Het eerste deel van “Hergest Ridge” is misschien wel het mooiste stuk dat Oldfield ooit heeft gecomponeerd. En tot deze heruitgave wist ik daar niets van. Nu wel.
Het tweede deel is toegegeven minder schokkend. Mike Oldfield’s platen zijn in feite als de ouderwetse singles, met een uitstekende a-kant en een wat mindere b-kant. Het is een bekend feit dat Oldfield maanden heeft gesleuteld aan deel 1, terwijl deel 2 in luttele weken op de band stond. Het stuk kent echter wel een paar verrassingen die me niet eerder waren opgevallen. Om te beginnen een werkelijk prachtig fluitstuk van broer Terry. Ook mooi is het woordloze zangstuk aan het begin door zus Sally samen met Clodagh Simmonds (van Mellow Candle, een folkband uit die tijd). Het stuk met de 1000 overgedubte gitaren had van mij niet zo gehoeven, maar vooral de 5.1 zorgt er wel voor dat het stuk erg intens klinkt. Waarschijnlijk moet het muzikale stuk een lastige etappe in de bergwandeling uitbeelden. Het inmiddels overbekende thema duikt opnieuw overal op, zelfs in dit angstige gedeelte. Het tweede deel van “Hergest Ridge” eindigt met een herhaling van enkele uitwerkingen op akoestische gitaar, en eerlijk gezegd is het einde niet het glorieuze hoogtepunt dat je had gehoopt.
De tweede cd is ook een verrassing. Met de 2010 interpretatie in m’n achterhoofd is het interessant om de originele mix uit 1974 te bestuderen. Die is compleet anders, maar daarom niet minder boeiend. Hoewel ik de heldere 2010 mix van Oldfield prefereer boven deze, kan ik goed voorstellen dat er fans zijn die deze versie liever horen, en niet slechts uit nostalgische overwegingen. De trompet en de hobo klinken niet zo aanwezig in deze mix, maar het wollige gitarentapijt des te meer. Al luisterend naar deze versie denk ik telkens: ‘hoe was dit gedeelte ook alweer in de 2010-mix?’, hetgeen het een leuk zoekplaatje maakt, waar ik waarschijnlijk nog máánden zoet mee ben. Ja, de 1974-versie was al een meesterwerk. De 2010-interpretatie toont die alleen nu ook voor het hedendaagse publiek.
Dat neemt niet weg dat “Hergest Ridge”, en dan met name dankzij het fantastische eerste gedeelte, een welkome plaats in de collectie verdient. Geef de plaat zijn reprise, en ga – met mij – ooit de wandeling van Kington naar Hergest Ridge ondernenen. Liefhebbers mogen zich melden. Je mag alleen niet praten tijdens het lopen.
Markwin Meeuws