“Incantations” is, tenminste wat mij betreft, de eerstvolgende plaat na de ‘grote drie’. Ik kende vooral de vierdubbeldoos “Boxed” en dus hield de wereld van Mike Oldfield voor mij op bij “Tubular Bells”, “Hergest Ridge” en “Ommadawn”. Dat is natuurlijk onterecht, maar ook nu ik voor deze special de plaat weer eens onder handen neem, valt me op dat-ie beslist anders is.
Zeker “Hergest Ridge” en “Ommadawn” zijn in mijn perceptie enorm landelijke platen. Zo analoog als de pest, hartstikke akoestisch en bijna bezwerend. “Incantations” is, in weerwil van de naam, een veel minder natuurlijk klinkende plaat. Oldfield maakt meer gebruik van synthesizers die ook echt klinken als synthesizers, de muziek volgt pulserende sequenties alsof Oldfield de Berlijnse School (Duitse pioniers van de elektronische muziek) net heeft ontdekt en ook de zang, die op vroegere platen klonk als een heidens ritueel, heeft een bijna kerkelijke sfeer.
Tegelijk is “Incantations” een plaat die veel meer ‘bedacht’ is volgens de principes van de minimale muziek. Oldfield lijkt een theoretische puzzel met tertsen en octaven op te willen lossen, waardoor een bepaald loopje in alle toonsoorten voorbij moet komen voordat de luisteraar verder mag naar een volgend idee. Dat betekent uiteraard ook dat de muziek meer tijd nodig heeft, wat mogelijk verklaart waarom Oldfield zijn stuk oorspronkelijk over vier plaatkanten moest verdelen. Hier en daar houdt Mike Olfield wat krampachtig aan dat idee vast. Luister maar eens naar de zangpartij halverwege Part Two. Maddy Prior heeft reuze veel moeite om de zangpartij steeds in die twee toonsoorten te moeten herhalen. Eerlijk gezegd had ik het na een paar regels wel gehoord, maar ja; The Song Of Hiawatha, het gedicht van Henry Wadsworth Longfellow, duurt nou eenmaal wéken! Dit vind ik wel het zwakste deel van de plaat.
Alle bekende elementen zijn overigens aanwezig: de zware, tribal drums, de in elkaar krinkelende fluiten, de kerstbelletjes, de koorzang en uiteraard de overstuurde gitaar die Oldfield’s handelsmerk zou worden. Ook de geëxalteerde toon van sommige muziekstukken, zoals het begin van Part Three, mag dan beter passen bij een verfilming van een werk van Dickens, verrassend is het niet, net zo min als de doordenderende vibrafoon sequenties die er op volgen.
Al met al vind ik “Incantations” geen meesterwerk. Oldfield herhaalt zijn succesvolle kunstje voor de derde keer en doet dat zeer verdienstelijk, maar komt ook dicht in de buurt van muziek die je normaal alleen in reformwinkels hoort. Dat kan toch de bedoeling niet zijn.
Er zijn een paar versies van “Incantations” in omloop, waaronder een heruitgave uit 2011 in het kader van de Deluxe Editions met een bonus-cd en een dvd. Pas op: de allereerste cd-versie van dit album is – om technische redenen – ingekort. Om te weten welke versie je hebt, kun je kijken naar de lengte van Part Three; op die eerste cd duurt dat stuk ‘slechts’ 13:49.
Erik Groeneweg