Oldfield, Mike

Platinum

Info
Uitgekomen in: 1979
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Virgin
Websites: www.mikeoldfieldofficial.com en tubular.net
Tracklist
Platinum Part One: Airborne (5:05)
Platinum Part Two: Platinum (6:06)
Platinum Part Three: Charleston (3:17)
Platinum Part Four: North Star / Platinum Finale (4:49)
Woodhenge (4:05)
Sally/Into Wonderland (3:46)
Punkadiddle (5:46)
I Got Rhythm (4:44)
Mike Oldfield: elektrische en akoestische gitaar, piano, synthesizer, vibrafoon, marimba, zang
Pierre Moerlen: drums, vibrafoon
Alan Schwartzberg: drum
Morris Pert: drum
Niel Jason: bas gitaar
Hansford Rowe: bas gitaar
Francisco Centeno: bas gitaar
Nicko Ramsden: toetsen
Peter Lemer: toetsen
Sally Cooper: Tubular Bells
Music Of The Spheres (2008)
Light + Shade (2005)
Tubular Bells 2003 (2003)
Tr3s Lunas (2002)
The Millennium Bell (1999)
Guitars (1999)
Tubular Bells III (1998)
Voyager (1996)
The Songs Of Distant Earth (1996)
Tubular Bells II (1992)
Heaven's Open (1991)
Amarok (1990)
Earth Moving (1989)
Islands (1987)
The Killing Fields (soundtrack) (1984)
Discovery (1984)
Crises (1983)
Five Miles Out (1982)
QE2 (1980)
Platinum (1979)
Exposed (live) (1979)
Incantations (1978)
Boxed (verzamelaar) (1976)
Ommadawn (1975)
The Orchestral Tubular Bells (1975)
Hergest Ridge (1974)
Tubular Bells (1973)

“Platinum” is het vijfde album van Mike Oldfield. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat ik dit album tot voor kort hooguit drie keer heb gedraaid terwijl de cd al jaren in m’n kast staat. Ten behoeve van deze recensie heb ik hem van onder het stof gehaald en nu weet ik weer waarom hij daar al die jaren zo doelloos heeft gestaan.

“Platinum” werd op 23 november 1979 uitgebracht. Als de plaat in de winkels ligt weten de liefhebbers nog niet wat wij nu wel weten. Ik doel hier natuurlijk op het feit dat Oldfield in de jaren ’80 een behoorlijk commerciële koers heeft gevaren. Indertijd kenmerkten zijn albums zich door een aantal korte, hitgevoelige nummers. Ook liet hij zich nogal eens inspireren door genres die op dat moment in waren en daarbij gebruikte hij de nodige synthesizers, vocoders en andere populaire spulletjes. “Platinum” is dan ook niks meer of minder dan een voorbode van die tijd, een overgangsalbum. Zijn creativiteit liet zich echter niet bedwingen. We horen een muzikant die op zoek was naar de grenzen van zijn spectrum.

Als je in het lp-tijdperk op twee gedachten hinkte kon de onderverdeling in een A- en een B-kant nog wel eens soelaas bieden. Zo zette Oldfield een in vier delen opgesplitste epic op de ene kant en ruimde hij de andere zijde in voor vier losse nummers. Het resultaat is een halfslachtigheid die zo groot is dat je het gevoel hebt in de maling te worden genomen. In het begin van het album is dat gevoel nog niet aanwezig. De eerste twee delen van de Platinum-epic zijn progressieve rock met een Oldfield zoals je hem hebben wilt, melodieus en priemend van toon.

Oldfield laat zich op het album bijstaan door de drummers Pierre Moerlen en Morris Pert, maar ook o.a. door de fantastische bassist Hansford Rowe en een aantal gerenommeerde jazz muzikanten uit New York. Verwacht hier trouwens echt geen jazzrock of zelfs maar jazz. Wat nog het dichtst daarbij in de buurt komt is de charleston van deel drie. Dit wordt dan wel vermengd met een dampende discobeat compleet met blazers. Als je niet beter wist zou je Oldfield hier nog roemen voor z’n creativiteit ook, ware het niet dat hij gewoonweg de eerste van zijn vele misstappen op dit album aan het zetten is. In feite begint daar de misleiding. De finale daarentegen (deel vier) is weer helemaal des Oldfields, zinderend en melodieus. Het is gebaseerd op het akkoordenschema van North Star, een stemmig nummer van Philip Glass dat voorzien is van woordeloze zang, zoals de hele epic her en der allerlei scats en whispers kent.

Met het denkbeeldige omdraaien van de plaat dienen de vier losse nummers zich aan en die plaatkant is met afstand de zwakste in mans oeuvre. De donkere new age klanken van Woodhenge begeleiden zijn val naar grote diepte. Na dat saaie stuk zou een gezongen nummer als Sally zeer welkom kunnen zijn maar dat is het slappe popliedje niet. De titel vergt trouwens enige uitleg. Oorspronkelijk zette Oldfield een ode aan zijn toenmalige vriendin Sally Cooper op het album, maar platenbaas Richard Branson stoorde zich dermate aan een bepaalde zin in de tekst dat hij er op stond dat Oldfield het nummer zou vervangen door een ander. Dat werd Into Wonderland maar de hoes is nooit aangepast. Hoe dan ook, deze achtergrondinformatie is boeiender dan het nummer zelf. Datzelfde geldt ook voor het instrumentale Punkadiddle, een simpel folkdeuntje met daaroverheen even simpel gitaarspel. Daarmee stak Oldfield de draak met de punkbeweging die op dat moment in volle opkomst was. Het is veelzeggend dat Punkadiddle nog het beste nummer van de B-kant is. I Got Rythm is echt een drama. De cover van George Gershwin sluit het album gelukkig vroegtijdig af. Oldfield gooide er nog een stel tubular bells tegenaan maar het mocht niet baten. Deze zijde overschaduwt wat mij betreft de prima A-kant in ruime mate.

Op cd is het luisteren nog meer een bittere pil. Je mist het psychologische effect van twee plaatkanten. Zet het album maar in je kast en laat het lekker stof vergaren. Zo af en toe kan het geen kwaad om naar de epic te luisteren maar spreek dan wel met jezelf af dat je op tijd de stopknop indrukt.

Dick van der Heijde

CD:
Koop bij bol.com

2CD Deluxe Edition:
Koop bij bol.com

Send this to a friend