Welkom in de jaren tachtig!
Nou, dat is duidelijk. Na Mike Oldfields vier klassieke albums volgde met “Platinum” een lelijke domper, zoals door collega Dick van der Heijde al duidelijk beschreven is. Na die discoflirt wordt het begin van het nieuwe decennium begonnen met “QE2”, genoemd naar het vlaggenschip van de Brits-Amerikaanse rederij Cunard Line. Als we dit album als nieuw begin neerzetten, ligt misschien enige ‘herinterpretatie’ op de loer, maar decennia later kunnen we er toch moeilijk omheen dat hier, veel meer dan op de voorganger, de basis gelegd wordt voor latere succesvolle albums als “Crises” en “Discovery”.
En wat zit er dan in die basis? Geen plaatvullende epics meer, maar enkel nog een halve plaatkant Taurus 1 en verder een boel korte instrumentale en semi-instrumentale liedjes, veel synthesizers, een afwisseling tussen elektronische drums en Afrikaanse ritmen (iets wat we nu betrekkelijk normaal vinden, maar wat indertijd toch een behoorlijk mal idee moet hebben geleken) en natuurlijk Oldfields kenmerkende scheurpartijen op de gitaar. Ter verhoging van de feestvreugde treffen we ook nog een cover van Abba (Arrival) en The Shadows (Wonderful Land) aan. Ten slotte is daar ook nog zangeres Maggie Reilly die hier haar eerste vocale bijdragen levert aan het werk van Oldfield, al blijft het hier nog tamelijk woordeloos allemaal.
Het is een beetje een cliché, maar ik kan er niet omheen: Mike Oldfields zesde album leunt toch behoorlijk zwaar op Taurus 1, het eerste deel van een drieluik dat met de volgende twee albums gecompleteerd zou worden. Door de synthesizers is het stuk stevig in de nieuwe tijd, terwijl het zich qua sfeer tegelijkertijd goed tussen de klassieke stukken kan nestelen. De opbouw en spanningsboog die zich gedurende deze luizige tien minuten ontwikkelen, doet je je bijna blasfemisch afvragen of hij ‘vroeger’ misschien niet wat tijd verspild heeft, zo hier en daar.
De rest van het album is zeker niet slecht, maar het blijft allemaal wel een beetje in vluchtigheid hangen. Het heftige Conflict, het lieflijke aan zijn dochter opgedragen Molly en alles ertussenin is stuk voor stuk wel aardig, maar het geheel is minder dan de som der delen. Bij vlagen ligt bovendien enige kitscherigheid op de loer. Een wat langere, meer gedetailleerde uitwerking van de betere thema’s of een meer ‘in-your-face’ benadering met een minder dunne productie of hier en daar een zangpartij die het gebrabbel in Sheba ontstijgt, had het album beslist geholpen. Dat we daarmee respectievelijk een aantal voorgangers en opvolgers geduid hebben, geeft de positie van “QE2” als zijnde nog een overgangsplaat meer betekenis.
Terugkijkend is “QE2” een middenmoter in het Oldfieldrepertoire… met een hoop bijna-instrumentale bijna-niemendalletjes… en één fantastische Taurus.
Casper Middelkamp