Na bijna 20 jaar in de stal van Virgin te hebben gestaan, verkaste Mike Oldfield in 1992 naar Warner Music. Eerst stofte hij zijn meesterwerk “Tubular Bells” nog eens af, door met versie II te komen. In 1994 bracht hij “The Songs Of Distant Earth” uit, waarin Oldfield nadrukkelijk snuffelt aan de New Age. En dan volgt weer twee jaar later “Voyager”, het onderwerp van deze recensie en alweer de zeventiende schijf van deze zeer productieve Brit. We kunnen er onmogelijk omheen: deze cd heeft een onmiskenbaar Keltisch thema.
Mike Oldfield is er nooit vies van geweest om folk en Keltische elementen in zijn muziek te verweven, maar op “Voyager” krijgt hij er geen genoeg van. Hij rijgt Ierse en Schotse traditionals aaneen en voegt er naast een nummer van Bieito Romero van de Keltische band Luar Na Lubre vier nummers van eigen makelij in dezelfde sfeer aan toe. In bijna alles wat Oldfield maakt bouwt hij zijn muzikale schepsels rond thema’s die hij, soms in ellenlange nummers en ook wel eens tot vervelens toe, uitwerkt. De thema’s komen op “Voyager” zeker terug, maar de irritatie krijgt geen kans om toe te slaan, want de nummers zijn betrekkelijk kort, vier tot zes minuten.
Oldfield geeft de Keltische sfeer gestalte door het gebruik van akoestische gitaar, de onvermijdelijke Uilleann Pipes, diverse fluiten, viool en mandoline. In de originele versie gebruikte hij alleen akoestische instrumenten. Nadat de dochter van een directielid van Warner subtiel had aangegeven dat het resultaat een beetje saai was, voegde Oldfield nog wat elektronische toetsen en gitaren toe om het geheel voor een breder publiek toegankelijker te maken.
Dat laatste is wel gelukt. De muziek zal een grote groep mensen aanspreken. De melodieën liggen makkelijk in het gehoor en zijn snel mee te neuriën. Meezingen is er niet bij, want de cd is volledig instrumentaal. Een aantal folkliedjes is mogelijk te herkennen, zoals Dark Island, zonder dat iemand weet hoe zo’n nummer heet. De herkenning is zeker groot bij She Moves Through The Fair, dat door talloze artiesten is opgenomen. De bekendste versie is waarschijnlijk die van de Simple Minds, die het nummer in 1989 tot Belfast Child doopten.
Om de muziek, die als het ware rustig voort meandert door een vredig landschap, toch enige vaart te geven, voegt Oldfield hier en daar wat percussie toe, dat inderdaad voor enig leven in de brouwerij zorgt. Bij Dark Island leidt dat tot een stukje dansmuziek dat we ook van Riverdance kennen. Op sommige plekken kunnen we de muziek regelrecht als zoet, tot mierzoet kenschetsen. Ik kan het niet laten om een linkje te leggen naar het werk van onze eigen palingband BZN in het nummer Flowers Of The Forest, weer met Uilleann Pipes. Oldfield’s herkenbare, ijzige gitaarspel komt eindelijk los in Wild Goose Flaps Its Wings. In de afsluiter Mont St. Michel maakt een heel orkest zijn opwachting. De orkestraties zijn vaak heel klein, subtiel gehouden, met een kleine oprisping tegen het einde.
“Voyager” is zeker geen progalbum te noemen. Moeten proggers het dan links laten liggen? Dat hangt er vanaf. De meningen over deze cd zullen verdeeld zijn. De productie en het spel van Mike Oldfield en zijn kornuiten zijn prima, de muziek is zeker ook herkenbaar en veel mensen zullen het ‘mooi’ vinden, maar het gaat hier en daar wel erg in de richting van easy listening. Het lijkt erop alsof geen noot van de muziek boven het maaiveld mocht uitsteken en dat doet het dan ook niet. Ik kan ook geen hoogtepunten benoemen in deze verzameling van lieflijke, niet al te ingewikkelde melodieën, duidelijk geschreven met een commerciële inslag. “Voyager” behoort zeker niet tot de top van het oeuvre van deze Brit, maar deze muziek is wel heel geschikt als achtergrond van een etentje, een romantische avond of, doe eens gek, een proeverij van Schotse whisky of Ierse whiskey.
Fred Nieuwesteeg