Er zullen mensen zat zijn die zich met hand en tand zullen verzetten tegen een eventuele wereldheerschappij van Matthew Bellamy. Gelukkig is hij maar een zanger van een Brits bandje, genaamd Muse. De populariteit van dit groepje is inmiddels uitgegroeid tot immense proporties en afgaande op deze vijfde langspeler is dat volkomen terecht. Geef je over aan “The Resistance”! It could be wrong it could be wrong.
De elementen waaraan Muse zijn kracht ontleent zijn Queen, Queen, Queen, een beetje Freddy Mercury en wellicht wat Valensia (wie?). Ze combineren deze invloeden tot een geheel eigentijdse productie, geweldige composities en het talent van Bellamy, die niet alleen een zanger met een uniek stemgeluid is, maar ook een meer dan voortreffelijke gitarist en toetsenist. Toch mogen ook de andere leden wel eens genoemd worden. Het basspel van Chris Wolstenholme (familie van, trouwens?) is met name in Resistance en United States Of Eurasia fenomenaal. En wat Dominic Howard laat horen in Unnatural Selection eveneens. Mocht Bellamy’s grootheidswaanzin zulke vormen aannemen als dat hij een solocarrière prefereert boven zijn muze, dan kunnen beide heren eventueel een glanzende carrière als veelgevraagd sessiemuzikant ambiëren. Of rentenieren, want voor het geld hoeven de drie heren volgens mij hun bed niet meer uit te komen.
Ik heb het altijd ontzettend slap gevonden als een platenmaatschappij of band besluit de voor singles bedoelde liedjes direct als begin op de plaat te zetten. Maar in dit geval werkt het: zowel de eerste single Uprising, het titelnummer Resistance als het hypnotiserende Undisclosed Desires zijn aanstaande klassiekers en/of publieksfavorieten. Ik ben vooral dol op Undisclosed Desires, wat in al zijn eenvoud gewoon een lekker nummer is. Dat Bellamy ons ondertussen tevens bezwerend toezingt: if you could flick the switch and open your third eye, you’d see that we should never be afraid to die, nemen we dan maar voor lief.
Met de rest van de plaat gaat Bellamy de diepte in. Eerst neemt hij ons theatraal mee in het uitermate pathetische United States Of Eurasia, dat niet geheel onverwacht doorspekt is met Aziatische invloeden. Het stuk sluit af – kan het meer cliché? – met een stukje Chopin. Dit klinkt gelijk al als heel, heel kitsch, maar – dit is Muse. Dus het is prachtig. Ik moest hard lachen toen ik daarna voor het eerst het We Will Rock You-achtige begin van Guiding Light hoorde. Doet die man het erom, of zo?
Dat Bellamy een man met een boodschap is, en die graag wil verpakken in mooie muziek, blijkt wel uit Unnatural Selection, een bombastische composities vol tempowisselingen en sfeerveranderingen, waar hij uitschreeuwt: I wanna speak in a language that you will understand. Prachtige gitaarsolo trouwens. The lucky don’t share at all, zingt ie. The lucky don’t care at all, even later. Tja. Dit nummer zal het goed doen live.
Rust wordt ons niet gegund met MK Ultra, dat gelaagd klassiek is opgebouwd. Klinkt vooral mooi onder de koptelefoon. Dan volgt het vrolijke en huppelende I Belong To You. En hoewel een vreemde eend in de bijt, blijkt Muse ook met dit soort materiaal prima uit de voeten te kunnen. Het stukje wordt – dus het kan nog meer cliché – onderbroken door een stukje opera (!) van Saint-Saëns, gezongen door Bellamy zelf.
Dan volgt het stuk waar de hele wereld al drie jaar over praat. De symfonie. Nou ja, het is niet echt een symfonie natuurlijk, eerder een concerto voor orkest, piano, band en stemgeluid. Want dat is precies wat Bellamy erin doet. Zijn stem als instrument gebruiken. En dat werkt. En hoe! Gelijk al in de Overture ben ik overtuigd. Nog nooit is bombast zo hapklaar toegediend.
En dat geldt voor “The Resistance” in zijn geheel ook. Prachtplaat. Symfonische rock op zijn best.