Neal Morse. Een grootheid in ons genre. Niemand werd meer bewierookt én verguisd als deze man. Klik even links op deze pagina op ‘Discografie’ en het begint je te duizelen wat hij allemaal heeft geproduceerd. De man heeft een tomeloze energie en een enorm hart voor onze geliefde stijl van muziek. Als je naar een concert van hem gaat, weet je dat je drie dagen spierpijn overhoudt van het lange staan. Je krijgt altijd waar voor je geld. En steeds zoekt hij nieuwe wegen.
Je weet dat je altijd symfonische rock van een zeer hoog niveau krijgt voorgeschoteld. Complexe ritmes? Check. Tegendraadse passages? Zeker. Zang in de stijl van Gentle Giant? Gegarandeerd. Het gekke is, ook dat kan gaan vervelen. Sterker nog, het kan gaan tegenstaan. Het kan heel opwindend zijn, maar net zo goed irritatie opwekken. Het is per album en vaak ook per nummer verschillend. Zo vond ik persoonlijk “The Great Adventure” een drama, maar vond ik “Inncocence & Danger” echt geweldig.
Dat naar nieuwe wegen zoeken doet hij nu weer. Zijn vrouw kwam met het idee om meer lokaal talent te gaan gebruiken. Hij kende genoeg jongens en meiden die hem al eerder hadden geholpen en zo werd er een hele nieuwe band gesmeed. Met Morse als dirigent en leider. Mooi hoe hij het vertrouwen geeft aan mensen. Dat deed hij eerder ten tijde van zijn soloalbum “One”, toen hij met Nederlandse muzikanten op tournee ging, waarmee hij maar een of twee keer echt kon oefenen.
De nieuwe loot heeft de titel “No Hill For A Climber” en bestaat uit drie korte songs en twee gigantische epics van beide meer dan twintig minuten speeltijd. Het korte Thief heeft een beetje een vuig en bluesy geluid. De slidegitaar is hier sfeervol. Het bombastische en tegendraadse stuk is wat over de top, maar blijft binnen de perken. All The Rage is een sterke song met een heerlijk refrein en dito melodieën. Het doet terugdenken aan de hoogtijdagen van Spock’s Beard. Ever Interceding is een prima pop-progsong waarbij de akoestische gitaar de ruggengraat vormt. Hier hoor je ook echt het spelplezier.
Dan staan er dus twee epics op. Eternity In Your Eyes duurt bijna 21 minuten en No Hill For A Climber zelfs bijna 29 minuten. Je kunt epics in twee categorieën verdelen. Je hebt de epic die natuurlijk ontstaat en gewoon de tijd nodig heeft om helemaal tot ontwikkeling te komen. En je hebt de epic die collega Erik Groeneweg ooit omschreef als ‘knutselsymfo’. Dat schreef hij met alle respect. Bij die laatste categorie heb je allemaal losse nummers die je met een overgang aan elkaar ‘knutselt’. Dat kan heel goed uitpakken zoals op The New Kings van Marillion, maar kan ook enorm tegenvallen. Deze twee epics vallen in de laatste categorie.
In het persbericht vertelt Morse dat hij deze talenten graag een podium wil geven. En dat gebeurt ook maar hij wil het te graag. Het gaat niet meer om het nummer, maar om het etaleren van kunnen. Begrijp me niet verkeerd. Het is onwijs knap wat hier gebeurt. Het is muzikaliteit van torenhoog niveau en weinig bands doen dit na. Maar het raakt helemaal nergens. Het gaat maar door. Nog een solo, nog een tegendraads stuk, nog meer bombast. Het is doodvermoeiend om naar te luisteren. In datzelfde persbericht laat Morse optekenen dat hij hier dingen laat horen die écht nieuw zijn. Ik snap zijn enthousiasme, maar dit is verre van nieuw. Dit hebben we al zo vaak gehoord, dat het als teflon van je afglijdt.
Jammer, want de drie korte songs zijn meer dan prima. De nieuwe lichting is buitengewoon muzikaal en ze spelen allemaal bijzonder knap, maar door de epics vliegt het hele album uit de bocht. Er zijn veel betere Neal Morse-albums. Waar zaken wel in verhouding zijn en waar hij niet uit de bocht vliegt. Deze jonge gasten hadden beter materiaal verdiend. En een bandleider die durft te doseren. En zo gaat “No Hill For A Climber” als een nachtkaars uit. Dit is veel, veel te veel van het goede.
CD:
LP: